In het boekje bij de dvd van ‘Triumph Des Willens’ die ik heb
bekeken, viel het me op dat de film niet alleen in twaalf
hoofdstukken verdeeld was, maar dat er bij elk hoofdstuk precies
werd vermeld hoe lang dat segment duurde (inclusief seconden) en
hoeveel shots erin voorkwamen. Dat is een tendens die je vaak kunt
vaststellen waar het deze ultieme propagandafilm betreft: mensen
benaderen ‘Triumph Des Willens’ vanuit een louter technisch
standpunt, ze hebben het over visueel vernuft en de kracht van
beelden, over shots en montage, en ze proberen daarmee voorbij te
gaan aan de emotionele waarde die de film tegenwoordig heeft. Hoe
verantwoordt een distributeur het feit dat hij de meest
invloedrijke nazi-film uit die hele periode beschikbaar maakt op
dvd? Simpel: (film)historische waarde. Een belangrijk document, dat
bestudeerd moet worden – zoveel minuten en seconden per scène,
zoveel shots. Je moét het afstandelijk, analytisch bekijken of er
bestaat geen verantwoording voor.
Leni Riefenstahl werd door Hitler zelf uitgekozen om het Nazi
Partijcongres in Neurenberg in 1934 te filmen. Zelf heeft ze altijd
volgehouden dat ze dat met slechts vijf camera’s geflikt heeft,
maar het ware aantal lag naar verluidt dichter tegen de dertig, een
getal dat ook realistischer lijkt wanneer je de film ziet. Bijna
twee uur lang krijgen we de nazi’s te zien zoals ze zichzelf wilden
etaleren aan het begin van hun heerschappij. Gezonde, krachtige
soldaten die klaar stonden voor hun Führer (oké, ze overtraden
daarmee dan wel de bepalingen van het Verdrag van Versailles, maar
wie kon dat nog wat schelen?). Arbeiders die gelukkig waren in hun
werk voor Duitsland. Blozende, blonde kinderen, burgers, mannen en
vrouwen, met hun rechterarm de lucht in, in blinde bewondering voor
de partijleiding. En die leiding zelf, natuurlijk, die we aan het
woord zien voor een schijnbaar hersenloze menigte. Ze gooien
platitudes het publiek in, spreken over de grootsheid van het land,
het volk en natuurlijk hun Kanselier, Hitler, die op de één of
andere manier door God uitverkoren is om Duitsland een nieuwe
richting in te leiden.
In feite is het misleidend om ‘Triumph Des Willens’ een
documentaire te noemen. Riefenstahl is hier immers niet
geïnteresseerd in het bieden van een kritisch, journalistiek
standpunt. Haar film had – zelfs bij z’n verschijnen – geen enkele
nieuwswaarde en nodigde absoluut niet uit tot enige vorm van
verdere reflectie bij haar publiek. Het enige dat ze wilde doen,
was een verheerlijkend portret creëren van een man en een partij
die in hun dominantie over het land buiten alle verdenking moesten
staan. Zo gaat dat nu eenmaal met fascistische regimes – het is
niet genoeg dat ze de macht hebben, het moet ook nog eens lijken
alsof die macht hen vanzelfsprekend toekomt.
En dat doel probeert Riefenstahl te bereiken met die befaamde
technische trucs waar iedereen steeds de mond van vol heeft – en
inderdaad, ze zijn indrukwekkend. Of ze zich ervan bewust was of
niet, is natuurlijk een open vraag, maar de manier waarop de
regisseuse ‘Triumph Des Willens’ monteerde, had een aanzienlijke
psychologische impact op haar publiek. Aan het begin van de film
zien we Hitler in z’n vliegtuig letterlijk uit de hemel neerdalen,
we krijgen idyllische beelden van Neurenberg die het idee van de
eeuwenoude Duitse cultuur tot leven moeten wekken en ogenblikkelijk
wordt er op die manier een ideologische link gelegd – Hitler als
redder van die cultuur, die tijdens de jaren twintig zo zwaar te
lijden had onder de economische depressie. Er is op dat moment nog
geen woord gesproken, we horen enkel van die triomfantelijke,
militaristische hoempapa-muziek waar ik altijd zo de zenuwen van
krijg, maar al vanaf die eerste paar minuten is het duidelijk hoe
we Hitler dienen te zien volgens de mentaliteit van deze film. En
het wordt er niet beter op: tijdens de rest van de prent worden de
partijleiders constant vanuit een lagere positie gefilmd, zodat de
camera (en het publiek) letterlijk naar hen opkijkt. Die beelden
worden afgewisseld met die van de meute, adoratie in hun ogen, en
met die van de marcherende soldaten en arbeiders, die de hoop van
Duitsland op een betere toekomst vertegenwoordigen. Als
propagandastuk is dat knap gedaan – Duitsland kwam net uit een
malaise van bijna twintig jaar, waarin mensen honger hadden
geleden, hadden afgezien. Wat de nazipartij aanbood, en wat
‘Triumph Des Willens’ van de eerste tot de laatste minuut
uitstraalde, was de belofte op een betere toekomst. De Duitsers
niet als het verslagen volk van de Eerste Wereldoorlog, maar als
een machtig ras – Ubermenschen.
Riefenstahl heeft zich na de oorlog altijd verdedigd door te zeggen
dat ze niet geïnteresseerd was in partijpolitiek, enkel in de
esthetiek van het hele gebeuren. De schoonheid van een in uniform
gestoken soldaat, allicht, van een afgetraind lichaam dat zich
aanbiedt om uiteindelijk in Rusland dood te vriezen, ergens in
Frankrijk neergeschoten te worden of om in Polen Zyklon B door het
dak van een gaskamer te gieten. Zoals zij het uitlegt, hat sie es
nicht gewusst. Maar was de aard van het Nationaal-Socialisme dan al
niet duidelijk genoeg, zelfs in 1934? Fritz Lang was tegen die tijd
al gevlucht naar de VS, evenals andere, op dat moment nog minder
bekende Duitse filmmakers als Billy Wilder. Waren die dan zoveel
opmerkzamer dan Riefenstahl? Hitler had in 1925 ‘Mein Kampf’ al
uitgebracht, de rassenpolitiek van de nazi’s was duidelijk (hoewel
allicht op dat punt niemand zich kon inbeelden dat het ooit tot een
holocaust zou komen). Enfin, had een volwassen, intelligente vrouw
als Leni Riefenstahl niet gewoon béter moeten weten? Net als het
Duitse volk?
Ach ja, de cliché-verdedigingen zijn allemaal waar, hoor: ‘Triumph
Des Willens’ is inderdaad een belangrijk historisch document, in de
zin dat de film een blik biedt op een volk dat zich blindelings
schaart achter een man die hen zonder omkijken in een afgrond zal
storten – eerst een afgrond van onmenselijke wreedheden, daarna die
van de nederlaag. Het meest opmerkelijke aan de prent is dat hij
een blik biedt op de nazi’s zoals ze zichzelf zagen, niet zoals hun
slachtoffers hen zien, wat gewoonlijk het geval is. En inderdaad,
het is technisch knap in elkaar gestoken, dat zal niemand
ontkennen. Maar het blijft in de eerste plaats een saai stukje werk
(als je een kwartier lang naar marcherende soldaten hebt gekeken,
heb je het wel gehà d), en ten tweede zal niemand erbuiten kunnen
(hoewel sommigen dat nog steeds proberen), dat dit een lange
reclamespot is voor één van de meest verdorven regimes die de
wereld ooit gekend heeft. Een lofzang op een moordenaar.