In Wallonië en Frankrijk zijn ze hot. In Vlaanderen…
not. Of toch nog niet. Sharko is groot en dat
al een hele tijd. Tien jaar al is David Bartholomé met Sharko
bezig. Onderweg werden nog twee bandleden opgeraapt en kregen vier
studioalbums de naam Sharko op de voorkant gedrukt. Vooral de
tweede langspeler, ‘Meeuws 2’ (2001) gooide hoge ogen en vond
gretig zijn weg naar het buitenland. Een opmerkelijke poging om
Sharko bij het Vlaamse publiek wat bekender te maken was
‘Vlaanderen Ontdekt Wallonië’, in een uitverkochte AB in 2004.
Hierbij stonden met Ghinzu en Girls in Hawaii twee
andere bands uit het kruim van de Waalse rock geprogrammeerd en als
muziekminnende Waal moest je minstens je drie benen gebroken hebben
om deze line-up te missen. Gevolg: de Vlamingen waren op één hand
te tellen en de missie was mislukt. Sharko mag het dit jaar nog
eens proberen, met een nieuw album onder de arm en een programmatie
in drie Vlaamse zalen. Niet de minste, trouwens, want eind januari
spelen ze in de AB, op De Nachten en in de Vooruit.
Om de eeuwigdurende klaagzang over het gebrek aan Vlaamse interesse
in Waalse rock en indiepop te beëindigen: het trio dat zichzelf
Sharko noemt, zijn geen Walen. Het zijn Brusselaars. Voor deze
‘Molecule’ waren meer middelen dan vroeger voorhanden en die
stroomden voornamelijk richting producer Dimitri Tikovoi, die zijn
zilveren handen en vooral oren ook van aan bands als Placebo ten
dienste stelde. Het beoogde effect is dan ook bereikt: Sharko
klinkt professioneler dan ooit tevoren. Dat de songs wat aan warmte
inboet, is de onvermijdelijke minder aangename kant van de
medaille.
Sharko maakt midtempo indiepop met hier en daar een ballade die
voor de nodige afwisseling zorgt. Twee nummers die vormgewijs wat
afwijken van de rest zijn ‘Rock 1’ en vooral ‘Love is a Bug’. Zoals
de titel al licht doet vermoeden, wordt er in ‘Rock 1’ een stevig
potje gerockt en dan vooral in de refreinen, die bestaan uit de
woorden “Just don’t push it“. Net zoals dit advies
voorschrijft, klinkt het nummer op zich helemaal niet geforceerd en
mag het zich dan ook bij de topdrie van dit album scharen. ‘Love is
a Bug’ wijkt nog verder af van de vertrouwde Sharko-paden. In de
veronderstelling dat er zelfs in de minst liefdevolle entiteit op
deze wereld toch een sprankeltje liefde zit, vinden we die nu terug
in een insect. Het nummer bevat heel wat elementen die zestig jaar
geleden hun toppunt van populariteit kenden, maar ons nu (gelukkig)
doen herinneren aan films in grijstinten. Dat neemt niet weg dat
het charmant kan zijn om dit film noir-sfeertje in hedendaagse
muziek te verwerken, vooral als het met mate gebeurt. “Live’s
ugly when you’re alone / In a room with a dead body on the
floor.“, klinkt het overtuigend genoeg om het te
geloven.
‘Motels’ is de eerste single van ‘Molecule’ en we kunnen begrijpen
waarom. Het nummer heeft een elektronisch randje en een snedige
ondertoon. Vooral het refrein, dat een half onderwatereffect heeft
meegekregen, loopt lekker binnen. Een andere klepper op ‘Molecule’
– de grootste zelfs – staat een plaatsje hoger in de track
list en heet ‘Sweet Protection’. Opnieuw helpt electronica een
handje in de begeleiding, waardoor een sfeer wordt opgeroepen die
wat aan Radiohead doet denken.
In opener ‘Bug’, dat van start gaat als de soundtrack van een fout
computerspel, maar zich gelukkig herstelt, zingt Bartholomé in de
stijl van Bono en Jim Kerr (Simple Minds). ‘No Contest’ is de
charmante ballade die ‘Molecule’ afsluit. Met als kernidee “No
contest I am the best” contrasteert de inhoud met het zachte
tempo.
Met ‘Molecule’ zet een van België’s aardigste bands zijn opmars
verder. Sharko brengt ons opnieuw een gevarieerd album waarbij het
heerlijk verpozen is in deze tijden van drukte. Het Brusselse trio
toont u ook live wat het in zijn mars heeft, want eind deze maand
komen ze voor uw deur spelen. Kom achteraf niet klagen dat we u
niet hadden gewaarschuwd!