Met debuut With Love And Squalor werd We Are Scientists voor eens en altijd op de kaart gezet. De resem vlijmscherpe popsongs die de band destijds voorschotelde, posteerde grondleggers Keith Murray en Christopher Cain tussen de grote jongens binnen de gitaarpop. Anno 2010 is We Are Scientists echter nog maar een slap afkooksel van wat het ooit was.
Na With Love And Squalor ging het geleidelijk aan bergaf met het tweemansproject van Murray en Cain. Brain Thrust Mastery werd een schaamtevolle opvolger waarvan geen enkel nummer in de gedachten bleef hangen; geen hits, aanstekelijke riffs of dansbare hymnes meer, enkel geforceerde composities die de luisteraar geenszins konden bekoren. Met Barbara wordt die trend voortgezet.
Nochtans krijgen Murray en Cain tegenwoordig steun van ex-Razorlight-drummer Andy Burrows. Toen die in 2009 naar New York verhuisde, hadden de drie een album in het achterhoofd dat even succesvol zou worden als de doorbraakplaat. Openingsnummer “Rules Don’t Stop” getuigt dat We Are Scientists nog weet hoe een aantrekkelijke single te componeren met een kenmerkend, beklijvend refrein dat de songs naar een hoger niveau stuwt en de luisteraar spontaan luchtgitaar laat spelen. Na vijf jaar kan er eindelijk weer over een typische We Are Scientists-song worden gesproken; gierende en meeslepende gitaren weerklinken en het simpele, catchy refrein roept smekend om luidkeels te worden meegeschreeuwd.
Maar al snel blijkt dat We Are Scientists de lijn van “Rules Don’t Stop” niet kan doortrekken. De wil om een overtuigende popplaat te maken is er, maar de finesse die van oudere songs als “Nobody Move, Nobody Get Hurt” en “It’s A Hit” geslaagde meezingers maakt, ontbreekt op Barbara. Zo bezit “Nice Guys” met zijn tempoveranderingen en catchy gitaarriffs wel de juiste ingrediënten, maar is het geheel net een tikkeltje te overroepen. De band wil steeds het onderste uit de kan halen en hanteert daarbij futiele melodieën (“Break It Up”), overdreven gitaarlijnen (“Ambition”) en overbodige keyboarddeuntjes (“Jack & Ginger”).
Op het eerste gehoor slagen Murray en Cain erin Barbara tot een hecht geheel te smeden. Het probleem ligt echter bij de houdbaarheidsdatum van de plaat. Een nummer als “Pittsburgh” weet met zijn slaapverwekkende tonen nooit te overtuigen, en de grauwe gitaarpop van “Central AC” doet veeleer denken aan Kings Of Leon op speed dat door Franz Ferdinand wordt verkracht. Mogen we nog van geluk spreken dat “You Should Learn” na een klein half uurtje voor een lichtpunt zorgt.
Even bedroevend als Brain Thrust Mastery wordt Barbara echter nooit, en toch is de teleurstelling bij het horen van de plaat gelijkaardig. Het is stilaan duidelijk geworden: voor We Are Scientists is de neergang ingezet. Er moet in de toekomst veel veranderen wil We Are Scientists zijn statuut van genietbare popband terugkrijgen. Misschien is een lange rustpauze wel de juiste oplossing?