Merge, 2010.
Er is niets moeilijker dan strak gespeelde, minimale en toch
bijzondere catchy songs te maken, zonder daardoor in clichés of
platte pretpunk à la Janez Detd te vervallen. De vier Texanen van
Spoon bewijzen al enkele albums lang dat het wel kan. Gespeend van
hypes en trends kiest de band voor pure, haast minimale rocksongs
waar punk, Amerikaanse collegerock van de jaren ’80 en Guided By Voices in
door klinkt.
‘Kill The Moonlight’ (2002), ‘Gimme Fiction‘ (2005)
en ‘Ga Ga Ga Ga
Ga‘(2007) zijn dan ook gebalde albums die aan de luisteraar
voorbijrazen. De band doet het ook goed in Amerika: ‘Gimme Fiction’
en ‘Ga Ga Ga Ga Ga’ haalden de eerste plaats op de USA Independant
Albums Chard. Spoon speelde daardoor ook al op zowat elke Late
Night Show van tel en de song ‘Don’t Make Me a Target’ schopte het
zelfs tot in The Simpsons.
‘Transference’ bevat de basisingrediënten die de vorige albums zo
sterk maakten, maar de subtiele afkruiding ontbreekt. Opener
‘Before Destruction’ en ‘Who Makes Your Money’ zijn zo’n songs: een
iets te lange opbouw waar Spoon het eigen principe van strakke
nummers wat verlaakt en vervolgens nooit tot uitbarsting komt. De
tweede song op de plaat is gelukkig een oplawaai van jewelste. ‘Is
Love Forever?’ is twee minuten vlijmscherpe rock, twee minuten die
zo voorbij vliegen en doen verlangen naar meer. ‘Trouble Comes
Running’ is nog zo’n nummer van twee minuten heerlijke razende
pop.
‘Mystery Zone’ en ‘Written in Reverse’ zijn vintage Spoon, maar
zijn elk twee minuten te lang. Dat is net ook keer op keer één van
de moeilijke oefeningen voor een band als Spoon: timing is cruciaal
voor het type song dat ze maken. Hun nummers mogen maar net lang
genoeg duren, het moeten steeds kleine explosies zijn die
voorbijflitsen. Als het te lang duurt, gaat de kracht van hun
muziek wat verloren.
‘I Saw The Light’ en ‘Out Go The Lights’ zijn eerder atypische
Spoonsongs, met echo’s van de vroege Wilco. De band slaat
de bal pas echt goed mis met de slow ‘Goodnight Laura’: dit is
duidelijk niet hun sterke kant. Gelukkig sluit het album af met
twee kleppers: ‘Got Nuffin’ combineert een basis garagedrumritme
met een heerlijk jengelende gitaar. Het is eerlijke postpunk,
ontdaan van de irritante pretenties die eigen aan het genre zijn
(ja, wij kijken eens boos in de richting van Editors,
Customs…).
Het beste wordt voor het allerlaatste bewaard. ‘Nobody Gets Me But
You’ wordt gedreven door een motherfucker van een baslijn. De song
doet ergens denken aan Of Montreals
meesterlijke ‘The Past Is A Grotesque Animal’, maar dan aangepast
aan de rockethiek van Spoon.
‘Transference’ is niet de beste Spoon. Waar op een album als ‘Ga Ga
Ga Ga Ga’ alles perfect op zijn plaats zat, met geen noot te veel,
laat ‘Transference’ meer ruimte. En die ruimte wordt niet altijd
maximaal ingevuld. Maar de songs waar alles juist zit zijn dan
gelukkig wel heerlijk sprankelende nummers.