Jurassic World

22 jaar nadat Steven Spielberg voor het eerst de poorten van Jurassic Park wijd open smeet in zijn iconische blockbuster, en 14 jaar nadat het laatste dinosaurusei werd uitgebroed in het lamentabele Jurassic Park III, wordt de franchise alsnog gereanimeerd in Jurassic World – wellicht vooral zo genoemd omdat het vanaf aflevering 4 altijd lichtjes gênant wordt om nog een cijfer in je titel te zetten. Wat had kunnen uitdraaien op niet meer dan een cynische marketingstrategie, is uiteindelijk… Nuja, is strikt genomen ook uitgedraaid op een cynische marketingstrategie, maar dan wél één die ook een genietbare zomerse blockbuster heeft opgeleverd. Jurassic World dreigt niet snel levens te veranderen of een even grote klassieker te worden als het origineel, maar hij zoeft wel vlotjes naar de tweede plaats in het Jurassic-klassement (want laten we vooral niet pretenderen dat The Lost World een waardige opvolger was, dames en heren nostalgici).

Het Jurassic Park waar John Hammond destijds van droomde, is in deze nieuwe aflevering realiteit geworden als Jurassic World, een groots opgezet attractiepark, waar elke dag duizenden toeristen kunnen toekijken hoe een T-Rex gevoederd wordt of een ritje kunnen maken in een jeep tussen de Galimimussen (“They’re flocking this way”, weet u nog?). In een poging om de attracties nog spectaculairder en grootser te maken, hebben de breinen achter Jurassic World eigenhandig een nieuwe dinosaurus gekweekt die, zoals ze het zelf zeggen, “nog meer tanden heeft”: de Indominus Rex. Slecht idee, uiteraard, want nog voor je “chaos theory” kan zeggen, is dat beest uit zijn hok ontsnapt en kan het rennen, springen en brullen beginnen.

Oh ja, en er lopen ook mensen rond in Jurassic World – dat moest blijkbaar zo nodig. Held van dienst is Chris Pratt als Owen, een trainer in het park die tijdens het eerste half uur de rest van de cast mag aanmanen om toch vooral voorzichtig te zijn met die beesten en daarna de boel mag proberen op te lossen. Bryce Dallas Howard is de damsel in distress: een harde zakenvrouw wiens twee neefjes (Ty Simpkins en Nick Robinson) op bezoek zijn in het park en zich na een tijdje niet meer zo bijster goed amuseren.

Niet dat dat uitmaakt: net zoals bij alle films in dit genre, zijn de personages ook hier verwaarloosbare placeholders en regisseur Colin Trevorrow lijkt zich niet echt geroepen te voelen om verandering te brengen in die traditie. Om toch te kunnen zeggen dat het op zijn minst érgens over gaat, probeert hij tussen neus en lippen wel wat commentaar mee te geven over wetenschappelijke hoogmoed die voor de val komt – rotzooien met moeder natuur doe je enkel op eigen risico. Net zoals in de eerste Jurassic Park dus. Ook bestaande themaparken waarin dieren worden uitgebuit, zoals het beruchte Amerikaanse walvissenpark Seaworld, krijgen een zijdelingse veeg uit de pan. Die thema’s zitten er eerder pro forma in verwerkt. Eigenlijk bestaat Jurassic World natuurlijk maar om twee redenen: om een nostalgische terugblik te bieden op de originele film en daarna om nog eens een stevige portie dino-spektakel te serveren.

Voor mensen die met de originele Jurassic Park zijn opgegroeid, is het eerste half uur van Jurassic World namelijk een zorgvuldig geconstrueerde trip down memory lane, afgestemd op de tieners van toen die nu met hun eigen kinderen komen kijken. Dat gaat van subtiele referenties – Mr. DNA maakt bijvoorbeeld een optreden en John Hammond zie je in een hoekje van het scherm opduiken als een standbeeld in het bezoekerscentrum – tot grootse kippenvel-momenten, zoals het ritje met de monorail door de grote poort, terwijl John Williams’ legendarische themamuziek door de luidsprekers schalt. Trevorrow lijkt zijn publiek constant in de ribben te porren: “weet je nog hoe grandioos Jurassic Park destijds was? Wel, dààr gaan we dus opnieuw voor!” Dat soort zelfbewuste referenties aan de eigen franchise kunnen aan een rotvaart irritant worden, maar Trevorrow zorgt er wel voor dat Jurassic World tijdig de nostalgie weer loslaat.

Voor zijn actiescènes grijpt de regisseur – logisch genoeg – terug naar de voorbeelden uit de Spielberg-catalogus. Blijkbaar heeft hij elke avonturenfilm uit Spielbergs oeuvre shot voor shot geanalyseerd, om daarna te concluderen: “als ik nu gewoon dàt eens doe?” Er zijn slechtere voorbeelden om te volgen; Jurassic World heeft maar weinig eigenheid, maar de actiesequensen zijn wel duidelijk in beeld gebracht, zonder hun toevlucht te nemen tot shaky camerabewegingen, een overdosis close-ups of een hyperkinetische montage.

Wat Trevorrow dan weer niet geleerd heeft van Spielberg, is dat hij op tijd en stond ook een pauze in zijn actie moet inlassen. In Jurassic Park kon het publiek even uitpuffen tijdens de “veggie-saurus”-scène, of tijdens de “Spared no expense”-dialoog tussen Richard Attenborough en Laura Dern – momenten die heel even de personages weer centraal stelden, zodat de film toch een schijn van menselijkheid bewaarde. Hier krijg je zoiets nooit: eens Jurassic World begint te knallen, houdt hij ook niet meer op tot het einde, waardoor de personages echt niets meer te doen krijgen buiten rennen en gillen. Naar het einde toe zorgt dat stilaan voor een actie-indigestie. Al is ook dat relatief: nu zelfs een Avengers-film zijn verhaal niet meer verteld krijgt op minder dan 140 minuten (en dan nog… “verhaal”… “verteld krijgen”), moeten we wellicht al blij zijn dat Trevorrow de boel tenminste op twee uur afrondt.

Los van de nostalgie-factor en de vakkundig opgeklopte hype, is Jurassic World dus eigenlijk gewoon een degelijke blockbuster, plezierig zo lang hij duurt en daarna snel weer vergeten. Een Mad Max is dit niet, maar we hebben er ons toch een stuk beter mee geamuseerd dan met de doorsnee Marvelfilm.

6.5
Met:
Chris Pratt, Bryce Dallas Howard, Ty Simpkins, Nick Robinson, Vincent D'Onofrio, Omar Sy, Irrfan Khan, Judy Greer
Regie:
Colin Trevorrow
Duur:
124 min.
2015
VS
Scenario:
Rick Jaffa, Amanda Silver, Colin Trevorrow, Derek Connolly

verwant

The Terminal List – Season 1

In het jaar dat Tom Cruise de bioscoopzalen uitverkoopt...

Jurassic World Dominion

In 1993 verfilmde Steven Spielberg de roman Jurassic Park...

The Book of Boba Fett

Wie is Boba Fett? Waarom is een bijna onbeduidend...

Onward

Sinds de prille begindagen van de studio, had Pixar...

The Lego Movie 2: The Second Part

Toen Warner Bros in 2014 kwam aandraven met The...

aanraders

Vermiglio

Ter voorbereiding van Maternal (2019) ging Maura Delpero, die...

Black Bag

Steven Soderbergh is misschien niet meer de prominente Amerikaanse...

The Outrun

Op vlucht van haar destructieve bestaan in Londen keert...

The Seed Of The Sacred Fig (Dane-ye anjir-e ma’abed)

De dissidente filmmaker Mohammad Rasoulof, die tot de derde...

Sinners

Waar eind vorig jaar Robert Eggers’ Nosferatu de eponieme...

recent

Traffic (Reostat)

Als er één rode draad doorheen het nog vrij...

S10 :: ”Ik wilde het popgevoel eens helemaal omarmen”

Drie jaar nadat ze op het Eurovisie Songfestival indruk...

Joost de Vries :: Hogere machten

Begin je veertiger jaren zijn, en al een Gouden...

Alfred :: Maltempo

Na Senso verschijnt nu ook Maltempo van Alfred in...

A Place To Bury Strangers

Lawaai: als A Place To Bury Strangers ten dans...
Vorig artikel
Volgend artikel

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Schrijf uw reactie
Vul hier uw naam in