Hoewel het Kodian Trio in 2015 ontsproot aan de schoot van een kwartet met tenorsaxofonist John Dikeman, is het Trio uitgegroeid tot een soort van working band die op gezette tijden bij elkaar komt om de draad weer op te pikken. Na twee studioalbums (uitgebracht via A New Wave Of Jazz en Trost Records) en twee live-albums (via Raw Tonk), zijn we intussen toe aan de derde studioplaat, het definitieve document van het drietal tot nog toe.
Wat je hier hoort is immers een band die het aftasten en een plaatsje zoeken voor z’n geteisem al lang achter zich gelaten heeft. Niet dat het exploreren opgegeven is, integendeel. Ze doen het gewoon terwijl ze er meteen invliegen. Het draait om empathie en instinct, maar vooral ook om vertrouwen hebben in elkaars kunnen. Je hebt hier bovendien te maken met een stel internationale kleppers die hun gespierde vrije interactie ademruimte geven en regelmatig aanleunen bij de freejazz.
En dat laatste is wel cruciaal, want terwijl Serries samen met Webster en anderen nieuwe horizonten opzocht in de zone tussen vrije en minimale muziek, blijft Kodian Trio stevig verankerd in de ongedurigheid en explosiviteit. Dat hoor je meteen al bij de eerste van vijf titelloze improvisaties, waarmee je meteen in het midden van de actie belandt, met Webster als de man van de beweging, met een ketting van vliegensvlug slingerende en kronkelende slierten, terwijl Lisle het vuur begint op te poken met breed gestommel over de ganse kit, en Serries zich kan laten gaan in atonaal verkrampend geharrewar. Dit is collectieve interactie op z’n best, met stemmen die op elkaar gelegd en samengesmeed worden tot een withete furie die op zijn beurt weer ontmanteld wordt in de tweede helft.
De combinatie van sax, drums en elektrische gitaar roept vergelijkingen op met een band als Cactus Truck. Met die band deelt Kodian Trio een sound die meer dan eens refereert aan punk met het mes tussen de tanden, maar ze zijn beiden ook wel meer dan geweldenaars. De interactie is te vinnig, te gevarieerd en te zoekend om af te doen als bot geweld. Doorheen het hele album vind je voorbeelden van evenwicht, nuance en vooral actieve voelsprieten. Zo hebben het tweede, vierde en vijfde stuk een aanpak die verwant is en meer dan eens herinnert aan de vloeiende bewegingen van natuurfenomenen.
Daarvoor wordt niet altijd gewerkt vanuit een gezamenlijke, ontvlambare kern, maar eerder een soort van dialoog voor drie, met ideeën en suggesties die voortdurend naar elkaar gekaatst worden. De muziek klinkt vrij en spontaan, maar is verre van willekeurige plinkeplonke. Daarvoor gaat de energie te gelijk op, vallen de accenten van Lisle te goed geplaatst, is de stroom van ideeën te consistent. En dat is de kracht van dit trio: ze zijn in staat tot venijnig, zelfs cathartisch geweld, en ze zullen het ook inzetten, maar ze kunnen ook boeien door er de hele tijd te blijven rondhangen of er op lepe manieren bij te belanden.
Hoogtepunt van de plaat is dan ook de lange derde beweging in de buik van het album, die van start gaat met de rollende toms van Lisle, meteen een prachtig vertoon van souplesse en klankkleur op de vellen, dat snel gezelschap krijgt van geagiteerd gesputter en hoekig gitaargewriemel. En toch blijven rollen. Lisle en Webster ontplooien indrukwekkende combinaties van techniek en bloedrauwe kracht, terwijl Serries uit een eindeloos arsenaal aan klanken put. Na goed vijf minuten valt het boeltje stil, om van daaruit gestaag op te bouwen. Het is daar dat het meesterschap naar boven komt, met een parade van abstractie die vorm binnenloodst, via geplop en iel geschraap, maar ook gestaag aanzwellende gitaargolven. Het is hier dat Serries zijn verleden als ambient/drone-gitarist perfect kan inzetten om samen met zijn partners te belanden bij een verschroeiende finale die de vrije interactie linkt aan het recente werk van Fear Falls Burning.
Het verandert niets aan de kernidentiteit van Kodian Trio – dit blijft een trio dat vooral verankerd is in de Europese vrije improvisatie -, maar pikt inspiratie op bij verwante zones op een manier die de totaalsound enkel rijker maakt. Energiek, geïnspireerd, gevarieerd; III is een bom van een plaat.
[…] Review by Enola Magazine (in Flemish) […]