In donkere wouden dwalen helden wanhopig rond terwijl een hongerige roedel wolven hen op de hielen zit. In de verte brandt een licht dat naar een klein bescheiden hutje leidt, waar enkele simpele zielen de vermoeide helden ontvangen. Goede, eenvoudige mensen, die leven van wat de natuur hen schenkt en met liefde alles met elkaar en anderen delen.
Het verhaal van Mi & L’au leest haast als een sprookje: Mi, een Fins meisje, zweeft door Parijs als model en ontmoet daar de man van haar dromen. Na een korte tijd door Parijs te hebben gezworven, besluiten ze naar de diepe wouden van Finland te trekken opdat ze ver weg van alles elkaar en hun muziek ten volle ontdekken kunnen. Goede, simpele zielen die hun deur voor verdwaalde, hongerige reizigers open zouden zetten.
Het valt ons zwaar niet even cynisch te grommen bij de sprookjesachtige achtergrond van de fee Mi en de zachtmoedige ziel L’au — Devendra Banhart schreef het nummer "Gentle Soul" voor hem —, die ons maar al te zeer willen overtuigen van de weemoed van hun songs, nog voor we de eerste noot gehoord hebben. Alsof de uitgeklede, zachte nummers niet op eigen benen zouden kunnen staan en moeten steunen op een mooi verhaal.
"They Marry" opent als een folksong maar al snel sluipen fluiten, belletjes en andere percussie-instrumenten de song binnen, waardoor Mi’s hese stem zich in goed gezelschap weet. Ook "How" steunt op een akoestische gitaar en een enkele pianoaanslag, maar deze maal is het Mi die de song draagt door het maximale uit haar iele stem te halen. Het koude Noorden sluipt ongemerkt de song binnen en verkilt ons hart.
Heidegger droomde van zijn hut in het Zwarte Woud waar hij zijn bespiegelingen over het Sein vorm zou geven. "Philosopher" had over hem kunnen gaan: een glockenspiel overheerst alles terwijl een kale gitaaraanhef het ritme kiest. Voor de eerste maal laat ook L’au van zich horen door zijn stem samen te laten vallen met die van Mi. Na deze voorzichtige kennismaking gaat L’au voluit in het door hem gedragen "I’ve Been Watching You", het eerste hoogtepunt van het album.
Het nummer lijkt Mi wel vleugels gegeven te hebben want ook "Bums" maakt komaf met de uitgeklede sfeer van de eerste nummers door voor een vollere zang te kiezen waarbinnen het instrumentarium ten volle tot haar recht komt. Een zorgvuldig aangewende accordeon laat "Older" in een weemoedige Parijse sfeer baden. De kater volgt in het zachte "Merry Go Round", waar een vermoeide L’au zich ondersteund weet door een weggedeemsterde Mi.
"Nude" vormt zonder meer het tweede hoogtepunt van het album: traag en meeslepend schittert Mi terwijl L’au de achtergrond voorzichtig mag opvullen. De eerste elektronica sluipt met "A Word In Your Belly" binnen: L’au laat scherpe klanken meedrijven op zijn klagende stem terwijl een vioolpartij de melancholie boven laat drijven. "Boxer" grijpt daarna terug naar de eerste nummers: ook hier draagt Mi’s hese stem een song, die langzaam maar zeker meer instrumenten toelaat.
"Andy" heeft een vrolijkheid in zich die de onderhuidse weemoed treffend maskeert. "Christmas Soul" weigert zich echter te verschuilen en toont zijn verdriet dan ook in alle naaktheid. De eerste stappen van "New Born Child" zijn helaas nog te onzeker om te beklijven waardoor de last op de schouders van "Study" terechtkomt. Een bevreemdend einde sluit een wonderlijk album af.
Tijdens koude winternachten verpozen we graag bij het haardvuur terwijl buiten roedels hongerige wolven hun angstaanjagende gehuil laten weerklinken. Vaak gaan onze gedachten dan uit naar die arme zielen die verkleumd en wanhopig door het bos dwalen. Terwijl we Mi & L’au opnieuw beluisteren, houden we onze adem in, in de hoop dat een hongerige reiziger op de deur zal kloppen.