Het was wachten tot november dit jaar, maar eindelijk is hij er, de beste ‘walgelijkste’ film van het jaar: The Substance! Coralie Fargeat lanceert hiermee de vunzigste, duidelijkste en meest welgemeende Fuck You-vinger richting de huidige media-industrie alsook schoonheidsmaatschappij. Een must-see voor ieders oog, maar gevoelige magen zijn gewaarschuwd…
Aan de hand van een prachtig en intrigerend openingsshot maken we kennis met Elizabeth (Demi Moore), een vijftigjarige wonderschone vrouw wiens langlopende fitnessprogramma “Sparkle Your Life” gecanceld wordt wegens een zogenaamd verlopen houdbaarheidsdatum. De persoon die een abrupt einde maakt aan haar carrière is Harvey (Dennis Quaid): een witte, heteroseksuele man van middelbare leeftijd die gortig likkebaardt bij elke jonge, knappe, sexy vrouw die voorbij paradeert. Deze Harvey, tevens een vettige knipoog naar H. Weinstein, wordt wansmakelijk in beeld gebracht door Fargeat aan de hand van extreme close-ups van onder meer de overdaad aan speeksel die uit zijn mond sputtert tijdens het eten.
In de eerste helft van de 20ste eeuw zei Sartre dat de blik van de ander ons tot object maakt. Het doel is om je eigen vrijheid niet te verliezen en zodoende die blik te weerstaan door de ander ook tot object te maken. Maar hoe maak je jezelf weerbaar in een maatschappij die je doet geloven dat je er als vijftigjarige vrouw niet meer toe doet? The Substance antwoordt op deze vraag door stellig aan te nemen dat verouderingsprocessen toegelaten moeten worden en dat schoonheid niet zozeer te maken heeft met hoe je eruitziet, maar wel met wie je bent als persoon. Op lichtjes overdreven wijze schetst Fargeat wat het betekent als we toegeven aan de zogenaamde idealen van de maatschappij: niet langer zijn we iemand, maar langzamerhand worden we gereduceerd tot een nummer. Kortom, wie tegen het natuurlijke verouderingsproces tracht in te gaan, verlangt hierdoor naar een dystopische wereld die bewoond wordt door robots in plaats van mensen, waarin nep de bovenhand neemt op puur en authentiek, maar vooral waarin de vrouw ofwel een lustobject is, ofwel een waardeloos ding.
Is The Substance een film met noemenswaardige nieuwe aspecten? Absoluut niet. Maar Fargeat slaagt er wel schandaleus goed in om bovengenoemde inhoud zodanig weer te geven dat de film je tegelijkertijd doet sidderen, reflecteren en grinniken. Om te beginnen is de film doorspekt met extreme close-ups in combinatie met slow motion-effecten die doorgaans ongemakkelijk aanvoelen. Vervolgens speelt Fargeat ook met een indrukwekkend kleurenpalet dat de leefwereld van de protagonistes, Elizabeth en Sue (Margaret Qualley), die via een mysterieuze injectie een alter ego van elkaar gaan vormen, extra goed in de verf zet. Frisse, heldere en vrolijke kleuren voor de jongere leefwereld van Sue versus grauwe, sombere tinten voor de eenzaamheid van de oudere Elizabeth. Hiermee benadrukt Fargeat nog maar eens hoe zogenaamd neerslachtig en triest het leven van een “vervallen” vijftigjarige vrouw eruit ziet. Maar het knapste aan de film is Fargeats aanpak van het klonen van jezelf. Moores personage slaagt erin een jongere en zogenaamd betere kopie van zichzelf in het leven te roepen en het gedetailleerde proces van hoe Sue uit Elizabeths ruggengraat kruipt, met de subtiele knipogen naar Hitchcocks Psycho, is voortreffelijk in beeld gezet.
The Substance is een film die op Munchiaanse wijze schreeuwt hoe onmenselijk onze huidige maatschappelijke verwachtingen en idealen zijn. Het is hoog tijd dat er fors op de rem wordt gestaan in onze honger naar meer, alsook in ons verlangen om niet langer iemand te zijn, maar wel een product van een onrealistische maatschappij. The Substance suggereert dat als we zo blijven doorgaan, dit geveinsde ideaalbeeld ooit eens zal uiteenspatten voor onze ogen, een idee dat in de finale van de prent sterk – en letterlijk – wordt vormgegeven.