Naast de ‘grote’ twee uit de wereld van de geïntegreerde ‘comic book’ universa – met name het MCU en tegenhanger DCU – is er ook nog het SSU, ‘Sony’s Spiderman Universe’. Door een deal met Marvel Studios, gebaseerd op een nog steeds geldende eerdere verkoop van rechten, slaagde Sony erin om als kleine broertje een superheldenplatform uit te bouwen dat inzake kassaresultaten de grote twee regelmatig naar de kroon wist te steken. Het is te zeggen, zolang Spiderman of Venom betrokken zijn was dat het geval, want ook Sony bleef niet gespaard van het recente fenomeen van superheldenflops, zoals Madame Web en het nochtans niet helemaal onaardige Morbius pijnlijk duidelijk maakten.
Omwille van de tegenvallende resultaten van de films rond nevenfiguren (en door de stakingen in Hollywood vorig jaar) werd deze Kraven The Hunter uitgesteld, vermits ook dit immers een beetje een gok is. Is er nog voldoende potentieel publiek voor een allesbehalve canonieke held op een moment dat niet meer elke in spandex gehulde wreker meteen de kassa doet rinkelen? (pre-tracking van de resultaten in de VS suggereert een magere 15 miljoen dollar openingsweekend tegenover een budget van 130 miljoen, wat nog maar eens lijkt aan te tonen dat de superheldenmarkt aan herbronning toe is)
Met J.C. Chandor aan het roer is het wel zo dat er warempel een echte regisseur aan het werk is. Ok, Chandors palmares is uiterst wisselvallig, maar hij is in ieder geval meer dan een zoveelste huursoldaat zonder enige eigen visie en dus wou Sony duidelijk wel een eigen gezicht geven aan deze nieuwe titel in het SSU. Dat mag ook blijken uit de duidelijke ‘R’ rating van de film, die inzet op meer brutaal geweld en bloederige toestanden dan wat we gewoon zijn van de toch nog steeds vooral op jonge tieners gerichte wereld van de stripheldverfilmingen.
Het budget, de regie en de portie steviger actie staan allemaal in dienst van een redelijk irrelevant verhaaltje over de moeilijkheden die de titulaire protagonist (Aaron Taylor-Johnson) ondervindt bij het zoeken naar zijn plaats als ultieme ‘jager.’ We zien hem worstelen in de relatie met zijn vader (Russell Crowe), een machtig crimineel die zijn zoons inprent geen zwakheid te tonen. Kraven ontpopt zich na een bizar jachtincident in zijn jeugd vervolgens tot een vergelder die vooral een soort Gaia-manifestant op steroïden lijkt: om een of ander reden lijkt hij vooral achter stropers aan te gaan. Zij nemesis is een kruising tussen de Hulk en Elijah Price uit M. Night Shyamalans Unbreakable; de superkrachten van Kraven zijn dan weer dat hij hoger kan springen, sneller kan rennen en harder kan slaan dan gelijk wie, wat van hem eigenlijk een soort bovenmenselijke Ethan Hunt of James Bond maakt. Om maar te zeggen dat Kraven The Hunter niet meteen uitblinkt in originaliteit.
Dat alles is natuurlijk maar een kapstok om actie en spektakel aan op te hangen, en met Chandor hadden we kunnen hopen tenminste op dat gebied goed te zitten. Dat valt zwaar tegen. De in tegenlicht gedrenkte beelden willen een soort artistieke waas leggen die een betere film suggereert, maar eigenlijk is het geforceerde digitale palet vreselijk en niet meer dan een zwak surrogaat voor een echt doordachte beeldtaal. Erger is dat ook de gevechten en achtervolgingen uiterst zwak zijn, alsof niemand interesse had in het brengen van iets opwindends. Een hinderlaag in een restaurant zou een gedroomde kans moeten zijn om uit te pakken met stijlvol geënsceneerd geweld, maar helaas is de scène net als de rest van de film: saai, banaal en incompetent.