Briqueville, zijn dat niet die vijf heren uit het Waaslandse gehucht Steendorp met hun gouden maskers en zwarte gewaden die zichzelf iets te serieus nemen? Over die gimmick kan je zeggen wat je wilt, maar hun tweede plaat is een bommetje.
Een interview met een van de vijf leden moet anoniem gebeuren. Ze begraven hun platen — letterlijk — in de aanloop naar de release. Hun ontstaan ging rond 2007 gepaard met een moordverhaal, uit de doeken gedaan door een bejaarde man aan het oude schoolgebouw waar ze repeteerden. De foto op de hoes is van een werk van Herman De Vries bestaande uit botten van koeien; al even huiveringwekkend als de muziek van Briqueville. Dat werk is overigens te bezichtigen in Verbeke Foundation in Stekene — ook Waasland, jawel. Zeggen dat het plaatje bij Briqueville klopt, is een understatement.
De muziek klopt eveneens als een bus, ook wanneer het geluidspalet op II breder gaat. Briqueville is en blijft metal, maar dan vakkundig opgesmukt met drones, soundscapes, elektronica en psychedelische invloeden. Wat een brutale start is “Akte V”, maar daar blijft het niet bij. Een onheilspellende, meeslepende riff, drones en elektronica worden met elkaar vervlochten en toch is de muziek tot de essentie herleid. Qua sound ligt dit nummer overigens het dichtst bij hun debuut dat eind 2014 verscheen.
Ook de twee daaropvolgende nummers lijken opgebouwd te zijn rond één verschroeiende melodie en daar worden nog interessantere dingen mee gedaan. “Akte VI” snijdt pas echt diep. De sound wordt opengetrokken met postrockgitaren, spaarzame stemmen en keys. Briqueville blijft variëren op die ene opstijgende melodie tot de finale uitbarsting op een organische manier tot stand komt. De leden mogen dan naar eigen zeggen verschillende achtergronden hebben — van jazz over metal tot electro, lazen we ergens — en nog altijd in andere bands spelen, maar ze lijken bij Briqueville verbonden door een voorliefde voor muzikale mantra’s en duisternis.
“Akte VII” wordt ingeleid door gitzwarte gitaargolven, dreigende drums en hopeloze vocalen en evolueert tot een gitzwarte, psychedelische trip van maar liefst twintig minuten. Daarin passeren ambient, bezwerende riffs en ingetogen momenten ook de revue. Die elementen gunnen de luisteraar wat ruimte om te bekomen van de afmattende passages. Maar wanneer het hoogtepunt bereikt wordt, heeft het marsritme de dreiging van een afstormend leger. Toch wil je nog eens luisteren. En nog eens, en nog eens, en nog eens. Een verslavende uitputtingsslag is het.
Als er dan toch eens een naam valt in teksten over Briqueville, is het die van producer Sebastiaan Omerson of Robin Aerts, die de band hielp bij de opnames. Het moet gezegd: zij hebben ook fantastisch werk geleverd. De sound van de plaat is meer op sfeerschepping dan op zuivere metal gefixeerd. Daardoor kruipt het geheel nog dieper onder de huid. Laat de muziek van deze tweede Briqueville dus best rustig doorsijpelen. Misschien moeten de heren die maskers nu maar eens afzetten. Ook zonder zouden ze iedereen de pan in hakken.
Briqueville speelt op 19 maart in de Charlatan in Gent en op 31 maart in Het Bos in Antwerpen. In april volgen nog Het Bos, Café Café, de AB en Muziekclub 4AD.