Een soloplaat van een saxofonist op een klein Portugees label. Het heeft misschien een geringe impact op het draaien van een wereld in overdrive, maar in dit geval gaat het wel om een sterk, persoonlijk verhaal van een artiest die zoekt en terugblikt zonder clichés.
Rietblazer Bruno Parrinha is al even actief, maar vooral een bekend gezicht in de experimentele scène in Portugal. Daar speelde hij in de late jaren tachtig al bij cultfiguur Sei Miguel, maar de twee decennia daarna verdween hij uit het zicht. Zo’n dozijn jaar geleden krikte hij zijn activiteit weer op en sindsdien verscheen hij op meer dan vijftig (!) releases van het Creative Sources-label, dat vooral vrij geïmproviseerde en elektroakoestische muziek uitbrengt. Tussendoor verscheen hij ook op enkele releases naast gitarist Luís Lopes (onder andere als lid van diens ensembles Lisbon Freedom Unit en Abyss Mirrors) en opnieuw naast zijn voormalige broodheer Sei Miguel.
Nu zet Parrinha een stap naar voren. Zijn trio Vine Leaf, met Lopes en drummer João Valinho, bracht net een debuutalbum uit bij Clean Feed, terwijl bij 4DaRecord zijn eerst soloplaat Da Erosão verschijnt. De titels van het album en de stukken zitten vol verwijzingen naar tijd, de natuur, het weer en erosie, dus mag het niet verbazen dat je de rietblazer, die zich hier beperkt tot altsax, vooral in contemplatieve en introspectieve modus te horen krijgt. Het voelt ook aan als luisteren naar een artiest die zich alleen waant met zijn instrument. Persoonlijk en breekbaar, maar ook vrij en ontspannen.
De traditie van solosaxplaten is even lang als intimiderend, van pioniers als Evan Parker, Peter Brötzmann, Anthony Braxton en Joe McPhee, tot goed volk van de jonge(re) garde als Darius Jones, Signe Emmeluth en Colin Webster. Recent verscheen ook een soloworp van Parrinha’s frequente collega Rodrigo Amado. Misschien vormde het een inspiratie. In ieder geval: doorheen zeven stukken vertelt de muzikant een coherent verhaal dat ver weg blijft van patserig gedoe en gladde effecten, en meerdere intens(iev)e beluisteringen afdwingt.
Het hangt vooral erg mooi samen, met de eerste drie stukken die aanvoelen als een soort van suite waarin hij beweegt van aanzwellende en aangehouden klanken naar lyrisch, reflectief terrein via exploratie in real time, inclusief pauzes, stiltes, herhalingen. De ene keer gaaf en glooiend, met zacht bochtenwerk, dobberend op een meanderende, organische flow. Iets verderop wat grilliger, met grotere intervallen en een toename van volume en densiteit. Dat kan regelmatig erg melodieus klinken, maar soms verschuift de focus naar textuur, gaat het schuren, zeuren, sputteren met emotie.
Verderop worden de contrasten sterker aangezet: het compacte “Ideia Soluta”, goed voor amper 100 seconden, wordt grotendeels gespeeld via circulaire ademhaling, als een expressieve, haast excentrieke sirene, terwijl “Condiçao Eólica” een spel met ademhaling en extended techniques is dat op zijn beurt gevolgd wordt door het jubelende “Reflexos Abarasivos”, waarin Parrinha de altsax laat zingen. Met afsluiter “Assoreado” wordt teruggekeerd naar het zachte aanzwellen van opener “Do Solo”, al klinkt die altsax tegen het einde van dit hoofdstuk als een ontredderd dier.
Parrinha heeft intussen genoeg bewezen om als leider én als solo-artiest een statement te maken en Da Erosão is – net zoals Rodrigo Amado’s Refraction Solo – een persoonlijke plaat die je misschien meer kan leren over de uitvoerder dan eender welke andere langspeler waarop je hem kan horen. Daarom alleen al de moeite om te beluisteren.