Laat de naam Fever Ray vallen en automatisch doet een vorm van opwinding zijn intrede. Met het gelijknamige debuutalbum zorgde Karin Dreijer voor een fascinerende zijsprong aan het muzikale verhaal dat ze, samen met haar broer, bij The Knife vertelde. Elke nieuwe release doet hopen op een even spannend album als het debuut. Radical Romantics komt aardig in de buurt.
Dat is geen evidentie. Voorganger Plunge bleek een luisterenswaardige plaat die echter al snel de schreeuw om aandacht van andere muziekjes niet wist te overstemmen. Nu Radical Romantics hier alweer een tweetal maanden present is, blijkt het nieuwe materiaal van Fever Ray te schreeuwen om opnieuw en opnieuw opgezet te worden.
De reden? Net als in haar muzikale topdagen – zie Silent Shout van The Knife – dropt Dreijer je midden in een even onbekend als onheilspellend Zweeds woud, een plek met idyllisch potentieel, waar echter na het invallen van de duisternis een gevoel van onbehagen komt opzetten. Daar zit mogelijk een metafoor voor het leven zelf in, al haalt Dreijer eerder haar inspiratie uit de samenleving en hoe die op gendervlak nog steeds met haken en ogen aan elkaar hangt – met dank aan figuren die voor eigen politiek gewin onzekerheden en angsten van brave burgers uitbuiten. Zie wat dat betreft de sinistere openingstrack “What They Call Us”, die zich behoedzaam, maar onstuitbaar aandient, waarna “Shiver” een portie verknipte pop serveert: een brok muziek die een toegankelijk frame heeft, waarover heel vakkundig een weird laagje of twee aangebracht werd, zodat je als luisteraar gefascineerd en lichtjes verward, maar ook hooked achter blijft.
Hetzelfde gaat op voor het vooruitgeschoven “Kandy”. Goed een minuut voor het einde van dat bezwerende nummer horen we een echo van “The Captain”, die thriller van een song waarmee het rond Halloween fijn kinderen verjagen is, maar net zo goed klinken er frivole synths zoals ze te horen waren op Deep Cuts. Ja, dat zijn twee verwijzingen naar The Knife om één Fever Ray-nummer te omschrijven, maar Dreijer is ditmaal dan ook opnieuw met broerlief Olof de studio in gedoken.
“Even It Out” knipoogt naar de jaren tachtig, maar dan door de eigenzinnige ogen van Dreijer. En dan moet “Carbon Dioxide” nog langskomen, een dancesong zoals “Full Of Fire” dat ook was, maar dan in beknoptere vorm. Ja, dit is vintage Dreijer: een rotaanstekelijke beat, synths en vocalen die op het juiste moment emotioneel de hoogte in gaan en een trancy klimax. De gelaagdheid van het geluid behoedt de song er ondertussen voor al te johnny te worden. Dit is de potentiële soundtrack van een broeierige nacht op een festivalweide in de zomer van ’23. Waarmee Fever Ray eindelijk nog eens de verwachtingen inlost en wij een plaat te pakken hebben om nog maanden zoet te zijn.