GENT JAZZ: ’t Hof Van Commerce :: ”Natuurlijk staan wij op Gent Jazz. Ik heb wel aan de Jazzstudio gestudeerd hé!”

Toen ’t Hof van Commerce twee jaar geleden de vijfentwintigste verjaardag vierde van zijn debuut, was dat de comeback die je niet meer zag komen. De honger bij de heren Dommestik en Levrancier bleek echter groot, want begin dit jaar lag zelfs LP6 in de schappen; niet alleen juist geteld, maar ook nog eens recht in de roos gemikt. Deze zomer brengt het hiphopduo dan ook een vernieuwde setlist naar onder andere Gent Jazz en Reggae Geel. 

enola: De goesting om terug te keren was groot, vernam ik.

Flip Kowlier (Levrancier): “Eerst waren er de optredens voor ons twintigjarig bestaan, toen kwam er een best of. En dan groeide twee jaar geleden het idee om in Kortrijk ook iets te doen voor de vijfentwintigste verjaardag van onze eerste plaat. En doorheen die jaren kwam de zin om nieuwe muziek te maken. Het was Serge die het plan lanceerde om misschien eens iets te doen met Belgische nummers. Daar is uiteindelijk niets van op LP6 beland, maar het heeft wel die zin om te schrijven aangescherpt.”

Serge Buyse (Dommestik): “Een journalist vroeg naar onze toekomstplannen, en dus flapte ik dat eruit. Het leek me wel tof om zoiets te doen, en zie: beat na beat na beat verscheen er in mijn inbox. En voordat ik het wist begon ik zelf ook beats te schrijven.”

enola: Waarom is het plan dan geschrapt?

Kowlier: “We spelen er nog altijd mee, we hebben heel wat dingen in die lijn gemaakt, maar we kregen de samples niet op tijd gecleared. We hadden Jo Lemaire gesampled, wat wilde zeggen dat we toestemming moesten krijgen van de erven Gainsbourg die de rechten op het origineel van haar versie van “Je suis venu te dire que je m’en vais” hadden. Tja, ik kan me inbeelden dat ze daar niet direct springen op een West-Vlaamse hiphopband die een sample vraagt uit het jaar stilletjes. Terwijl we voor “In de chalet” heel vlot toestemming kregen om een stukje van Lee ‘Scratch’ Perry te gebruiken. Dat was op een paar uur geregeld: waarschijnlijk omdat ze in die reggaehoek meer vertrouwd zijn met het gebruik van samples, maar het kan ook toeval zijn dat de juiste persoon net op het goeie moment zijn inbox checkte.”

enola: Een andere motivatie om opnieuw te schrijven was dat jullie ook wel wat klaar waren met de best of-set?

Kowlier: “Klopt. We waren sinds 2018 met die set aan het optreden, en dan hebben we in Kortrijk natuurlijk ook veel van En in Izzegem… gebracht omdat dat wel eens fijn was om te doen, maar daar zaten toch ook veel nummers tussen waarvan ik nu niet meer de behoefte voel om ze te brengen. Het is verfrissend om acht nieuwe nummers in je set te kunnen verwerken.”

“Live brengen we niet alles van LP6, maar toch wel wat dus. Zoveel echt verplichte nummers die iedereen verwacht hebben we immers niet, dus die vrijheid hebben we. Een aantal oude songs kunnen we makkelijk achterwege laten ten voordele van recenter werk

Buyse: “Ik was ook echt klaar met die nummers van de eerste LP. De krakers speel ik met plezier, maar de rest moet niet meer.”

enola: Wat is zo’n nummer dat je nooit meer wil brengen?

Kowlier: “Ik weet niet of er iets is dat ik nooit meer wil brengen. Sommige teksten zijn nogal onnozel, duidelijk geschreven door een twintigjarige. Tegenwoordig is het soms nog altijd idioot, maar ik probeer toch anders te schrijven.”

Buyse: “Er is een nummer op En in Izegem… waar ik niets anders doen dan lopen opscheppen over mijn ‘stukske shit’. En dat gaat maar door en door over dat stukske shit. Daarvan heb ik al op mijn 51ste gezegd dat ik het niet meer wil doen.”

enola: Zijn er stukken tekst waarvan je nu zegt ‘oei’?

Kowlier: “Zeker, en je kunt die perfect plaatsen in de tijdsgeest van toen, maar je moet die nu niet meer herhalen.”

Buyse: “Je komt op een punt dat je nu verbaasd vaststelt wat toen nog allemaal kon, zonder dat één iemand er een opmerking over gaf. Niet omdat ze het niet hoorden, maar omdat dat vijfentwintig jaar geleden nog normaal was. En het is niet dat we denken dat we anders in de problemen komen, we vinden oprecht dat het niet meer door de beugel kan. Dan ga ik me niet meer bezighouden met dat toch nog op het podium te brengen. Dat kan niet meer.

enola: Veel mannen van jullie leeftijd reageren dan eerder met ‘je mag ook niets meer zeggen’. Jullie hebben de maatschappelijke verschuiving wel gevolgd?

Buyse: “Dat is dan ook bullshit. Het zijn Vlaams Blokkers die dat zeggen. En N-VA’ers die het verleden niet kunnen loslaten. Het kan gewoon niet meer door de beugel, sommige dingen. We hebben ook een nummer waarin we zingen ‘uw moeder is zo dik, blablabla…’. Al een geluk dat mensen dat kunnen plaatsen. Ik denk niet dat Fleddy Melculy nu nog met “Dik meisje” naar de radio zou durven trekken. Ze onthoofden je. Ik zou dat ook niet durven brengen op een podium. Fans van ’t Hof begrijpen gelukkig wat een ‘yo mama’-joke is, en gaan daar niet op flippen.”

enola: Hoe moeilijk is het, zelfs los van de gedateerde teksten, om muziek te spelen die je op je twintigste schreef? Het blijft soms gek hoe muzikanten eeuwig de nummers uit hun jeugd moeten blijven brengen, zelfs al zijn ze daar jaren voorbij.

Kowlier: “Die afstand is er zeker, maar ik vind dat niet per se moeilijk.”

Buyse: “Dat is een typische evolutie hé. Er is een hele periode geweest dat ik “Dommestik & Levrancier” liever niet meer bracht. Maar dan word je ouder, en besef je dat je niet onnozel moet doen: de mensen komen voor dat nummer. Nu snap ik waarom dat moet.”

“En verder gaat nieuwe nummers voor ’t Hof van Commerce maken vanzelf. We zetten ons, schrijven iets, en voor de rest moeten we daar niet over nadenken. Er was geen deadline, dus we zijn gewoon een jaar lang af en toe een middag bij elkaar gekropen, en voor we het wisten hadden we achttien nummers. We hebben degene die we niet goed vonden opzij geschoven, en hielden er twaalf over voor de plaat. Daar moeten we niet over nadenken, er was geen krampachtige zoektocht naar wie we waren, we hebben heel naturel muziek gemaakt, en LP6 is het resultaat.”

Kowlier: “Vroeger heb ik wel eens zo’n moment gehad dat ik me afvroeg waar ik nu weer over zou zingen, nu was dat geen probleem. Alles kon, Serge kwam met heel veel ideeën af…”

Buyse: “Als ik een openingszin heb, ben ik vertrokken. Ik stond daar zelf van te kijken, maar het ging zover dat ik in de afgelopen drie jaar ook bijna honderd nummers heb gemaakt. Een deel daarvan heb ik op Spotify gezet, sommige eindigen bij ’t Hof, en een deel verdwijnt ook gewoon in het niets.”

enola: Ergens onderweg nam Kristof Michiels, aka DJ 4T4, afscheid van ’t Hof van Commerce, en gingen jullie van drie naar twee. Moest je daardoor terug naar af?

Kowlier: “Niet echt. We hebben de plaat van voor naar achter herbeluisterd, en uiteindelijk beslist om zijn stukken er af te halen. Dat was het gemakkelijkste, om vervolgens met ons twee te beslissen. Zo was het ook veel eenvoudiger. Natuurlijk had hij zijn inbreng, maar ook Serge en ik maken beats en teksten, daar was dus geen gebrek aan.”

Buyse: “Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat zijn bijdrage niet zo groot was. Het is niet zo dat we van nul moesten herbeginnen, dus een beat weghalen en vervangen was geen gigantisch karwei. Eigenlijk was de plaat op dat moment zelfs klaar, maar we hebben toen onze tijd gepakt om hem met twee opnieuw onder de loep te nemen. Dat was erg verfrissend.”

enola: Waarom is Kristof eigenlijk vertrokken?

Kowlier: “Een gebrekkige hygiëne, en dat ergerde me. (lacht) Neen, hij had het gewoon gehad. Hij kon bij ’t Hof zijn ei waarschijnlijk niet meer kwijt, wilde andere dingen doen. Het boterde ook niet meer echt.”

enola: Live wordt hij vervangen door Jonas ‘JTOTHEC’ Casier. Wordt hij deel van de band?

Kowlier: “Nee, hij is er enkel voor de optredens bij. We zijn ooit met twee begonnen, en we merken nu opnieuw hoe comfortabel dat eigenlijk is. Zeker voor een creatief proces maak je het jezelf moeilijk als je meer mensen dan nodig toelaat.”

“Ik zag onlangs een YouTube-video over hoe alle grote producties tegenwoordig gemaakt worden door acht of tien songschrijvers. Dan zie je bij de credits van Coldplay dat dat niet de band is, maar Chris Martin met elf andere mensen. Ik vind dat zot.”

Buyse: “Dat gebeurt om dezelfde reden als dat grote dj’s playbacken: er is te veel geld mee gemoeid om risico te nemen, het mag niet mislukken. En dat is al langer bezig. Al die grote ballads van Aerosmith? Niet door de band geschreven. Maar waar ben je als artiest dan nog mee bezig?”

enola: Heb jij al eens een song voor een ander geschreven?

Kowlier: “Het is niet nooit gebeurd, maar in elk geval niet veel. Meestal schrijf ik immers niet meer dan wat ik kan gebruiken. Maar kijk, Serge zei me gisteren dat hij een Clouseaunummer heeft geschreven.”

Buyse: (droog) “En een gay housenummer.”

Kowlier: “Dus Clouseau, als je dat nummer wil…. ”

enola: Heeft Timothée Chalamet ondertussen “In de chalet (met Thimotée Chalamet)” al gehoord?

Buyse: “Ik hoop het zo hard! Het nummer is wel even buiten de grenzen gegaan. Ik zag een Amerikaan commentaar geven onder TikTok-beelden van Pukkelpop.”

Kowlier: “Ik had gehoopt dat het via Felix van Groeningen zou gaan, want die heeft nog met hem gewerkt.”

enola: Even ter zake: jullie staan deze zomer te blinken op de affiche van Gent Jazz. Vergeef me dat ik dat een rare plek voor jullie vind.

Kowlier: “Ik heb nochtans aan de Jazzstudio gezeten, vriend. Het heeft dus eindelijk opgeleverd, mijn vader mag content zijn. Niet dat hij er tegen was dat ik daar studeerde. Maar vind je dat echt raar? We staan ook op Reggae Geel, maar goed, “In de chalet” is ook wel reggae. Eigenlijk vind ik het de max dat we op die festivals staan.”

Buyse: “Je bent al de tweede die het laat uitschijnen alsof wij op een ongepaste plek staan, terwijl alle festivals tegenwoordig toch alles door elkaar programmeren? Er is zelfs sprake geweest dat we ook op Alcatraz zouden staan. Uiteindelijk is dat niet gelukt, maar ik had er graag gespeeld. En het zou perfect werken.”

enola: Is het nu de bedoeling om met ’t Hof verder door te gaan, op naar LP7?

Kowlier: “Absoluut. We zijn bezig met nieuwe nummers, het idee van die Belgische samples is ook nog niet begraven.”

Buyse: “Ik hoop dat er nog een plaat komt. We hebben een succesvol jaar, LP6 is geslaagd, en we blijken nog relevantie te hebben, want anders stonden we daar niet op het hoofdpodium van Pukkelpop. We hebben een reden om door te gaan. Meer nog: het zou dom zijn om het niet te doen. Want het is doorgaans niet evident om als vijftiger nog een carrière in het poprockmilieu te hebben.”

enola: In de twaalf jaar dat jullie weg waren, is er veel gebeurd. Hoe kijken jullie naar de jonge Belgische hiphop?

Kowlier: “Ik ben blij dat we eindelijk een scene hebben. De Vlaamse hiphopscene bestaat, sinds ongeveer een jaar of tien. En het lééft. Ik was laatst op de West-Vlaamse freestyle battle, en ik stond er van te kijken hoeveel volk daar was, en hoeveel gasten op het podium echt iets konden.”

Buyse: “We hebben altijd al rappers gehad, en beatmakers, maar zelden mensen die betekenisvolle albums maakten, op de radio gedraaid werden, en konden touren.”

enola: Erkent die scene ’t Hof ook?

Buyse: “Zeker. Dikke was maar wat blij dat hij ons op Pukkelpop eindelijk eens kon uitleggen hoe belangrijk hij ons vond. Hij noemde ons pioniers, en dat zeg ik niet om te stoefen, maar ik vind het wel tof. Als de jeugd dat zegt tegen een veteraan? Merci, zeg ik dan.”

Sony
Petrol
Beeld:
Piet Stellamans

recent

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in