Je kan iets missen. Zoals onbezonnen op je fiets springen om een uur of zes later ieders kleingeld bij elkaar te leggen om te kijken of je toch nog net één rondje kan betalen, lichtjes verkleumd op een terras midden februari in uitstekend gezelschap.
Je kan vergeten dat je iets verdomd nodig hebt. Iets groots als “Everybody Hurts” meebrullen op de weide van Werchter. Iets kleins maar belangrijks als even collectief de troost voelen dat je niet de enige bent voor wie het allemaal al eens te veel wordt.
Of gewoon: de troost in de stem en glimlach van Michael Stipe. Eind maart postte de man zonder veel tamtam een nieuwe track op zijn Youtubekanaal. Breekbaar en doorvoeld gezongen vanuit zijn veranda, begeleid door een behoorlijk elektronisch aandoende backing track uit zijn laptop.
Die backing track bleek geschreven door onder meer Bon Iver en Aaron Dessner die ook al een stevige vinger in de pap hadden bij dat andere hartverscheurend mooie nummer uit 2020: “Exile”. Ze weven een prachtig en steeds dikker worden deken van net overstuurde elektronica waar loepzuivere piano, gitaar en strijkers doorheen waaien.
Ook al kan het zoals zowat elke tekst van Michael Stipe over zowat alles gaan, deze woorden lijken voor dit jaar geschreven: “When did this all begin to change? This lockdown memories can’t sustain. This glistening , hanging free fall.”Woorden die 9 maanden later alleen maar profetischer zijn geworden en met dank aan de fenomenale zang en voordracht steevast doel raken.
En net wanneer na rilling over de rug en kippenvel ook de tranen opkomen, is de song gedaan, raapt Stipe zich weer bij elkaar en kijkt hij liefdevol glimlachend recht in de camera. Het is om die menselijkheid en de ruwe onvolmaaktheid van deze opname dat we niet de prachtig afgemixte studioversie kiezen.
Een song over gemis en nood aan menselijke warmte, kan moeilijk een betere zanger of betere muzikanten kennen. Een song als een zachte hartekreet die van diep komt. Het is een van de songs die troost en sterkte bood in dit moeilijke jaar.
Laat dat ook Enola’s eindejaarswens zijn: “Whatever waiting means in this new place; I’ll be waiting for you.” U zal ons vinden op een concert, uit toon en ritme meebrullend met een glinstering in de ooghoek en een arm om de schouder. Tot dan.