Het was een ondoorgrondelijke en idiosyncratische campagne die Kurt Vile voerde voor zijn zevende soloplaat Bottle It In. Nu ja, campagne. Eigenlijk was het er bijna geen, want een beetje Kurt Vile doet natuurlijk gewoon lekker z’n goesting, draait zich nog eens om in bed en ziet wel hoe het allemaal uitdraait. En hey, het werkt! Enfin, voor het merendeel toch.
In de lente was er een enkele foto van verkiezingsborden met de tekst “Vile ‘18”, zonder context. Pas maanden later, in augustus, was er plots de single “Loading Zones” – alsnog zonder een aankondiging van een album, weliswaar. Die kwam er pas bij de vervolgsingle “Bassackwards” in september. Het duo – respectievelijk een korte en een lange – bleek een staalkaart van Bottle It In, die in grote lijnen beschreef wat we mochten verwachten, zonder ook te veel prijs te geven. Als “Loading Zones” het anthem was, de waarschuwing om de fans scherp te krijgen, dan was “Bassackwards”, met zijn teruggespoelde vegen en stream of consciousness-tekst, de bevestiging dat de langharige zanger-gitarist zijn slackerstreken nog niet verloren had.
Net als goeie makker Adam Granduciel laat Vile immers graag zijn songs alle nodige ruimte. Liever te veel gitaarmotiefjes herhalen dan te weinig, moet hij gedacht hebben. Zijn affiniteit met die werkwijze blijkt uit “One Trick Ponies” (gezellig barbecuefeest met familie en vrienden: de soundtrack). “I’ve always had a soft spot for repetition” en “Pondered perpetual motion in the echo/Just like a song if the repeats were long”, geeft hij daar graag toe. Nog een geluk dat het nergens stoort, al was het drie keer kantje boord. Met een gemiddelde lengte van tien minuten is het trio “Bassackwards”-“Bottle It In”-“Skinny Mini” telkens een trip die de nodige moeite vergt, maar ergens weten we dat er achter de volgende bocht altijd wel iets komt om naar uit te kijken.
Verder doet een nukkige song als “Check Baby” hard denken aan “Puppet To The Man” van Smoke Ring For My Halo (uit 2011 alweer) en ratelt “Loading Zones” op z’n Viles vlot vooruit zoals “Pretty Pimpin” dat ook al deed ten tijde van B’lieve I’m Goin Down…. Tegelijk haalt Vile zijn neus niet op voor een avontuurtje. Zo is er “Rollin With The Flow”, waarin hij zich ontpopt als een onvervalste radiovriendelijke countrycrooner – ja, echt. Het resultaat is licht potsierlijk op een of andere aandoenlijke manier, niet alleen in het aanschijn van Viles volledige oeuvre, maar in mindere mate ook op Bottle It In als alleenstaand album. Hier kan en mag het uiteindelijk wel.
Tussen deze plaat en Viles vorige release, de samenwerking met Courtney Barnett Lotta Sea Lice, liggen er exact 365 dagen. Een groot deel van dat jaar kroop in het touren, alleen en met Barnett. De opnames voor Bottle It In gebeurden all over, op de dooie momenten waar die zich voordeden en met een bont allegaartje van gastmuzikanten (met bijdragen van onder anderen Kim Gordon en Cass McCombs). Dat resulteerde hier en daar in partijen die nog sporen van die lofi-aanpak verraden. Het is een zeker gebrek aan focus dat een muzikant als Kurt Vile wel staat, als hij er maar niet mee overdrijft.
Als Bottle It In ergens aan lijdt, dan is het misschien wel aan onverschilligheid. Alsof het album niet per se wíl uitbreken, maar zichzelf gewoon als een verzamelinkje leuke liedjes beschouwt. Zo blijft de zevende Kurt Vile een album dat gelukkig wel voorbij “gemiste kans” vliegt, maar op een gepast respectabele afstand van “klassieker” landt.
Op dinsdag 30 oktober speelt Kurt Vile met z’n Violators in de AB.