Zeventien jaar geleden verzamelde Pet Shop Boys hun B-kantjes onder de toen zo beladen titel Alternative. Deze maand wordt de periode sindsdien ingehaald als Format. Die tegenstelling zegt alles. Zo verfrissend die eerste verzamelaar klonk, zo overbodig deze.
Samen met een paar jaar later Sci-Fi Lullabies van Suede en The Masterplan van Oasis, was Alternative midden jaren negentig het verzamelde bewijs dat B-kantjes soms bijna beter dan de reguliere output van een band konden zijn. De dubbelaar was een — jawel — alternatieve geschiedenis van Pet Shop Boys, die liet horen dat zelfs als je het singletje omgekeerd had uitgebracht, dit nog steeds één van de meest toonaangevende elektronische popduo’s van de jaren tachtig en begin jaren negentig zou zijn geweest.
Zeggen dat Pet Shop Boys sindsdien wat in de schaduw van de mainstream heeft geopereerd, zou de waarheid geweld aan doen, maar dat Neil Tennant en Chris Lowe post-"Go West" wat minder hoog in de hitlijsten stonden, is een feit. Dat lag grotendeels aan een veranderende tijdsgeest, maar net zo goed was het duo op Bilingual (1996) en Nightlife (1999) niet echt in groten doen. Het zou duren tot Fundamental uit 2006 voor de groep opnieuw sterk uitpakte. Is het dan verwonderlijk dat B-kantjes uit die periode een stuk minder aantrekkelijk zijn, dan uit de hoogdagen toen de A-kanten nog "Suburbia" of "Being Boring" heetten? Niet echt, natuurlijk. En dus is het op Format zoeken naar de krenten in de pap.
Noem het gerust een Pet Shop Soep: 38 tracks lang bevinden we ons in het herkenbare muzikale universum van Tennant en Lowe, met die typische eightiesdance, raveklanken, disco-invloeden, en heel af en toe wat gitaar van Johnny Marr. Het is een universum dat ook ongeveer begin jaren negentig is blijven stilstaan, zelfs al is "Betrayed" een puike poging om te bewijzen dat ook drum-’n-bass een mogelijkheid was. Over "Silver Age" claimt de groep dat het electroclash-invloeden heeft, maar het redt een vrij suffe midtempotrack niet van de verveling. Of zoals de groep het zelf samenvat in het cd-boekje: "That was totally a B-side".
Neen, veel is er op die eerste cd niet te vinden. In de periode tussen 1996 en 2002 was Pet Shop Boys slechts een schaduw van zichzelf, en daar helpt geen "(Demo for Tina Turner)" of andere "Delusions Of Grandeur" aan. Het waren vijf jaren van overwegend ingetogen ballads, en slechts zelden heeft een track "Disco Potential", op zich ook al geen erg sterke dancetrack. Ook "Friendly Fire", wat later, is zo’n mooie trage, maar deze hebben we al een paar keer gehoord van Pet Shop Boys.
Net voor zijn laatste kwart aanvat, vindt Format dan toch even zijn sterkte. Aangemoedigd door het nog steeds niet genoeg bejubelde "Flamboyant" (voor de verzamelaar Pop Art) raakt de groep eindelijk terug op het goeie spoor. Van puur enthousiasme volgde als B-kantje de heerlijk euforische pop van "I Didn’t Get Where I Am Today". Format knalt er het even euforische "The Resurrectionist" achter; Een alternatieve versie van het voor Dusty Springfield geschreven "In Private" blijft ook met Elton John op zang een loeier van een song.
Format lijdt, kortom, onder zijn eigen gewicht. Met zorg geplukt uit de grote korf aan beschikbare nummers had het duo gerust een sterke plaat van pakweg 14 tracks kunnen samenstellen. De drang van de nogal completistische groep — zie ook hun zorgvuldig elkaar opvolgende remixalbums Disco 1-4 — om voor een opvolger voor Alternative te zorgen, ondergraaft deze nochtans mooi uitgegeven compilatie. Het goede nieuws? De heren zitten ondertussen alweer in de studio voor een opvolger van Yes uit 2009 die dit najaar moet uitkomen. Als ze het nog even volhouden, komt er binnen een tiental jaar wel een herkansing.