Finneas O’Connell, beter bekend als de broer van puberaal succesverhaal Billie Eilish, brengt zijn eigen debuutplaat uit. Wij zijn optimistisch: met Optimist is zijn naam als soloartiest gevestigd.
First things first: Optimist is een lockdownplaat. Finneas keerde in 2020 terug naar zijn thuisbasis LA en ging er eens goed voor zitten. Het resultaat: een erg prettig debuut. Finneas geeft ons swingende beats en dansbare deuntjes in noemenswaardige nummers als “Medieval”, het zinderende “Around My Neck” en de smaakt-naar-meer afsluiter van de plaat: “How It Ends.”
Optimist is van begin tot eind innemend. In dertien nummers weet hij een groot deel van het emotionele spectrum te vangen en geloofwaardig over te brengen met een gezonde dosis zelfspot en situationele ironie. Dat is inderdaad een mondvol. Laat het ons opdelen in hapklare brokken, een menu van menselijke ervaringen.
Optimist gaat akoestisch van start met “A Concert Six Months From Now”. Het doet wat denken aan het soort band waar we geen genoeg van kregen in de late nillies en die allemaal dezelfde succesformule volgden: gevoelige mannelijke zanger met een akoestische gitaar die zachtjes begint, even knalt in het midden en ingetogen afsluit (denk aan “Hey There Delilah” (Plain White T’s) en “All I Want” (Kodaline)). De lyrics? Iets over verlangen naar een gezamenlijke toekomst met haar: “I’ll wait for years but I won’t wait alone, And then someday you’ll wait for my face on your phone / And I’ll call and I’ll say I think you should come home, ‘Cause I’m tired of being your ex.”
In datzelfde straatje, maar vervang de akoestische gitaar door een piano, past “Love is Pain”. Het klinkt simpel, maar het is juist die eenvoud die zo goed werkt. Het is authentiek: geen poespas, geen uitsloverij, gewoon een liedje met een goede muzikale opbouw en sterke lyrics.
Write what you know, schreef Mark Twain een goede eeuw geleden. Doen we, dacht Finneas anno 2021. Dus schrijft hij over: de duistere kant van beroemd zijn (zie “Happy Now” en “Medieval”), over goed van bil gaan (zie “Around My Neck”), over de charme van vroeger (“The 90s”) en natuurlijk over de liefde. Laten we een kat een kat noemen, het zijn stuk voor stuk first world problems. En Finneas weet dat maar al te goed. Sterker nog, hij gooit er een gezonde dosis zelfspot in. Als een succesvolle (lees: stinkend rijke), blanke cisman is dat niet evident om te doen en er mee weg te komen. Ook de wokecultuur heeft duistere kantjes: er blijkt vaak weinig ruimte te zijn voor nuances, voor een grijze zone waarin debat kan ontstaan.
In “The Kids Are All Dying” legt Finneas de satirische vinger op de zere plek. En het klinkt nog lekker ook. Ondersteund door een ironisch pianodeuntje dat bij het refrein overgaat in energieke akkoorden vocaliseert hij het vaak gehoorde riedeltje van de ‘verlichte’ geesten: “How can you sing about love when the kids are all dying? / How can you sing about drugs? Politicians are lying”. Dat Finneas met zichzelf kan lachen, ook al ontkent hij dat in eerste instantie wanneer hij zingt dat hij nergens meer mee kan lachen (“I was supposed to be happy now / there’s nothing left for me to laugh about”), horen we duidelijk in “Happy Now”. Dat het ironisch bedoeld is komen we al snel te weten wanneer hij zingt: “So take a drive around town in my douchebag car / Like the superstar that I pretend to be”. Ook muzikaal legt hij het er vingerdik op. Het serieus klinkende refrein wisselt hij af met luchtige swingende strofes en, mocht u het dan nog niet door hebben, een vrolijk fluitmelodie voordat hij het laatste deel van het nummer inzet.
De boodschap, in zijn eigen woorden: “Even if we are living through a time of chaos and uncertainty, the human experience is never going to exclude love, sex, fun, leisure, and adventure. If you’re in love, you’re going to write a love song. It’s how the brain works”. Het voelt wel een beetje alsof hij zich bij voorbaat wil indekken. White man’s guilt and all that jazz. Maar laat dit de pret niet bederven. Finneas heeft een goede, lekker toegankelijke popplaat gemaakt. Optimist is een feestmaal. Go get your cake and eat it.