We kennen het allemaal: het is een mooie dag in
juni, afhankelijk van je geslacht draag je een kostuum of een
avondkleedje, en in je ene hand hou je een frisse pint terwijl de
andere in het bezit is van het diploma dat een dubbele functie
vervult: het is je ontslagbrief van het middelbaar, en de
sollicitatiebrief waarmee je je voor hogere studies gaat
inschrijven. Je wordt omringd door gelijkgetooide en gelijkgestemde
zielen: vrienden waarmee je de afgelopen zes jaar lief en leed,
tienen en buizen hebt gedeeld. En je belooft elkaar één ding: ook
al gaat de één Rechten studeren in Leuven, de ander Biomedische in
Gent en jij Taal- en Letterkunde in Antwerpen, je blijft contact
houden. Een jaar later maak je de balans op. Hoe vaak heb je elkaar
gezien op die tien maanden? Zes, zeven keer? En hoe vaak heb je
niet gedacht: ‘Het is jammer, maar we zijn gewoon uit elkaar
gegroeid’? En dat dan nog maar na één jaartje universiteit. Een
mens wordt er melancholisch van.
Hetzelfde overkomt Emma (Anne Hathaway) en Dexter
(Jim Sturgess). Zij is een ietwat seutig meisje met een Harry
Potterbril, en stiekem verliefd op Dex; hij is een charmante
losbol, die haar bij hun vorige ontmoeting Julie noemde en haar
blouse bewerkte met zijn maaginhoud. Op 15 juli 1988, de dag dat ze
afstuderen aan de Universiteit van Edinburgh, duiken ze bijna bij
elkaar in bed, maar besluiten ze gewoon vrienden te blijven. Vanaf
dat moment groeien de zelfverklaarde vrienden voor het leven meer
en meer uit elkaar. Neem nu de vroege jaren ’90: Emma, afkomstig
uit the middle class, komt aanvankelijk terecht in een
schraal kamertje in Londen, dat ze betaalt door bestellingen op te
nemen in een nog schraler tacorestaurantje. Dexter reist, met zijn
roots in the upper class, enkele jaren rond de wereld –
van India tot Parijs – en belandt later zowel in een poepchique
loft als in een hersenloze, door hem gepresenteerde, tv-show. Hij
scharrelt met de danseressen die er het decor vullen, zij begint
zonder goed te weten waarom een relatie met een humorloze
stand-upcomedian. Maar, ondanks hun totaal verschillende levens,
blijven ze in elkaars hoofd rondspoken – en blijven ze elkaar, nu
en dan, ontmoeten.
Regisseuse Lone Scherfig (‘Italian for Beginners,
‘An Education’) en (vooral) scenarist David Nicholls, die het
scenario baseerde op zijn eigen, gelijknamige boek, tonen de
evolutie die ‘Em’ en ‘Dex’ doormaken door te laten zien waar ze op
de vijftiende juli van elk jaar in hun leven staan. Soms staan ze
dicht bij elkaar, maar even vaak bevinden ze zich, zowel letterlijk
als figuurlijk, op twee verschillende plaatsen in hun leven. De
gimmick die door Scherfig en Nicholls wordt gehanteerd, heeft zowel
voordelen als nadelen: enerzijds is het een eenvoudig, maar
efficiënt trucje om 22 jaar samengebald te krijgen in een film van
108 minuten en is het een mooi prisma waardoor de ontwikkeling van
de hoofdpersonages zichtbaar wordt; anderzijds verloopt diezelfde
ontwikkeling nogal springerig, soms op het storende af – in drie
jaar vertelde tijd, maar slechts een kwartiertje verteltijd wordt
een cokeverslaafde flierefluiter een gescheiden huisvader –
waardoor sommige nevenpersonages verdwijnen nog voor ze goed en wel
voorgesteld zijn, en waardoor de plot op enkele essentiële momenten
de nodige flow mist.
Gelukkig beschikken de twee hoofdrolspelers over
het nodige charisma en talent om je als kijker het gevoel te geven
dat ze ook effectief bij elkaar horen – en is dat niet het vlak
waarop zoveel romantische films van tegenwoordig tekortschieten?
Dat ‘One Day’ boven recente prenten als ‘Water for Elephants’ en
‘No Strings Attached’ uitsteekt, is dan ook in grote mate te danken
aan Anne Hathaway en Jim Sturgess. Vooral Hathaway, een van die
jammer genoeg talrijke actrices met veel talent maar een
betwijfelbare cv (voor elke ‘Brokeback Mountain’ is er minstens één
‘Bride Wars’), is bijzonder goed op dreef als Emma, een jonge vrouw
met weinig middelen, maar veel ambitie – en nog veel meer
wit (‘Good job I didn’t put it on backwards,‘
zegt ze droogjes wanneer Dexter opmerkt dat de rug van haar badpak
laag uitgesneden is.). Jim Sturgess, tot op heden vooral bekend van
de heist movie ’21’, moet vooral een playboy spelen, en
doet dat op een meer dan behoorlijke manier: zijn prestatie wordt
misschien nergens Oscarwaardig, maar het getuigt toch van talent
dat hij met zijn 33 lentes een man van middelbare leeftijd kan
spelen zonder belachelijk over te komen. En wanneer hij zich in het
laatste kwartier emotioneel mag laten gaan, kan je alleen maar
hopen dat hij de komende jaren meer goede rollen aangeboden
krijgt.
Één van de grote verdiensten van ‘One Day’ is dat
Lone Scherfig en haar acteurs erin slagen om het geheel behoorlijk
echt te doen aanvoelen. Om overeind te blijven heeft het scenario
immers een immense dosis toeval nodig – laat je personages maar
eens exact samenkomen op 15 juli – maar toch komt je willing
suspension of disbelief snel op de proppen, zonder dat die
ooit geforceerd wordt. Misschien komt het door de wereld waarin
Scherfig haar personages plaatst, en waarin niet altijd gemakkelijk
overleven is. Net zoals in ‘An Education’ probeert iedereen zo goed
en zo kwaad als het kan iets van zijn leven te maken, maar
opportunisme bij de een en gebrek aan ervaring bij de ander zorgen
ervoor dat Dexter en Emma in de eerste plaats meermaals met hun kop
tegen de muur lopen en beseffen dat er maar weinig verloopt zoals
je het verwacht. Bovendien getuigt het ook van lef dat Scherfig
durft om verder te gaan wanneer een ongeloofwaardige happy
ending klaarstaat. Toch laat het einde je met een dubbel
gevoel achter: in de (voor)laatste sequens wordt het geheel iets te
uitleggerig om nog authentiek aan te voelen.
De kans dat ‘One Day’ je overrompelt is gering, en
de kans dat hij dagenlang door je hoofd blijft spoken nog kleiner,
maar dat hoeft toch niet per se? Want ook al is ‘One Day’ misschien
geen superbeklijvende film, het is wel een bijzonder mooie
film, door Scherfig verpakt in sobere maar daarom niet van
schoonheid onthouden beelden – de belichting tijdens de skinny
dippingscène is een speciale vermelding op zich waard, evenals
de simpele, maar o zo mooie poster – en eentje met personages die
ondanks al hun tekortkomingen je sympathie wegdragen. Een
romantische film zoals er veel te weinig worden gemaakt.