O Canada, waar ijs de nationale staat van water is, waar Sasquatch nog in het wild leeft, en waar curling populair is. En ook: waar Winnipeg ligt, van waaruit singer-songwriter John K. Samson sporadisch zijn kijk op de wereld rond zijn voordeur deelt. Ja hoor, Winter Wheat is opnieuw een vooral Canadese aangelegenheid.
Wat levens geleden was Samson als schriele jongeling nog onderdeel van punkrockformatie Propagandhi, en zo mede verantwoordelijk voor een flink deel van Canada’s export aan rechtgeaarde maatschappijkritiek. Sindsdien betreedt hij zijn eigen zachtaardigere paden, even solo en kort daarop met het fijne The Weakerthans, en sinds 2012 opnieuw onder eigen naam. Minstens op plaat laat hij zich graag bijstaan door partner Christine Fellows, en nu op Winter Wheat ook door de ritmesectie van The Weakerthans.
Die kleine reünie is er lichtjes aan te merken: sommige songs zijn – zonder enige negatieve connotatie, integendeel – The Weakerthans light, en ook de opname gebeurde door Weakerthans-getrouwen. Zelf neemt Samson kundig als voorheen veelal de akoestische gitaar finger-pickend te hand. Elektrische gitaar is deze keer voor rekening van Shotgun Jimmy, die eerder als tourmakker al live-versterking verzorgde. Verder zit er nog een legertje muzikanten in de achtergrond, die met gepaste afstand de songs aandikken, zonder Samsons gitaar en licht nasale stem van het voorplan te houden. Zo krijgen we 15 mijmerende, troostende of ook opgewekte, maar vooral moderne folksongs.
Want Samson weet het moderne leven meermaals knap te fileren. En hij ziet verslaving alom: drugs en alcohol (“17th Street Treatment Centre”), olie (trieste buitenbeentje “The Vampire Alberta”), maar vooral technologie. Zo speelt “Capital” zich bijvoorbeeld af in “a one bar WiFi kinda town” en weet “Oldest Oak At Brookside” dat er een tijd was “before the phones told us where to go”. Klinkt ons allen ongetwijfeld bekend in de oren! In 2013 was Samson writer-in-residence aan de Universiteit van Manitoba, en los van die kwinkslagen is dat niet uit de lucht gegrepen. Zo zit er in elke song wel een fragment dat heel aardig onmiddellijk onthoudbare, observatieve oneliners met poëtische diepte kruist.
Samson kan albums vullen met de meest uiteenlopende wereldse personages – gejaagde zakenmensen, geïnterneerde alcoholisten, falende studenten – noem maar op. Het meest sprekende personage blijft het sympathieke katbeest Virtute, dat over z’n baasje zingt in Samsons eerdere Weakerthans-werken (“Plea From A Cat Named Virtute”, “Virtute Explains Her Departure”) en een comeback maakt op afsluiter “Virtute At Rest”. Het is werkelijk fijn te horen dat alles ondanks depressie en drankmisbruik goed komt met baasjelief. Samson vervaagt ook op die manier wel de lijn tussen zijn solo- en groepsmateriaal, terwijl dat helemaal niet nodig is.
Maar eerlijk is eerlijk: Winter Wheat is niet perfect. Alles bij elkaar beschouwd, mist de plaat vaart, en meer dan eens stranden de songs ergens waar ze graag gebaren dat “Cruise Night” de betere song op langspeeldebuut Provincial (2012) was – niet het geval. Een vrolijke song als “Fellow Traveller”, het waargebeurde maar vreemd genoeg bijna komische relaas van een Britse geheim agent die “verbrand” raakte, had snediger gekund. En het grotendeels gesproken “Quiz Night At Looky Lou’s” wordt gered door de samenhang van het mooie “Alpha Adept”. Zonder die muzikale rode draad zou onze vinger op dat punt misschien snel richting skiptoets neigen na enkele luisterbeurten.
Uiteindelijk zorgt Samsons verhalende kracht ervoor dat Winter Wheat niet verzandt in een soort gemakzuchtige loomheid, hoewel die vaak over de verre horizon loert. Nu kunnen we de plaat gerust een exportproduct noemen waarvoor wij dat CETA-handelsakkoord onmiddellijk zouden ondertekenen.