Als een geest uit een ver verleden doemt Mercelis eindelijk nog eens op. Zestien jaar na die al even onwaarschijnlijke tweede plaat Western Union (had ook maar negen jaar op zich laten wachten, meneer) staat dan toch een derde plaat op uitkomen. “Fortune” is het schot voor de boeg dat laat horen dat het goed zit.
’t Is een slowburner, dit “Fortune”, dat was te verwachten. Jef Mercelis is al lang niet meer de jonge hond die in 1996 vriend en vijand overtuigde met het knappe The Hopes And Dreams Of A Drunk Punk, maar een ouder wordende muzikant die vele levens heeft geleid. Ergens in de schaduw van de echte Brusselse scene bleef hij niettemin altijd wel muziek maken. Als het geen soundtrack voor één of andere film was, dan wel met Noodzakelijk Kwaad, het gezelschap dat dichter Jan Ducheyne al eens begeleidt, of bij Rudy Trouvés I H8Camera. Maar solo? Onder dat Mercelis-alias? Dat was alweer lang geleden. “Fortune” laat horen waarom dat zo zonde was.
Natuurlijk is er die gitaar, de gemoedelijke bas, maar er is vooral: die wendbare stem, die kan fluisterzingen als was hij een arm om de schouder in moeilijke tijden. Het begint klein, maar als een zachtjes aangeblazen kooltje gaat het almaar harder gloeien, brandt het vuur harder en harder tot het een kleine meezinger wordt. Benieuwd wat de veenbrand White Flemish Trash later dit voorjaar zal brengen. De comeback van het jaar?
Eindelijk nog eens goed nieuws, we duimen voor Jef