Een digitale dictafoon en een van het wereldwijde web geplukt softwareprogramma. Meer had de Amerikaanse Merril Garbus niet nodig om, onder het alias tUnE-yArDs, haar debuut BiRd-BrAiNs te bolwerken. Voor liefhebbers van flink opgenaaide folk.
Het relaas over het productieproces van dit plaatje klink vreselijk ouderwets en tegelijk o zo hip. Voor BiRd-BrAiNs, het debuutalbum van haar eenmansproject tUnE-yArDs — mevrouw heeft duidelijk iets met afwisselende lettergroottes –, deed de uit New England afkomstige Merril Garbus enkel een beroep op een digitale dictafoon en een het van het internet gedownload softwareprogramma. Bijzonder DIY dus. De productie klinkt — mag het verbazen — navenant: rauw en ongepolijst.
Op BiRd-BrAiNs tokkelt Garbus gretig op de ukelele, laat ze haar elektrische gitaar hypnotiserende riffs uitspuwen en doorspekt ze haar songs bij vlagen met primitieve percussie. Geheel volgens de verwachting van haar uitgedragen lofi-ethiek dringen hier en daar zogenaamde field recordings de songs binnen: een conversatie met een kind na de makke opener “For You” of het geluid van ratelende flessen in “News”. Het zijn ingrepen die het huiskamergevoel alleen maar versterken. De luisteraar wordt als het ware in de opnamestudio getrokken, waar Garbus alles in één take lijkt te hebben opgenomen.
Maar ondanks het vele knip- en plakwerk en de bewust beperkt gehouden afwerking klinkt BiRd-BrAiNs niettemin organisch en harmonisch. Garbus laat haar ietwat kinderlijk klinkende stem afwisselend verleidelijk liefkozen en afstotend schellen (in het omineus aanzwellende “Sunlight” zelfs in één song), stuurt het tempo in bokkensprongen vooruit en laat de beats bij wijlen naar hartelust stuiteren (“Jamaican” bijvoorbeeld is half-hiphop, half-elektrokraker).
En ze slaagt er bovendien — meestal — in deze geluidsbrij tot een geschikt in het oor liggende song te kneden. Muzikale referenties die hierbij spontaan de kop op steken? St. Vincent (het zweverige “Sunlight” bijvoorbeeld had zo op Actor gekund, het laatste album van dat andere eenvrouwsproject) en M.I.A., maar dan in een verwilderde hippiegedaante (een snelle blik op de songtitels — van “Hatari” over het catchy ”Little Tiger” tot “Fiya”– doet vermoeden dat Garbus haar kat niet zonder handschoenen aanpakt).
Absolute uitschieter van deze plaat is het bezwerende “Lions”: lome doch opzwepende beat, heerlijk meezingbaar chorus en Garbus die haar stem — opnieuw — perfect weet te balanceren tussen akelig en aaibaar. Als er één song op BiRd-BrAiNs met afdoende radiopotentieel staat, dan is het deze.
Omdat Garbus dat niveau helaas geen dertien songs lang vast weet aan te houden (in afsluiter “Real Live Flesh” moddert Garbus maar wat aan, terwijl ze in “Fiya” hardnekkig om de skip-toets schreeuwt), is dit al bij al geen overrompelende plaat. Deasalniettemin doet BiRd-BrAiNs prompt verlangen naar meer exploten van deze veelbelovende debutante, te beginnen met haar doortocht in Botanique op 16 februari.