V2, 2009
Heeft een oude knar als Lance Armstrong voldoende potentieel om
nogmaals te schitteren in de Tour de France? Het was dé vraag van
de afgelopen zomer, en diezelfde vraag zouden we ook kunnen stellen
bij de vele muzikale reünies die ons de laatste tijd te beurt
vallen. Want kan een band na zoveel jaar stilte nog voldoende
scherp uit de hoek komen, of wordt er enkel geteerd op oude glorie?
Bijgevolg konden we niets anders dan ‘Liefde Op Doorreis’, het
eerste echte nieuwe werk sinds ‘2007’ van één van de beste
Nederlandstalige rockbands, aan eenzelfde onderzoek
onderwerpen.
‘Mijn Land’ mag dan vrij rustig – lees: akoestisch – uit de
startblokken schieten, de elektrische gitaarsalvo’s die in het
refrein het mooie weer maken, doen het beste verhopen voor de rest
van deze plaat. En blijkbaar weten deze oudere knarren nog best hoe
ze moeten rocken, want je hoort het spelplezier er zo van af
spatten. Toch zullen de fans van het stevigere werk van The Scene
wat op hun honger blijven zitten, want de gitaren dienen op dit
album vooral om hier en daar enkele mooie accenten te plaatsen. Het
tempo gaat daarbij zelden hoger dan toegelaten op een gewone
gewestweg.
Nog liever neemt de band rond Thé Lau het openbaar vervoer,
bijvoorbeeld in het voortdenderende ‘Nachttrein’, zonder enige
twijfel een van de betere nummers hier. De hoofdrolspelers van deze
cadans zijn de piano (“Ik ben 57 jaar en ik doe een trein
na“), het achtergrondkoortje en – schrik niet – de strijkers,
die hier en daar een mooie zinsnede uit de pen van Thé met
fluostift willen markeren.
Ook ‘Breek de Ban’ delen we graag in bij de meer up-temposongs,
maar toch is dit het eerste nummer dat ons niet echt kan bekoren.
Daarvoor krijgen we een veel te flauw refrein voorgeschoteld. Ook
‘Paradijs’ zal niet meteen de geschiedenis ingaan als een echte The
Scene-klassieker, maar dat is dan vooral omdat er veel te veel
concurrenten te vinden zijn in het oeuvre van deze band.
Dan zijn we meer te spreken over het funky ‘Straat’, waarin Thé
zijn beste literaire schrijfkwaliteiten naar boven laat komen. Het
is zonder meer bewonderenswaardig hoe hij hier met enkele uiterst
eenvoudige zinnetjes een sfeerbeeld weet te scheppen van zijn
omgeving. Zinsneden als “We ademen dezelfde lucht” doen
ons zo terugdenken aan de thematiek van het overbekende ‘Iedereen
is van de Wereld’. Maar ligt het aan ons of klinkt alles hier net
iets grimmiger dan in een vorige eeuw, alsof het geloof in de
mensheid sindsdien wat aan kracht heeft ingeboet?
Ook de scheurende gitaren in ‘Atlanta’ laten een band in bloedvorm
horen en kunnen als u het ons vraagt niet anders dan uitgroeien tot
een echte livefavoriet. Want laat daar vooral geen twijfel over
bestaan: The Scene is en blijft duidelijk een echte liveband. Bij
het tragere werk stippen we graag nog ‘Vier Seizoenen’ aan: of hoe
eenvoud en de rauwe stem van Thé soms voldoende zijn. Maar vooral
in het echte kippenvelmoment, opgedragen aan Thé Laus Belgische
hartsvriendin Yasmine, overstijgt men moeiteloos de ordinaire
smartlap.
‘Liefde Op Doorreis’ is niet die nieuwe klassieker geworden waar
menigeen op gehoopt had, het is echter ook geen complete afgang
geworden. Dit is het werk van een band die goed weet wat haar
sterke punten zijn en geen doorslag wou maken van een jongere
versie van zichzelf. Bij de recensie van ‘2007’ schreven we nog:
“een mooi afscheidscadeau”, maar we voelen aan onze tenen dat we
wellicht nog niet af zijn van deze Nederrockers. Daar kunnen wij
zeker mee leven en stilletjes kijken we zelfs uit naar een
vervolgverhaal. Of om met het antwoord van de vraag van de zomer
van 2009 af te sluiten: oude knarren kunnen dan misschien niet meer
winnen, op imponeren kan je geen leeftijd plakken!
Begin volgend jaar start de gelijknamige, uitgebreide
theatertournee van The Scene. Meer info op: