Woke was en is sinds enkele jaren niet meer weg te denken uit het collectief socio-maatschappelijk denken. Is de verhoogde sensitiviteit voor etnische, raciale en sociale krachtsverhoudingen evenwel ook doorgedrongen tot de literaire wereld? In oktober 2022 leek van wel, toen de Nederlandstalige canon massaal onder vuur werd genomen wegens te weinig inclusief en te ongevoelig voor een moderne visie op afkomst, gender en wat dies meer zij. Met zijn ironische hervertelling van Mark Twains legendarische Adventures Of Huckleberry Finn laat Percival Everett echter zien dat er nog werk aan de winkel is.
Maar wacht eens even. Is De lotgevallen van Huckleberry Finn geen onschuldige avonturenroman? Zijn de moraalridders, die onder het mom van woke massaal zijn opgestaan, niet een beetje aan het overdrijven als zelfs een dergelijk boek waar talloze jongeren plezier aan hebben gehad (en nog steeds hebben) niet meer door de beugel kan? Toch niet, want het zit wel degelijk goed fout met wat Mark Twain heeft geschreven. Het verhaal, over jonge snaak Huckleberry Finn die op de vlucht voor zijn aan alcohol verslingerde vader met slaaf Jim over de Mississippi trekt en in allerlei hachelijke situaties terecht komt, schetst inderdaad een behoorlijk stereotiep en in feite beledigend beeld van de zwarte medemens.
Bij Twain bezit slaaf Jim namelijk over een beetje verstand. Hij praat raar, en mag maar wat blij wezen dat de held van het verhaal hem keer op keer te hulp schiet. Was dat in de 19e eeuw nog een vertederend beeld – witte tienerjongen en zwarte slaaf die elkaar uit de nood helpen – dan komt niemand daar vandaag nog mee weg. Anders dan een schotschrift tegen de raciale scheeftrekking die Huckleberry Finn impliciet uitdraagt, vond de Amerikaanse auteur Percival Everett er niets beter op dan Twain van literair weerwoord te dienen, met een vertelling waarin de morele en intellectuele verhouding tussen jongen en slaaf helemaal wordt omgedraaid.
De premisse van James is van meet af aan duidelijk: de slaaf is de slimmerik, en Huckleberry Finn het kwetsbare aanhangsel dat gered dient te worden. Reeds in de heerlijk ironische eerste bladzijden, waarin de slaaf zijn lotgenoten leert om krom te praten opdat de blanken ervan overtuigd zouden blijven dat zwarte slaven helemaal niet slim kunnen zijn, fileert Everett het origineel. Wat volgt, is jammer genoeg heel veel van hetzelfde. Hoewel het narratief spannend wegleest en de almaar prangender vraag rijst hoe Everett aan deze onmogelijke reis een bevredigend slot zal breien, blijft de lezer onherroepelijk op zijn of haar honger zitten.
Nochtans doet Everett er alles aan om James meer te laten zijn dan een gewone adaptatie. Zo heeft de auteur bijzonder veel aandacht voor de verschrikkingen waaraan slaven werden blootgesteld. Veel meer dan in Twains boek focust deze adaptatie op de continue gevaren, de zich herhalende martelingen, de fundamentele mensonwaardigheid van het slavendom … En dat allemaal verpakt als een avonturenroman? Jazeker, het is een huzarenstuk, maar nogmaals: de wezenlijke insteek is een ironiserend en verstrooiend boek, waardoor Everett nergens uitzonderlijk veel impact heeft op zijn publiek. Ideëel mag James dan nog zo verdienstelijk zijn op moreel vlak (alsook qua uitvoering), het blijft de uitwerking van een concept dat al bij al snel verteld is, en de plotgedreven roman noopt eigenlijk nooit tot diepere reflectie.
Stilistisch staat het hele boek bovendien in het teken van de vlotte leesbaarheid. Dat Everett daardoor een nominatie voor de shortlist van de Booker Prize verzilverde, alsook de National Book Award for Fiction én de Pulitzer Prize for Fiction in de wacht sleepte, is even logisch als verwonderlijk. Het is evident dat jury’s literatuur willen promoten die zowel breed toegankelijk is als maatschappelijk relevant, maar dergelijke bekroningen lijken vooral politiek gemotiveerd, en niet zozeer literair. Peter Bergsma verzorgde weliswaar een uitnemende vertaling, waarin ook het namaak-Bargoens van de slavenbevolking geestig tot leven komt. Al bij al dus een boek waar weinig valt aan op te merken, want het vakmanschap druipt ervanaf. Mogen romans echter gewaagder en gesofisticeerder zijn dan deze James? De vraag stellen, is haar beantwoorden: ja, ja, en nog eens ja.