Waar eind vorig jaar Robert Eggers’ Nosferatu de eponieme vampier opnieuw tot leven bracht op het grote scherm, lijkt ook 2025 een dosis vampiers niet te willen missen, zij het van een heel ander kaliber. Met Sinners zet Ryan Coogler een volgende, moedige stap in zijn uiteenlopende repertoire, waarbij hij, in tegenstelling tot Fruitvale Station, Creed en Black Panther die geworteld zijn in bestaande werelden, voor het eerst volledig put uit zijn eigen verbeelding. Voor de alom geprezen Coogler lagen de verwachtingen hoog, nu hij met Sinners zijn eigen, gelaagde stempel drukt op het vampiersubgenre binnen de horrorcinema, met duidelijke verwijzingen naar Tarantino’s From Dusk till Dawn. Onder de slogan “Dance with the Devil”, laat de film al vroeg doorschemeren welke thematische richting hij inslaat. “You keep dancing with the devil, one day he’s gonna follow you home” klinkt op het eerste gehoor misschien als goedkope bravoure, maar blijkt al snel een veelzeggende voorbode van de muzikale intensiteit die Sinners zo bijzonder maakt.
Voor Sinners kiest Coogler het Zuiderse Clarksdale, Mississippi anno 1932 als decor. In deze broeierige setting, omringd door katoenvelden, keren tweelingbroers Smoke en Stack, beiden gespeeld door Michael B. Jordan, terug naar hun geboortestad om hun dubieuze rijkdommen te verkwisten aan het omtoveren van een oude zagerij tot een jukejoint. Het gerucht dat beiden in Chicago voor Al Capone gewerkt zouden hebben, voedt alleen maar hun reputatie als befaamd duo. Aanvankelijk zorgt de gelijkenis tussen Smoke en Stack voor verwarring, maar naarmate hun karakters zich ontvouwen, groeit hun onderlinge afstand. De eerste helft van de film voelt als een langzame sfeeropbouw waarin zowel de club als de karikaturen van de personages tot stand komen. Een geweldige cast passeert de revue, van een onvermurwbare voodoomeesteres over de vastgeroeste bluesmuzikant Delta Slim, en Preacher Boy, een ogenschijnlijk jonge kerel, de neef van Smoke en Stack die de stem van een generatie draagt. Hier zet 19-jarige debutant Miles Caton, ooit achtergrondzanger bij H.E.R., een opmerkelijke prestatie neer, waarbij hij met zijn soulvolle présence herinneringen oproept aan een jonge B.B. King. Terwijl zijn gitaar de Club Juke ’s nachts tot leven wekt en op metaforische manier de geschiedenis van muziek schetst, probeert het kwaad binnen te sluipen. Daarnaast komen ook enkele Native Americans in beeld die louter aanwezig lijken te zijn om het historische kader wat aan te dikken. De roes van de blues vermengd met het tumult van de club vullen nog maar nauwelijks de zaal of de jumpscares staan vervolgens klaar om de kijker wakker te schudden. De vampiers in Sinners bewegen zich tussen ordinaire archetypes en originaliteit, vooral dan in een scène waar ze demonisch in cirkels dansen, met de onmiskenbare rode fonkel in de ogen die van ver weerspiegeld wordt.
Toch is dit geen film zonder risico’s. Met een speelduur van 137 minuten en een uitgesponnen eerste helft waarin sfeer boven plot komt te staan, dreigt Sinners af en toe te bezwijken onder zijn eigen ambitie. Thema’s zoals slavernij en onderdrukking zijn onmiskenbaar verweven met het historische kader van de film en in Cooglers filmografie ontbreekt het nooit aan een onderhuidse kritiek op de rassenongelijkheid. In die zin wil Sinners in de traditie van Afro-Amerikaanse horror aansluiten bij Get Out of Us van Jordan Peele, maar lijkt door de mengelmoes aan genres de boodschap af en toe verloren te gaan.
De originele score van Ludwig Göransson, bekend van onder meer Tenet en Black Panther, fungeert gelukkig als broodnodige narratieve ruggengraat. De muziek vertelt een verhaal dat parallel loopt aan het plot: over de opkomst van zwarte muziekstijlen, over overleven, expressie en erfgoed. Visueel biedt Sinners een overweldigende ervaring en een primeur in de filmgeschiedenis. Gefilmd voor de eerste keer in zowel IMAX 65mm als Ultra Panavision 70, bekend van Ben-Hur en The Hateful Eight, neemt Coogler het zuidelijke landschap op in sacrale dimensies.
Aan ambitie dus zeker geen gebrek. Met Sinners levert Ryan Coogler zijn meest persoonlijke én gedurfde film tot nu toe, zij het dan met schoonheidsfouten. Een amalgaam van genres, een visuele en muzikale trip die gotische horror laat samensmelten met historisch drama en cultureel geheugen. Een film die valt en opstaat, bijt en bezingt, een bezwerende nachtmerrie die de kijker na de aftiteling nog blijft achtervolgen.