De Japanse regisseur Ryûsuke Hamaguchi is in het Westen geen grote naam, maar kende na een originele start (een als student gedraaide remake van Tarkovsky’s Solaris) wel een doorbraak in het festivalcircuit (onder andere in Rotterdam) met zowel het vijf uur durende relatieportret Happy Hours als met het sterke en hypnotiserende Asako I & II. Zijn nieuwe film Drive My Car werd op basis van de vertoningen en prijzen in Cannes en op talloze andere festivals, door vele critici bovenaan hun lijstje gezet van de beste films van 2021 en kreeg ondertussen een rist Oscarnominaties. België moest wachten tot in 2022, maar nu komt Drive My Car ook bij ons eindelijk in de zalen.
Drive My Car is gebaseerd op een kortverhaal van de gelauwerde auteur Haruki Murakami, maar Hamaguchi maakt er beslist zijn eigen creatie van en geeft de film ook een bijzondere structuur mee: opgezet als een lange proloog en een heel ver naar achter geschoven echte ‘ontwikkeling’, is dit een prent die de kijker best met een zo open mogelijk vizier tegemoet treedt en die op verschillende manieren initiële verwachtingen onderuithaalt.
De plot draait om theaterregisseur Yûsuke, die na de plotse dood van zijn vrouw en muze (we zijn aan het begin nog even getuige van hun heel bijzondere interactie) naar Hiroshima trekt om daar voor een festival een nieuwe productie van Tsjechovs ‘Oom Vanya’ op poten te zetten. Omwille van aansprakelijkheidsproblemen (die reden zorgt voor een hilarisch stukje komedie) voorziet het festival alle belangrijke gasten van een chauffeur, iets wat niet naar de zin is van Yûsuke die een dagelijks ritueel heeft waarbij hij de tekst van het stuk – ingelezen door zijn overleden echtgenote – beluistert in de auto terwijl hij zelf de ontbrekende stukken dialoog invult. De lange ritten naar zijn hotel worden op die manier een vreemde nieuwe interactie, nu er een extra persoon aanwezig is.
Omdat het hoofdpersonage een theaterstuk opzet en we een groot deel van de film kijken naar de repetities en tekstvoorbereidingen, waren er Amerikaanse critici die na de vertoning op het Sundance Festival, Drive My Car vergeleken met het werk van Jacques Rivette en dan in het bijzonder diens Out 1, een film die helemaal draait om het creatieve proces van theaterkunst. Die vergelijking snijdt nochtans weinig hout, want waar je oppervlakkig kan stellen dat dit een film is waarin het creatieproces van een stuk aan bod komt, heeft de diepere insteek in de verste verte niks te maken met Rivette. Die was in de nadagen van de Franse ‘Nouvelle Vague’ op zoek naar een nieuwe manier om film te maken en wou dat doen door het door de ‘Nouvelle Vague’ zo gevierde concept van de ‘auteur’ helemaal uit te wissen en dus een ‘film zonder auteur’ te maken. Hij deed dat door het hele proces in handen te leggen van de acteurs en zo een organisch proces te zoeken dat zijn camera urenlang registreerde. Uiteindelijk bleek die insteek een contradictie: hoe hard Rivette ook probeerde, die bijzondere aanpak maakte net dat het een ‘Rivette’ film bleef. Die hele benadering heeft niks te maken met Drive My Car. De ‘auteur’ – of in dit geval ‘auteurs’ in meervoud in zowel Murakami als Hamaguchi – is dominant aanwezig en ook diens stem. Dit is immers géén film over het creatieve proces, maar over wat taal – in de breedste zin van het begrip – wel en niet kan uitdrukken. De wat vreemdsoortige meertalige theaterproductie waar alles om draait is daar het meest evidente voorbeeld van, maar de hele film draait om talen (letterlijk en symbolisch) en de mogelijkheden en moeilijkheden die die hebben om emoties en ervaringen uit te drukken. Uiteraard wil dat zeggen dat ook de taal van het medium film zelf, daarin aan bod komt.
Die rijke insteek die gevat wordt in een lange hypnotiserende reeks autoritten, repetities en gesprekken, brengt een sober soort cinema die visueel dwingend is en toch een grote ruimte laat aan het gesproken woord dat uiteraard een van de belangrijkste talen en expressievormen vormt voor de mens. De symbiose die vervolgens tussen woord en beeld groeit in Drive My Car, is fascinerend en groeit uit tot een beklijvende en intense filmervaring.