Na zijn schitterende politiek-existentiële mijmering Pacifiction, gooit Albert Serra het over een totaal andere boeg met Tardes de Soledad. Gedurende drie jaar volgde Serra de beroemde stierenvechter Andrés Roca Rey en zijn team terwijl ze van ‘corrida’ naar ‘corrida’ trokken. Anders dan in bijvoorbeeld het Hollywood-meesterwerk Blood and Sand met Tyrone Power, Linda Darnell en Rita Hayworth, is dit echter geen heroïsch-dramatische kijk op het leven van een ‘toreador,’ wel een bewust repetitief en extreem intimistisch portret van zowel de dagelijkse realiteit, als de routine en de bezwerende esthetiek van het stierengevecht.
Om dat portret te brengen, maakt de film enkele radicale keuzes. We worden binnengeloodst in de wereld van de groep die we volgen op twee manieren: enerzijds is er een kleine camera in de bus die de gesprekken registreert die de mannen onderling voeren na elk optreden (met bijvoorbeeld ook de woordeloze registratie van het ontbreken van Roca Rey na een van de gevechten terwijl de rest speculeert over de tijd die hij in het hospitaal zal moeten doorbrengen – zonder dat we het eigenlijke ongeluk gezien hebben). Anderzijds filmt Serra de corrida’s waar het om draait enkel en alleen door gebruik te maken van extreem lange telefotolenzen die ons heel dicht op de huid zetten van de stierenvechter. Mede dankzij het gebruik van direct geluid – gefluisterde of half geroepen waarschuwingen en aanwijzingen van langs de kant – bevinden we ons dankzij de zooms dermate dicht bij het drama en de actie in de arena, dat alles een even fascinerende als onrustwekkende ervaring wordt. Spelend in een wereld ontdaan van enige diepte door het effect van de lange lenzen, weigert Tardes de Soledad om ons ook maar één enkel ‘wide shot’ te gunnen van het stadion of het publiek en het ontbreken van een dergelijke adempauze zorgt voor een uiterst beklemmend en claustrofobisch gevoel. Als we dan toch overschakelen naar een andere locatie, dan is het om ons herhaalde rituelen te laten zien in de hotelkamer, zaken die op dezelfde manier in beeld worden gezet. Uit het voortdurend laten terugkomen van alsmaar weer dezelfde acties en gesprekken, groeit ook een soort demystificatie van het onderwerp die toch de ongemakkelijke bewondering voor het spektakel niet ondermijnt. “Het is ook een job met eigenheden en problemen” lijkt soms het credo te zijn, maar anderzijds blijft er toch ook iets hangen van begrip voor wat de uitvoerders van die job dan wel zo aantrekt erin.
Tardes de Soledad (eenzame middagen, zeker een passende titel voor het concept van de stierenvechter, hier geïsoleerd door de camera) kiest geen zijde in controverses over stierengevechten en is enkel op zoek naar een dwingende esthetische kijk op het gegeven zelf. Dat resulteert in een film waarvan je voortdurend het gevoel hebt dat je er niet zo zou mogen door meegesleept worden, maar die je toch telkens weer binnenzuigt in het getoonde universum.