Now Only is zowel muzikaal als tekstueel een vervolg op A Crow Looked At Me. Terwijl die plaat de dood en de woestenij die de dood van zijn vrouw Geneviève Castrée achterlaat recht in de ogen keek, kijkt Now Only verder. De dood is echt, wreed en willekeurig, absoluut, maar Now Only gaat net zo goed over wat er wel nog is en schakelt op ingenieuze, hyperpersoonlijke wijze tussen Elverums herinneringen, verlangens en, zoals de titel impliceert, hier en nu. Het resultaat is een complexere, rijkere plaat die net zozeer uw volle aandacht verdient.
Qua sfeer en conceptie is Now Only in ieder geval een stap vooruit: de songs zijn doordachter, beter geconstrueerd en er is meer plaats voor andere instrumenten en melodieën. Titeltrack “Now Only” heeft voor Elverums doen een bijzonder poppy, meezingbaar refrein dat de sérieux van de gitzwarte tekst over de dood een sardonische grijns geeft. Niet dat Elverum zich zomaar aan typische strofe-refrein songstructuren laaft: de teksten van de strofes treden constant buiten hun oevers, met Elverums herinneringen aan een festival waar hij conversaties met Father John Misty had en zijn macabere liedjes speelde, “to a bunch of young people on drugs / Standing in the dust next to an idling bus / With Skrillex inside and the sound of subwoofers in the distance”. Er zijn weinig artiesten die de tragi-komische absurditeit van het leven zo mooi en innemend op muziek weten te zetten als Elverum hier.
Herinneringen die buiten hun oevers treden en de songs overspoelen, is wel een constante: “Distortion” is een tien minuten lange reflectie op Elverums relatie met de dood doorheen zijn leven en zijn onbestemd verlangen om uiteindelijk weer uit te monden in de dood van Geneviève. Zoals Nick Cave het ook al zei: rouwen is alsof je aan een grote elastiek vastzit, je denkt dat je ervan afkomt, maar uiteindelijk word je altijd weer naar je gemis teruggekatapulteerd. Het verschil met A Crow Looked At Me zit er hem echter in dat Elverum het nummer wel op een relatief hoopvolle noot laat eindigen: “But in my tears right now / Light gleams”.
Zoals ook het geval is met de platen van Mark Kozelek van de laatste vier jaar, is het ook hier moeilijk om dit album alleen maar als album te bespreken. Het is net zo goed een literaire recensie waard, iets waar Elverum zelf ook bewust van lijkt te zijn, met zijn verwijzingen naar Jack Kerouac en Amerikaanse poëzie van pakweg Joanne Kryger of Gary Snyder. Het album bevat niet alleen complexe reflecties op de dood en hoe de “volle” herinnering aan iemand langzaamaan uit het zicht verdwijnt, maar bevat net zo goed bedenkingen over de natuur en het “zelf-zijn”, zoals op het einde van “Earth” dat eindigt met het beeld van Elverum die zich voorstelt dat hij op de bodem van een rivier ligt en net als Geneviève alleen nog maar vormloze materie is. Het is meer dan een doodsverlangen, het is net zo goed een andere, complexere visie op natuur en mens-zijn dan in het vroegere werk van Mount Eerie.
Of neem bijvoorbeeld de dichotomie waarop deze hele plaat gebouwd is: Elverum weet maar al te goed dat Geneviève voorgoed weg is en dat zij hem niet meer kan horen of zien, maar desondanks zingt hij toch alle nummers op deze plaat aan haar in de “you”-vorm,
gewoon omdat hij niet anders kan. Dat is het centrale thema van “Tintin in Tibet” dat zo ongelofelijk mooi en triest eindigt: “But I’d rather you were in the house watching the unfolding everyday life of this good daughter we made / Instead of being scattered by the wind for no reason / So I sing to you”.
De plaat sluit af met het kale “Crow, pt.2”, een vervolg op de afsluiter van A Crow Looked At Me waarin Elverum terugkomt op de kraai die hem en zijn dochter had aangekeken tijdens een wandeling in het bos kort na de dood van Geneviève. Het is een hard, eerlijk portret van hem en zijn dochter die samen naar de muziek van Geneviève luisteren, Elverum die eten voor hen maakt en het besef dat de tijd langzaam voorbij gaat. Langs de ene kant wil Elverum verder met het leven, maar hij wil ook nog niet loslaten.
Now Only is op die manier de volgende stap in het verwerkingsproces van Elverum. Er is meer plaats voor liefde, kleine, wazige momenten van absurd geluk en mooie herinneringen aan Geneviève, zoals op “Tintin In Tibet” dat op een prachtige manier beschrijft hoe ze elkaar voor het eerst ontmoet hebben. De instrumentatie is ook doordachter en rijker. Dat bewijzen de dreigende, voortgedreven passages van “Two Paintings By Nikolai Astrup” en de door feedback verwrongen gitaren op “Distortion” en “Earth”.
Die laatste komt wel bijzonder hard binnen op het moment dat Elverum beschrijft hoe hij stukjes bot van haar in hun tuin vindt op de plaats waar hij assen had uitgestrooid. De realisatie dat zij fysiek langzaam compost aan het worden is, loopt parallel met de gedachte dat de herinneringen aan haar langzaamaan verbrokkelen en verdwijnen, tot alleen nog maar haar kunst, haar muziek, haar tekeningen overblijven, of zoals Elverum het beschrijft in “Now Only”: “You are gone and then your echo is gone / And then the crying is gone / And what is left but this merchandise?”.
Er valt nog veel meer over dit album te schrijven. Het is net zoals A Crow Looked At Me intrigerend, bevreemdend, triest, ontroerend maar dan met meer aandacht voor esthetiek. Een plaat die gaat over mens zijn, een plaat die helpt zoals Herman de Coninck gelooft dat poëzie helpt: “zo dun als sneeuw gaat liggen,
en het helpt niet: / zo helpt poëzie”.