Met een titel die nauwelijks beter bij dit jaar kan passen, zou je durven vermoeden dat Angel Olsen een haastige lockdownplaat gemaakt heeft. Niets is minder waar. Whole New Mess werd immers al opgenomen in 2018 en bestaat voor het overgrote deel uit vroege versies van nummers op haar vierde album, All Mirrors.
Het verhaal achter dat vorige album is bekend. Nadat Olsen een relatiebreuk doormaakte, vertrok ze op een kleine solotournee. In de vele uren onderweg en de daarmee gepaard gaande introspectie probeerde ze de droefenis van zich af te schrijven. Zo gaf ze gestalte aan nieuwe nummers die de kern van All Mirrors zouden gaan vormen, een tour de force in haar reeds sterke oeuvre.
En Olsens oeuvre, dat liet zich vooralsnog beluisteren als een bildungsroman. Waar ze in Half Way Home nog wat jeugdpuisten probeerde te verbergen en Burn Your Fire For No Witness uiting gaf van een klaarblijkelijk geaccepteerde slachtofferrol, evolueerde de singer-songwriter daarna naar emotionele, intellectuele maar ook artistieke volwassenheid. Vooral met All Mirrors kreeg Olsen een sterk uitgesproken karakter en een eigen geluid, waarmee ze boven alle ondoordachte en van luie journalistiek getuigende referenties uitsteeg. Daarom doet het nu een beetje vreemd aan dat ze met deze Whole New Mess een stap terug in de tijd zet. We horen Angel Olsen hier immers in een vroegere fase van haar rouwproces, toen aanvaarding en daadkracht nog verdrukt werden door hartzeer en een, bij momenten, licht ongemakkelijk zelfmedelijden. Waar “Too Easy” op All Mirrors nog venijnig bijtend klonk met dat ijzig elektronische klankpalet, is “Too Easy (Bigger Than Us)” een pijnlijk zwalpende dronkemansuitvoering geworden. Een gelijkaardige vergelijking bestaat er tussen respectievelijk “New Love Cassette” en “(New Love) Cassette”. En hoewel een nonchalante mompelzang een van Angels vele kenmerkende troeven is, kan het ook van het goede te veel zijn, zo bewijst “Impasse (Workin’ For The Name)”.
Tot zover het slechte nieuws, want Olsens stem gedijt meestal uitstekend bij de krakelende imperfecties en het intieme gitaargetokkel. Zo zijn “Lark Song” en “(We Are All Mirrors)” op zijn minst even sterk als hun met synthesizers en violen uitgedoste nakomelingen/voorgangers waren. De niet eerder uitgebrachte titeltrack is een even spaarzaam als elegant luisterliedje waarin Olsen een aards gitaarspel laat contrasteren met haar zweverige borststem. “When it all fades to black/I’ll be getting back on track”, getuigt ze van zelfkennis. En dat andere nieuwe nummer, “Waving, Smiling”, is een onmisbare Olsen Grand Cru. “All my fears, cried out all of those years”, zoekt de sopraan moeiteloos de hogere regionen van haar register op. Het is niks wat we niet eerder van Angel Olsen gehoord hebben maar ook hier is van enige immuniteit nog lang geen sprake.
Is dit nu een volwaardig vijfde studioalbum, zoals Olsen het zelf graag verkoopt? Er valt niet zoveel af te dingen aan de kwaliteit van het materiaal, maar met slechts twee nieuwe nummers en een handvol alternatieve versies die misschien toch niet zoveel bijdragen aan haar discografie als ze zelf had gewenst, belandt Whole New Mess eerder in de categorie voer-voor-de-fans. Dat Olsen dus maar vlug een gloednieuw hoofdstuk breidt aan haar coming-of-age verhaal.