Jong zijn en over meer talent beschikken dan je zelf kan verwoorden; het is niet iedereen gegeven. Na enkele singles en een EP die haast overal in Europa in de smaak viel, is er nu de kers op de taart; een eerste plaat voor Tamino.
Win de juiste wedstrijd en je muzikale broodje lijkt gebakken. Het feit dat Tamino op het hoogste schavot eindigde aan het slot van De Nieuwe Lichting legt de Antwerpenaar geen windeieren, maar het zou het brandende talent van de jonge twintiger oneer aandoen door enkel te beweren dat Studio Brussel voor de grote doorbraak zorgde. Op het moment van de wedstijd had Tamino al zo goed als zeker een platencontract onder de arm; die wedstrijd winnen was eigenlijk niets meer dan het juiste beetje aandacht op het juiste moment. Ondertussen -een jaar en een aantal maanden verder- is die langverwachte eerste plaat er: Amir; het Arabische woord voor prins en simpelweg een van de beste Belgische albums van het jaar.
In principe is Amir een plaat waar je bijzonder rechttoe rechtaan over kan zijn: een net iets minder toegankelijk geheel volgestopt met nummers die perfect passen in het concept dat rond het album werd opgebouwd. Opener “Habibi” is zo de voorbode van wat er komt; slepende tonen doorspekt met een melancholisch verlangen naar een geliefde die misschien niet bestaat maar je desondanks toch afwijst. De falset waarmee Tamino in alle gemak door merg en been gaat is niets anders dan muzikaal goud. Vergelijk het nummer gerust met een passage doorheen een oud Victoriaans huis waarbij je op zoek bent naar schatten uit het verleden: elke seconde die voorbij gaat, klopt je hart in je keel en voel je je net iets meer claustrofobisch – en toch; je blijft luisteren hoewel je weet welk desastreus einde er op je pad ligt.
In “Sun May Shine” voel je opnieuw dat vingerdikke gevoel van onbehagen maar nu opgewerkt door minimalistisch gitaarwerk gecombineerd met duidelijke Arabische invloeden. Ook dat is Amir; als objectieve luisteraar mag je het resultaat gerust beschouwen als een volwassen eerbetoon aan Moharam Fouad, een van de grootste charmezangers uit de Arabische wereld en Tamino’s grootvader. “Indigo” en “Each Time” gaan op hetzelfde elan verder; twee trage nummers bedoeld om eerder te analyseren dan van te genieten.
“Cigar” vertrekt vanuit het idee dat ook dood, vernieling en gemis tot een prachtig resultaat kunnen leiden. “Death suits you dear sir/Like a beautiful coat/but without all the fur”; een eenvoudige regel uit het eerste nummer dat uitblinkt in eenvoud en tegelijkertijd bol staat van de symboliek. In “Persephone” wordt het Griekse verhaal van het ontstaan van de seizoenen in hetzelfde licht geplaatst: “The very flower you chose that day/It’s only task was to decay”; het zijn nummers met een loodzware boodschap die allesbehalve zo aanvoelen. Met een compositie als “Tummy” of “Verses” wordt Amir net weer dat tikkeltje lichtvoetiger; een noodzakelijk kwaad om het album toch niet ál te zwartgallig te maken.
Het resultaat? Een diepgaand en gelaagd album verpakt in een dichte mist van oprechte emoties; Amir volop ontdekken en zo begrijpen wat Tamino bedoelt, vergt een eindeloze reeks luisterbeurten. Misschien is het net de bedoeling dat de rook rondom het album nooit volledig optrekt, misschien valt de Antwerpenaar bij de moeilijke tweede genadeloos door de mand. Wat er ook van aan is; Amir, habibi, is Belgisch goud.
Tamino start aan het begin van november aan een tour doorheen Europa. Op dit moment staan er drie uitverkochte stops in Brussel op het programma.