Volgend jaar blaast Hollywood-veteraan Clint Eastwood (hopelijk) 95 kaarsjes uit. Voordat het zover is echter, krijgt u nog (mogelijks) een laatste film van Eastwood als regisseur voorgeschoteld. De beide echt grote periodes van de ster als filmmaker (grofweg de jaren negentienzeventig en alle projecten tussen 2003 en 2008) liggen al een tijdje achter ons, maar toch slaagt de man erin om in zijn oerklassieke stijl nog steeds titels af te leveren die op zijn minst een visie waardig zijn, of op hun best nog altijd solied vakwerk bieden. Rond Juror #2 ontstond in dat licht een beetje een controverse in de VS toen bleek dat Warner Brothers, de studio waar Eastwood al decennialang loyaal mee samenwerkt, de film slechts een beperkte release gaf. Er werd schande gesproken over het feit dat een regisseur die in de loop der jaren miljoenen verdiend heeft voor de studio, nu aan het eind van zijn carrière leek te worden afgevoerd met stille trom. ‘Deadline’ dat al een kwarteeuw kassaresultaten en verdeelstrategieën analyseert, suggereerde echter het omgekeerde door te stellen dat een release van een film met weinig hit-potentieel in art-house cinema’s en wellicht goede respons van critici en een (beperkter) publiek, Eastwood net behoedde voor denigrerende koppen over een laatste prent die een commerciële flop zou zijn.
Of dat alles inderdaad deel uitmaakt van een strategie of gewoon onderdeel is van de wet van de markt die dicteert om risico’s gewoon zoveel mogelijk in te dekken, staat dan weer los van de kwaliteit van Juror #2 dat inderdaad min of meer gezien wordt als Eastwoods laatste wapenfeit in de regiestoel (al weet je natuurlijk nooit). Met die kwaliteit zit het gelukkig echt wel goed. Voorgangers The Mule en Cry Macho waren geen slechte films, maar waren ook op geen enkele manier memorabel, terwijl ditmaal er toch echt wel opnieuw meer cinefiel plezier te rapen valt op vele vlakken. Dat begint bij het uitstekende acteerwerk van de hele cast, met voorop hoofdrolspeler Nicholas Hoult die sinds zijn heugelijke rol als Tsaar Peter III in de serie The Great echt wel zijn acteervleugels aan het spreiden is. Hoult speelt een voormalige alcoholverslaafde die nu een braaf leven leidt met zijn ondertussen hoogzwangere vrouw, wanneer hij opgeroepen wordt als jurylid in een opzienbarend proces. Dat draait om vermeend partnergeweld dat uitdraaide op moord, een zaak die de carrière kan maken van de ambitieuze aanklaagster (Toni Collette) maar waarbij de protagonist eigenlijk iets te persoonlijk betrokken is, al is dat iets waar niemand weet van heeft. Het script is van de hand van nieuwkomer Jonathan A. Abrams die voorheen enkel een verleden had als producer, maar hier met een verhaal op de proppen komt waarvan John Grisham zou wensen dat hij het geschreven had. Er wordt gemijmerd over het verschil tussen het ideaal van een systeem en de praktijk ervan, over de vraag of we moeten aanvaarden dat nastreven van gerechtigheid niet foutloos verloopt maar het beter is dan niks en of we niet een onredelijke druk leggen op de hoop dat er nog wel een paar idealisten zullen zijn die hun job naar behoren willen uitvoeren. Goed, er zitten een pak conventionele personages en wendingen verwerkt in dit alles, maar er is genoeg stof tot nadenken.
Daar komt nog bovenop dat Eastwoods regie – sober en franjeloos als altijd – toch wel redelijk subtiel is in het gebruik van ‘shot’ en ‘reverse-shot’ en dan vooral in de manier waarop die afwisseling geritmeerd wordt. De regisseur keek ook duidelijk goed naar de Sydney Lumet klassieker Twelve Angry Man – het is genoegzaam bekend dat die zijn beroemde drama over twaalf juryleden kadreerde op een manier die de personage steeds verder ‘opsloot’ in het beeld – maar de film is geen slaafse pastiche daarvan. De camera gebruikt ook nabijheid om de intensiteit van de beraadslagingen te benadrukken, maar drijft dat idee niet zo ver door dat we gewoon naar een copy zitten te kijken. Tot slot is er Yves Bélanger met wie Clint Eastwood nu al een paar keer samenwerkte en die opnieuw erin slaagt om uiterst zachte digitale tonen te creëren, iets wat in weldadig contrast staat met de vaak bijzonder lelijke harde digitale stijl van veel hedendaagse films.