Het Oostenrijkse dj-duo Kruder & Dorfmeister sneed in 1998 een goudader aan met The K&D Sessions, een compilatie van hun downtempo remixen van artiesten als Roni Size en Depeche Mode. Sinds vorig jaar touren ze hier integraal mee en dat feestje houdt vanavond halt in De Roma. De boel komt traag op gang, maar op het einde haalt het heden het finaal toch van de nostalgie.
Er zijn zo van die platen die zo diep onder je vel zitten dat je ze kan dromen. The K&D Sessions van de Weense Peter Kruder en Richard Dorfmeister is er zo een. Al sinds we in onze late tienerjaren een exemplaar op cd aankochten – dat moet nog in de Fnac zijn geweest – heeft het ons niet losgelaten. Talloze uren hebben we zoekgemaakt in onze fauteuil, luisterend naar die intrigerende cocktail van drum-‘n-bass en lounge; het album maakte steeds meer deel uit van ons leven. Zo zaten onze sneakers sinds 1998 niet meer gewoon onder de modder, maar waren ze bedekt met een stijlvol laagje ‘Bug Powder Dust’. Een naam zoeken voor ons derde kind? De titel van het nummer “Speechless (Drum ‘n’ Bass Remixed By Peter Kruder)” is lang in de running geweest. Sommigen kunnen sketches van In de gloria woord voor woord nazeggen, wij weten wanneer de sample van Black Uhuru’s “Shine Eye Gal” invalt (op disc twee, track zes, seconde tien, meneer).
Afijn, dit alles om maar te zeggen dat de aankondiging dat de heren het album volledig zouden komen spelen onze bloeddruk deed stijgen een understatement is. En niet alleen bij ons, want de zaal is hopeloos uitverkocht. ‘Torenhoge verwachtingen’ noemt men dat, en die zijn altijd gevaarlijk.
Daarom kunnen we niet anders dan zeggen dat we tijdens de eerste songs licht teleurgesteld staan te gapen naar wat er op het podium gebeurt – en vooral omdat dat niet zo gek veel is. Kruder en Dorfmeister staan opgesteld achter hun draaitafels, voor hen staan een drummer, bassist, percussionist en synthesizer die de songs van extra chutzpah moeten voorzien, maar dat niet meteen doen. Visuals zijn er niet, maar vooraan op het podium staat wel een grote rij zonnebloemen, rechtstreeks geplukt uit het artwork van het album. Dorfmeister gordt een gitaar om voor een etherische opener alvorens ‘Heroeeeeees’ door de zaal mag galmen op de maalstroom van synthesizerklanken die hun remix van Roni Size op gang trekt. Deze tour draait immers om hun herwerkingen van andermans songs, die ze onherkenbaar compleet tot iets eigens maakten. Van de basisnummers bleef vaak enkel de vocal over en op prehistorische Atari-computers en met Akai-samplers creëerden ze loops van zwoele bossa-swing en daverende bassen. Het waren de hoogdagen van de triphop, maar ze wezen het etiket af en spraken zelf van ‘downbeat fusion’ – noem het wat je wil, maar een roos zal altijd even zoet ruiken. Kruder & Dorfmeister zagen verbanden tussen artiesten en songs die voor gewone stervelingen als wij onzichtbaar waren, en ze goten het geheel in één vloeiend golvende cadans. En net die golf ontbreekt in het begin – erger nog: het kabbelt.
“Heroes”, “Where Shall I Turn?” (met de Black Uhuru-sample: check) en “Trans Fatty Acid” lijken té veel op de albumversies om de aanwezigheid van de extra muzikanten te verantwoorden. K&D naderen intussen de zestig en zien er in hun strakke maatpakken niet alleen uit als stijlvolle zakenmannen, maar ze doen dit optreden aanvoelen als een bedrijfsfeestje waar iedereen in de zaal vooral veel bij te praten heeft. Toenadering tot het publiek wordt amper gezocht en wanneer Kruder ons op eerder knullige wijze toespreekt, komt hij niet verder dan ‘Good evening, Antwerp. Woow. This is our first time playing here.’ Hup, weg sfeer. Zou er een Duits woord zijn voor cringe? En indien niet, dan zou het voor deze interventie mogen worden uitgevonden.
Daarna komt het geheel echter onder stoom. “Rolling On Chrome (Wild Motherfucker Dub)” imponeert met lichteffecten die perfect in sync zijn met de beat en bij “Going Under (K&D Session)” beginnen de levenssappen steeds vlotter te vloeien terwijl de sample van ‘going under / can’t turn round’ cirkeltjes draait in de zaal en in ons hoofd. Het publiek gaat nog net niet uit zijn dak, maar de kussens van onze mentale zetel worden opgeschud om er steeds verder in weg te zakken, zeker wanneer vanaf “Sofa Surfers” ook de meerwaarde van de extra muzikanten begint te lonen: de percussionist gaat helemaal loos op de conga’s en het applaus is warm en hartelijk. “Bug Powder Dust” is een feest van herkenning en brengt nog meer schwung – halverwege zit een vettige break, waarna het tweede deel vol in de kruising mikt. “Donaueschingen (Peter Kruder’s Donaudampfschifffahrtsgesellschaftskapitänskajütenremix)” wordt vervolgens lang uitgesponnen en mag ronduit psychedelisch ratelen met de staart. Een staande ovatie is dan ook hun deel na deze afsluiter van de reguliere set.
Een door de zaal galmend ‘echoing…’ kondigt vervolgens als eerste bisnummer die vreselijk verslavende versie van Depeche Mode’s “Useless” aan – het toont de klasse van dit dj-duo om een uit marmer gebeitelde klassieker als deze om te toveren tot een geheel eigen werk, alsof Rodin de Pietà van Michelangelo met een beitel te werk zou gegaan zijn om er vervolgens De Denker mee te maken. “Speechless” mag ten slotte met een horde aan vette drops en in het rond schietende drumpartijen de avond in schoonheid afsluiten. Die aarzelende start is finaal toch vergeten, de meubelen zijn gered. Vooral die sofa dan.
De zonnebloemen staan op een van de foto’s die tijdens de shoot voor het album destijds werden genomen, vandaar 😉
Deze foto zit ook bij de LP box.
Ah kijk, die foto is inderdaad al al die jaren aan mijn aandacht ontsnapt. Bedankt voor de info! Ik heb de tekst aangepast.