Dubbelaars doen zelfs de meest doorwinterde recensent even fronsen. Met tweeëntwintig songs, verdeeld over twee schijfjes, verdient Marco Z een eervolle vermelding in de bovenstaande categorie. Net zoals bij het gros van dergelijke overijverige muzikanten was de boodschap wel duidelijk geweest na een schijfje.
In een wereld waarin meer niet altijd gelijk is aan beter, is het voor muzikanten niet eenvoudig om grenzen te stellen. Het is een raadsel waarom de Limburger het een goed idee vond om tweeëntwintig nummers gelijktijdig op schijf te branden. Om toch enigszins het overzicht te bewaren kiest Marco Z ervoor de songs een plek te geven aan de hand van de achterliggende bedoeling. Op schijf één krijg je zo tien pseudovrolijke nummers die perfect passen bij het dwingende zomerse gevoel dat eender welke folksong met popinvloeden weet op te roepen; de tracks op album twee passen eerder in de kraam van de maatschappijkritische singer-songwriter die een appeltje heeft te schillen met zowat iedereen die gelooft in de moderne invulling van het kapitalisme.
Op papier kan een dergelijke invulling werken, maar in de praktijk zijn de nummers op beide schijfjes te veel op elkaar geënt om boeiend te blijven. Het lijkt wel alsof Marco Z in de maanden voor Hold Me Like The World Is Ending slechts twee bruikbare ideeën had. Twee ideeën die hij uiteindelijk tot vervelens toe herkauwd heeft. Nochtans begint de eerste helft van Hold Me Like The World Is Ending niet eens onaardig. Met “Solar Power” zet de goedgemutste gitarist uit Hasselt koers richting de lente. Het nummer doet ongemeen spontaan aan en de combinatie gitaar-handjeklap werkt aanstekelijk. Beluister je het nummer een aantal keer, dan merk je echter al snel dat Marco Z met erg weinig middelen indruk probeert te maken. Een leuk radioschijfje — daar niet van — maar de magere productie en naïeve teksten laten je niet meteen tevreden achter.
Of je nu doorklikt naar “Super Computer” of naar “Pull Through”, uiteindelijk luister je naar gelijkaardige nummers die op net dezelfde manier werden samengesteld. Hoewel dat zeker niet de bedoeling kan geweest zijn, krijg je als geïrriteerde luisteraar aan het einde van de eerste schijf een visioen waarin Marco Z zijn muziek brengt als straatartiest op de Hasseltse Grote Markt. Het enige nummer dat hem voorlopig wat kleingeld oplevert, is “Burning Back”. Dankzij een eenvoudige piano, wat eigenzinnige geluidseffecten en een zeldzaam strijkersarrangement is dat de enige track die blijft hangen. Flowerpowerpop is duidelijk niet het sterkste punt van de Limburger.
Staat Marco Z dan zijn mannetje als singer-songwriter? Njet. Hoewel de nummers op het tweede schijfje wel interessant zijn, maakt ook daar het geheel te weinig indruk om het album een volwaardig bestaansrecht te toe wijzen. Een goede singer-songwriter blijft alleen interessant wanneer de boodschap de soberheid van de muziek aanvult of overstijgt. De laatste elf nummers op Hold Me Like The World Is Ending blijven steken op het niveau van de verdienstelijke poging. “Smartphone Screen” bijvoorbeeld, een leuk akoestisch deuntje maar de haast kinderlijke invulling van de lyrics doet je tenen krullen. Niemand die beweert dat elke singer-songwriter zichzelf au sérieux moet nemen, maar zulke songs geven Hold Me Like The World Is Ending een onbedoelde schijn van amateurisme. Pijnpunten van die orde maken het ongemeen moeilijk om betere tracks zoals “Thomas And Me Would Agree” — een zinvolle kijk op een aantal courante wereldproblemen zonder al te veel muzikaal gezwets — op een objectieve manier naar waarde te schatten.
Een dubbelaar waar je met de beste wil van de wereld niets meer dan een handvol aanvaardbare songs uit kan puren. Waar liep het fout? Misschien was het geen goed idee om de songs zelf te producen of misschien doet de Limburger er beter aan zich te richten op een specifiek geluid. Na het eerste album leek Vlaanderen een muzikaal talent rijker, maar met Hold Me Like The World Is Ending levert Marco Z een plaat af die slechts op uitzonderlijke momenten in de buurt van muzikale middelmatigheid komt. Volgende keer beter? Kan haast niet anders.