Matador Records, 2011
V2/Munich
Voor Diggers van:
singer-songwriters, Bob Dylan, Tom Petty en Wilco.
Gezegend zijn zij die worden geboren met een
naam, die lonken naar een toekomst in de rockmuziek al van in de
wieg aanmoedigt. Kurt Vile, singer-songwriter met een voorliefde
voor classic rock en korrelige lofi opnametechnieken
debuteerde in 2008 zowel bij een band, War on Drugs, als met zijn
solo-album ‘Constant Hitmaker’. Toen dit laatste in 2009
heruitgebracht werd bij zijn overstap naar Matador Records ging hij
van stilletjes gerespecteerd in de anoniemiteit naar erkend in
indie-rockmilieus. Tweede album ‘Childish Prodigy’ kreeg al net dat
beetje meer aandacht en met deze bevestigende derde resideert hij
volgens ons, alvast voor eventjes en hopelijk voor langer dan dat,
middenin de spotlights.
Op ‘Smoke Ring For My Halo’ behoudt Vile de folky roots van zijn
vorige albums (zie ook Bob Dylan en Wilco) en schudt hij
all american gitaarsongs uit zijn mouw alsof het niets is.
Daarbij klinkt het geheel alsof het is opgenomen in een slaapkamer
met beperkte akoestiek, waardoor dit album je van bij de eerste
noot naar de keel grijpt. ‘Baby’s Arms’ was achteraf gezien dan ook
de perfecte keuze om deze tien songs durende rit te openen: een ode
en smeekbede aan de liefde pur sang, geruggesteund door
eenvoudig gitaargetokkel en ergens ver in de achtergrond het
subtiele gerinkel van een tamboerijn. Elk woord komt er zo intiem
uit dat het lijkt alsof Kurt Vile himself in je eigenste
living aan z’n gitaar zit te plukken.
Met een ritme als een sjokkend paard en bijhorende huifkar in
het achterhoofd schiet ook ‘Jesus Fever’ één van de hoofdprijzen
af. Onweerstaanbare hook, schijnbaar nietszeggende tekst
en toch, bezwerend vrolijk en verslavend. ‘On Tour’ is een
chaotische reflectie op het leven on the road, ‘Society Is
My Friend’ een poëtische ‘ode‘ aan onze hedendaagse
maatschappij. Ten slotte willen we nog even ‘Runner Ups’ vermelden
dat alweer, al was het zo simpel als ABC, dankzij eenvoudige
beeldspraak en gelijkaardige akkoorden op één of andere manier de
besluiteloosheid en uitzichtloosheid op zo’n intense manier vat dat
we op het einde van de rit hunkeren naar meer. We hebben zelden
iemand een zinnetje als “I don’t know if it’s real, but it’s how I
feel/Don’t know if you really came, but I feel dumb in askin” op
plaat weten zetten zonder dat we zin hadden om de hele zijk door
het raam te keilen.
Ondanks dat gevoel van slaapkamerakoestiek waar we het eerder al
over hadden, klinkt ‘Smoke Ring For My Halo’ ook ongemeen vol en
harmonieus, moesten we nooit onze wenkbrauwen fronsen bij de lyrics
(en waren die bijwijlen ook pijnlijk herkenbaar – “I don’t want to
work/but I don’t want to sit around all day”)en is het simpelweg
een hele poos geleden dat we een singer-songwriter mochten omarmen
die retro fris laat klinken. Kurt Vile is een welkome adembeurt
tussen al de blogbuzzbands die rock-‘n-roll elke week heruitvinden,
de très hippe postdubstep-hype en de elvendertigste
synthpop-indie-band die zelden bevestigt. Een artiest die gewoon
fijne en oprechte liedjes brengt en op zijn derde worp geen enkel
teken van verval laat zien. Een waardige
eindejaarslijstjeskandidaat, en ook wel onze enige tot nu toe.
Kurt Vile and The Violators spelen op 17 mei op Les Nuits
Botanique en op 18 mei in de Charlatan te Gent.