De groots opgevatte familiekroniek Sterben bemachtigde tijdens de 74e editie van de Berlinale, waar de film deel uitmaakte van de internationale competitie, de Zilveren Beer voor het beste scenario.
Dit prijswinnende script vloeide voort uit de pen van Matthias Glasner (Die freie Wille), die eveneens de regie voor zijn rekening nam. Gedurende ruim drie uur volgt de in Hamburg geboren cineast het wel en wee van enkele gezinsleden die ieder een totaal verschillend leven leiden. Hij neemt uitgebreid de tijd om de krijtlijnen van het verhaal uit te zetten en verlegt het gezichtspunt meermaals van plaats.
Ondanks de kijk op een groter geheel, is er toch één centrale figuur waarrond nagenoeg de hele plot geweven wordt. Die essentiële rol wordt toebedeeld aan Tom (vertolkt door Lars Eidinger), een emotioneel teruggetrokken dirigent die in een midlifecrisis verkeert. Het woelige privéleven van de man wordt er niet bepaald eenvoudiger op wanneer hij voor een nieuwe uitdaging komt te staan. Tom probeert de orkestrale uitvoering van een lijvig muziekstuk te voltooien, maar de repetities worden om de haverklap verstoord door de bemoeizucht van de componist, een dichte vriend die niet goed in z’n vel zit.
De jongere zus van Tom (afwisselend kwetsbaar, dan weer onstuimig gespeeld door Lilith Stangenberg) gaat het al evenmin voor de wind. Ze is een losbandige tandartsassistente met een drankverslaving, die worstelt met haar demonen. Voorts krijgt ook de hulpbehoevende moeder het hard te verduren. Net wanneer ze wat ademruimte krijgt als haar dementerende echtgenoot verhuist naar een verzorgingstehuis, voelt de vrouw haar einde langzaam naderen. Elk op hun eigen manier worden deze personages aldus geconfronteerd met de dood en de cirkel van het leven. Dat is meteen ook de rode draad doorheen deze autobiografisch getinte film, die een romanachtige structuur hanteert.
Hoewel Sterben beslist zijn merites heeft, blijft de kijker toch met een dubbel gevoel zitten. Enerzijds weet Matthias Glasner ons vrijwel onmiddellijk het verhaal binnen te loodsen (waarbij ons overigens alle leed dat de familie te beurt valt zeker niet bespaard wordt), anderzijds slaagt hij er niet altijd in om de toon van de prent volledig onder controle te houden, waardoor die soms wat onderhevig is aan al te veel schommelingen.
Dat is meteen ook het knelpunt van Sterben – naast de soms al te klassieke wijze waarop de film in beeld is gezet. Ofschoon we onze ogen dus niet kunnen sluiten voor deze onvolmaaktheden, voelt Sterben doorgaans wel authentiek aan – wat hoogst waarschijnlijk het grote succes in het thuisland verklaart, waar dit melodrama al meer dan 183.000 bezoekers op de been bracht.
Als er één scene is die de kwaliteiten dan toch het best illustreert, dan is dat ongetwijfeld het langdurige tafelgesprek tussen Tom en zijn moeder, waarmee op een pijnlijke manier aan het licht komt waarom hun relatie al zo lang verzuurd is – een ongemakkelijk en aangrijpend tafereel dat geldt als een sleutelmoment uit de film.
Dag Dieter
Naarmate de film vorderde werd het verhaal komischer tot zelfs een beetje absurd voor mij
waardoor ik het geheel niet al te serieus kan nemen. Of dat ook de opzet was…?
Was het de bedoeling van de regisseur om ons met een ‘relaxtere’ bril naar de dood/zelfdoding te laten kijken?