Of het nu om politiek, internationaal terrorisme of muziek gaat, de gangbare theorie rond samenwerkingsverbanden is dat één plus één drie is: samen, elkaars talenten uitdagend, reikt men verder dan indien men de klus alleen dient te klaren. Nu, dat hangt er toch wel van af. Zie ook deze Broken Bells (de plaat), waarop één plus één hooguit anderhalf is.
Broken Bells (de groep) is gelijkmatig samengesteld uit James Mercer van de okselfrisse popgroep The Shins en Danger Mouse, bij zijn moeder gekend als Brian Burton, bij ons als meester-knoppendraaier achter The Grey Album (Jay-Z in een copyright-schendende mix met de witte Beatles), Gorillaz’ Demon Days en zijn eigen Gnarls Barkley. Na Broken Bells ad nauseam tot ons te hebben genomen, was enkel bittere ontgoocheling ons deel. Beide supertalenten weten elkaar — en hun gezamenlijke BB-vehikel — hier allerminst naar een hoger plan te tillen. Integendeel trekken ze elkaar mee in een neerwaartse spiraal richting middelmatigheid, daar waar ze op hun individueel parcours tot nog toe bijzonder weinig steken lieten vallen (of het moest tijdens hun wekelijkse breikransjes geweest zijn). Denk maar aan Shutes Too Narrow of St. Elsewhere: we rest our case. Luisterronde na luisterronde wachtten we hier echter op het punt waarop zich enig reliëf in het Broken Bells-landschap zou beginnen aftekenen, maar dat bleek vergeefse moeite. Slecht is deze plaat bezwaarlijk te noemen, ’saai’ stelt als mogelijke tag beduidend minder problemen.
Weinig op dit vreemde werkstuk blijft langer dan zijn eigen duurtijd hangen; zo goed als alle songs worden gesmoord in dezelfde gezapige, midtempo default-beat uit de afprijsbakken van de Lidl; vrijblijvend en braaf zijn meestal de muzikale ordewoorden. Kenschetsend: telkens we meenden nog een bijkomende valabele track op Broken Bells te hebben gespot, bleek het — genadeloos slaat de Alzheimer toe — om dat ene nummer te gaan dat ook de vorige keren onze aandacht wist te vangen. De puntige, uptempo afsluiter "The Mall & Misery" kan bogen op de urgentie die het eraan voorafgaande halfuur node miste, maar op dat punt is het kalf verdronken en de — halve — blamage een feit: beide heren worden hier geraakt in hun respectieve core businesses songschrijven en producen. Geraakt werden wij dan weer zo goed als nergens. Dat scheelt op het kippenvel-verbruik, maar dat was nu eenmaal niet de bedoeling. Vooral voor eventuele passages van Mercer hadden we steeds wel een voorraadje opzij liggen.
"Use your intuition, it’s all you’ve got", zingt hij ons ergens toe. Doen we, zonder de bron van onze onvrede met Broken Bells al te precies te kunnen duiden: deze plaat voegt minder dan niks toe aan de bijzonder mooie individuele track records van James Mercer en Danger Mouse en laat vooral weinig blijvende indrukken na, tenzij dan een impressie van algehele bleekheid. Zou dit ook ons gevoel geweest zijn indien dit niet de eerste Broken Bells-plaat maar de vierde plaat van The Shins was geweest? Anders gesteld: is songsmid Mercer — na de laatste Shins-plaat en twee op zijn instigatie vertrokken bandleden — op drift of is het gewoon de Mercer/Mouse-combinatie die het hem (niet) doet? Veel vragen, voorlopig weinig antwoorden. In afwachting hebben we ons geld en onze hoop alvast op de tweede optie gezet.