Zo geruisloos Geike Arnaert in 1997 tot een band toetrad die volop aan het experimenteren was (o.a. met strijkers — waar is de tijd!) op het sterke Blue Wonder Power Milk, met zoveel bombarie creëerde Alex Callier nu een ontzettende buzz rond nieuwe zangeres Noémie Wolfs met de veiligste plaat die hij maar kon uitbrengen.
De entrée van Noémie Wolfs doet inderdaad even terugmijmeren aan de eerste noten die Arnaert de wereld in tjilpte in 1998. Dat waren die van “Battersea”, het openingsnummer op overgangsplaat Blue Wonder Power Milk. Op dat album zette Hooverphonic koers naar een ander geluid — richting “Mad About You” bleek later, weet u nog wel — dan dat van debuutplaat A New Stereophonic Sound Spectacular waarmee Callier en co een bommetje hadden gegooid. Hooverphonic was aan het zoeken en moest daarbij dan ook nog eens op een jaar tijd drie zangeressen inpassen. En zij moesten zich aan de songs aanpassen.
Twaalf jaar later is het net omgekeerd. The Night Before is twaalf nummers lang een overzicht van alles wat Hooverphonic het afgelopen decennium heeft gedaan, maar dan in nieuwe songs gegoten. Het is een grote Hooverphonic-muziekquiz wegens een feest van herkenning van bepaalde klanken en sferen, als om te zien hoe alle kleedjes die Arnaert heeft aangehad op de door haar ingezongen platen Wolfs nu passen. Nieuw gezicht, maar met een oerherkenbaar geluid. Niet bruuskeren nu, lichte stijlbreuken als voorganger The President Of The Lsd Golfclub zijn voor later. “Het doel heiligt de middelen” dampt van deze plaat af: een nieuwe frontvrouw als Wolfs is ook de uitgelezen gelegenheid om de groep terug buiten de landsgrenzen op de kaart te zetten. Dit is dan ook pur sang Hooverphonic as we know it. Niets meer, maar belangrijk genoeg, ook niets minder.
Vooral het openingskwartier knipoogt niet zomaar weer naar de jaren 50 en 60, maar bespringt ze. Het levert weliswaar de beste songs op: “Heartbroken” (inclusief heerlijke, hese uithaal van Wolfs) is gracieus, “Norwegian Stars” legt, onder meer middels fantastische strofes, de lat voor deze plaat, net als “George’s Café” met in film noir gedrenkte arrangementen. Vooral in de tweede helft van de plaat wordt die lat te weinig gehaald — “One Two Three” en “Identical Twins” is Callier over vijf jaar waarschijnlijk zelf al vergeten. “More” en het akoestische “How Can You Sleep” zijn dan weer mooie liedjes waarin Wolfs schijnbaar zonder moeite de juiste toon vindt.
Want wat inderdaad ver- en daardoor bewondering opwekt, is dat u zo goed als geenszins zult vergelijken met de stem van Arnaert — het leek twee jaar lang een haast onmogelijke opgave voor groep én publiek. Maar zie, hoe relatief is alles niet. Het onvermijdbare is ontzettend efficiënt vermeden, en dat ligt in de grootste mate aan Wolfs zelf die zonder een zweem van geldingsdrang, laat staan imitatiedrang, haast subtiel, de sound van Hooverphonic een andere, iets warmere, klankkleur geeft. Het is op het onverklaarbare af hoe zij zo lang onder de radar is gebleven. Of misschien net niet in deze tijden, maar laat ons vooral niet afdwalen.
Het doet uitkijken naar de tour om te zien hoe zij de Hooverphonic-klassiekertjes naar haar hand zet, en vooral, hoe ze op de komende platen — die hopelijk terug andere horizonten verkennen — een stempel zal drukken. Want laten we eerlijk zijn: met Arnaert achter de microfoon waren termen als “herhalingsoefening” of “plaat teveel” niet van de lucht geweest. In vergelijking met pakweg The Magnifent Tree is Callier echter nog stevig gegroeid in het piekfijn arrangeren van songs. The Night Before is dan ook an sich beter dan (No) More Sweet Music, de plaat die de andere sound van The President… noodzakelijk maakte.
Want niet alleen vocaal maar ook muzikaal heeft The Night Before ergens zijn bestaansrecht. De plaat koppelt de grote arrangementen van pakweg Jackie Cane aan het meer organische, het grotere “live-in-de-studio”-gevoel van The President…. Het is de meest gebalde, rechttoe-rechtaan plaat die Hooverphonic al heeft uitgebracht, die bovendien niet opgehangen is aan een Grote Single als “Eden”, “Mad About You” of “The World Is Mine”.
Maar bon, The Night Before heeft zijn titel dus niet gestolen. Deze plaat klinkt op z’n best als de vooravond van een Hooverphonic 3.0, die met Noémie Wolfs best wel wat wegen in lijkt te kunnen slaan. Dat Callier dat dan ook maar doet, alleen daaraan zal Hooverphonic z’n relevantie nog ontlenen, meer dan aan om de zoveel tijd een onvindbaar geachte witte raaf spotten of aan het vakkundig creëren van een buzz.