Wolfgang Hilbig :: Oude afdekkerij

Hoeveel kan taal zeggen, en waar houdt zij op iets te betekenen? Het zou een inleidende vraag kunnen zijn bij een onderzoek naar het oeuvre van Wolfgang Hilbig, een van Duitslands toonaangevende naoorlogse schrijvers.

Hoeveel kan taal zeggen, en waar houdt zij op iets te betekenen? Het zou een inleidende vraag kunnen zijn bij een onderzoek naar het oeuvre van Wolfgang Hilbig, een van Duitslands toonaangevende naoorlogse schrijvers. Zowat alle belangrijke literaire prijzen werden hem in eigen land toegekend, maar internationaal kende de man nog geen heuse doorbraak. Of Oude afdekkerij daar in het Nederlands taalgebied verandering in zal kunnen brengen, valt te betwijfelen.

Misschien is Hilbig wat men een writer’s writer pleegt te noemen, het soort auteur dat vooral door ingewijden gesmaakt wordt. En onder ‘ingewijden’ kan verstaan worden: diegenen die beroepsmatig met taal bezig zijn. Want wat de schrijver met de taal uithaalt, is zonder meer uitzonderlijk te noemen. Oude afdekkerij mag dan wel lezen als een schier eindeloze mijmering, een literaire dwaaltocht door de herinnering en door een apocalyptisch landschap. Feit is dat de stijl in het teken staat van helderheid, beeldenrijkdom en ervaring. Omdat Hilbig geen klassiek verhaal met personages en handeling uit de doeken doet, maar integendeel afdaalt in zijn eigen verleden en in de sporen van een toegetakelde werkelijkheid zoekt naar de oorzaken voor de verlittekening van een land en een volk, zal het boek de weg naar een groot publiek niet vinden. Daar is het Hilbig echter ook niet om te doen: in zijn kunstenaarschap staat vooral oorspronkelijkheid voorop, de morele plicht authentiek te zijn, de thema’s aan te kaarten die in hem en in de samenleving aanwezig zijn maar problematisch worden gevonden, waardoor ze al te snel weggemoffeld worden.

Is Oude afdekkerij dan een ideeënnovelle in de zuiverste strekking van het woord? Al helemaal niet! Hilbig mag stilistisch dan wel transparantie voor ogen hebben, hij stevent allesbehalve linea recta op een voorgekauwd concept af. Eerder het tegendeel lijkt waar: het is alsof de ideeën zich plooien naar het innerlijke landschap dat Hilbig via het landschap dat hij uitwendig – dat wil zeggen als deel van de wereld – ervaart, waarbij het overigens steeds latent behandelde filosofische gedachtengoed zich schijnbaar per toeval aandient, zeker niet als primum movens om überhaupt tot schrijven over te gaan. Mocht Hilbig zichzelf al positioneren binnen het literaire circuit, dan lijkt zijn plaats zich eerder te situeren onder de dichters, diegene die via een haast mystiek detaillisme waarheden lijken af te lezen uit wat ons omringt. Zelf houdt Hilbig zich vermoedelijk niet bezig met het catalogeren van zijn oeuvre binnen deze of gene strekking – het is in die mate uniek, dat elk label een aanfluiting betekent voor de complexiteit en eigenzinnigheid van zijn werk.

Dit gezegd zijnde, is Oude afdekkerij dan geen boekje dat met zijn iets meer dan honderd bladzijden juist wel de weg naar veel mensen zou moeten kunnen vinden? Niet bepaald, want daarvoor blijft Hilbigs universum te besloten. Hoe virtuoos ook het idioom, in de breedsprakerige toon ligt een weigering besloten feitelijkheid te herleiden tot een middel, detaillisme te laten voor wat het is ten gunste van een overkoepelende boog – een realiteit groter dan een werkelijkheid die het slachtoffer is geworden van machtswellustige politici, van idealen die tot nationalisme en oorlog hebben geleid, en van een wanhopige onderlaag van de samenleving die nog het liefst diep zou wegkruipen onder de aardkorst.

Misschien is, Hilbig lezend, de meest wezenlijke vraag voor wat de appreciatie van ’s mans oeuvre betreft, die naar de plaats die we kunst willen toedichten binnen het maatschappelijke weefsel. Moet literatuur altijd tot ontroering aanleiding (kunnen) geven? Kunnen troosten? Uitnodigen tot diepere menselijkheid, verbinden met een universeel humanisme dat in ieder lezen aanwezig is? Mooi zijn? Of kunnen we met de in parelende, wervelende, duizelingwekkende taal gegoten horror ook een vorm van schoonheid ontdekken – die van de catharsis, de morele gruwel voorbij? Het is de oefening waard, al zal lang niet iedereen met Hilbigs messcherpe oog en dito pen overweg kunnen.

7

recent

Zimmerman

17 maart 2024Rotown, Rotterdam

Zondagavond spelen Ivy Falls en Zimmerman in Rotown in...

Coeur :: SHOW

Meer pompende beats. Meer duizelingwekkend Frans. Meer pure, feestelijke...

The Smile

15 maart 2024Vorst Nationaal, Brussel

Er zit een goeroe verborgen diep in Thom Yorke....

Benni :: Make Me Blind

Vanuit het land van de eeuwige herfst bracht de...

Miek Zwamborn :: Onderling – Langs de kustlijn van Mull

Hoe maak je als auteur het landschap tot hoofdpersonage...

aanraders

Maxim Osipov :: Kilometer 101

Dat zelfs op al onschadelijk gemaakte dissidentie nog steeds...

Olga Tokarczuk :: Empusion

Weg met de achterflap! Hoewel het iedereen vrij staat...

Miek Zwamborn :: Onderling – Langs de kustlijn van Mull

Hoe maak je als auteur het landschap tot hoofdpersonage...

verwant

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in