Na eerdere pogingen van de Britse internationalisten British Sea Power had (mvs) er geen goed oog meer in. De band vraagt nu met Let The Dancers Inherit The Party om een herkansing. Wie zijn wij om hen dan niet gepast van antwoord te dienen?
British Sea Power is nog altijd grofweg te klasseren als postpunk, als het al van moeten is, want de formatie rond broertjes Yan en Hamilton (voluit Wilkinson, nu weet u het ook) zijn tot veel meer in staat, als de wind maar goed zit. Dat was weer even geleden, op enkele lichtpuntjes die recentste platen Valhalla Dancehall (2011) en Machineries Of Joy (2014) wel degelijk bezaten na. Soms reikt British Sea Power nu nog met relatief gemak tot de hoogtes die het in zijn begindagen wist te bereiken. Al bij al sterke single “Bad Bohemian” is na enkele keren vlot meezingbaar, en “International Space Station” kan zich met een royale portie goeie wil bijna met meezinger “Oh Larsen B” uit Open Season (2005) meten.
Maar daar stopt het zo ongeveer. Ja goed, alle vertrouwde elementen zijn aanwezig, van slinks internationalisme (“International Space Station”, “Keep On Trying (Sechs Freunde)”) tot al dan niet relevante obscure name dropping (“The Voice Of Ivy Lee”: bij wie doet die naam een belletje rinkelen?). Die laatste song scoort wel nog op het vlak van relevantie, met een rake knipoog naar de hedendaagse geopolitieke situatie: “kings of propaganda, won’t you take another look at all the things you’ve done”. Maar verder leidt de jongensachtige fascinatie met de wereld te makkelijk tot wat hier bij enola eerder de stempel “grijze drab” kreeg. Let The Dancers Inherit The Party is dus in hetzelfde bedje ziek als wat voorafging. Wij hadden het ook heel graag anders gezien.
British Sea Power lijkt te willen zeggen dat we de moed niet moeten laten zakken, maar toont zich tussen de lijnen al even bang voor de wereld als de luisteraars die hij probeert te troosten en op te beuren. Van enig larger than life dat typerend was voor de verpletterende stadionrock van Do You Like Rock Music? (2008), is hier nagenoeg geen spoor meer. Dat maakt van “don’t be a bad bohemian” goeie raad die de band best eens zelf mag opvolgen. “Saint Jerome” vat het nog het meest treffend samen: “running out of matches and the fire keeps going out”.
Met “Don’t Let The Sun Get In The Way”, een bitterzoet anti-antidepressivum voor volk dat glimlacht in een regenbui, dient zich op de valreep nog een aangename verrassing aan. Alhoewel: zeker wat betreft geluid is het het soort song waarvoor fucking Coldplay zichzelf zal vervloeken dat het er niet eerst opkwam. Jammer dus dat British Sea Power hier wat te nadrukkelijk solliciteert naar een plaats op de allergrootste podia, waar die exponentieel populairdere Britten wél thuis zijn, want de song boeit op zich echt wel.
Het vergt heel wat luisterbeurten voor Let The Dancers Inherit The Party werkt, en zo zal de plaat zelfs bij de grootste fans nooit op de bovenste plank komen te liggen. Daarvoor komt British Sea Power ook te vertwijfeld uit de hoek. Moeilijke plaat — niet goed, niet slecht, gewoon jammer — van een band die zichzelf makkelijker inschat dan hij is. Geven we ze nóg een kans?
British Sea Power speelt op 17 mei in Trix.