Een oprechte rootsplaat over diepgewortelde problemen, of die nu maatschappelijk of emotioneel zijn, de sfeer zit alvast goed. New Rising Sun biedt op We’re All Coming Home meer variatie dan verwacht en de opname op zich doet de muziek leven.
Wie in Antwerpen al eens rondzwerft na middernacht, heeft veel kans om op het Mechelseplein te belanden. De cafés zijn er net iets langer open, het volk is er net iets hipper. Tussen alle gesprekken over het perfecte hartje in cappuccinoschuim of de nieuwe sportfietsen van Urban Outfitters door, hoor je plots een vage melodie van Bob Dylan, gezongen door een hese, maar zelfverzekerde stem. In de Hypothalamus, bruin en rokerig, vol tooghangers en buskers, brengt Dries Bongaerts, zanger en frontman van New Rising Sun, zijn eigen versie van Dylans “Like A Rolling Stone”. Hij vraagt niet om geld en zelfs niet om aandacht: Bongaerts is geen busker meer, maar een folkfanaat met een onblusbare drang om nummers voor te brengen, of ze nu door hemzelf of door anderen zijn geschreven.
Onder invloed van hun eigen folkhelden, diezelfde Bob Dylan en Tallest Man On Earth, begon Bongaerts samen met medestraatmuzikant David Hermans rond 2008 eigen songs te schrijven onder de naam New Rising Sun. Het duo is met Diego Faes, Sandro Rossi en Tim Caramin ondertussen uitgegroeid tot een vijftal en de simpele folksongs tot sterk gearrangeerde nummers met verschillende rootsinvloeden en nieuwe inspiraties als C. W. Stoneking. De samenstelling van de groep varieert ondertussen dan ook van akoestische gitaar met banjo, contrabas, drum en viool op “On Our Way” tot elektrische gitaren met basgitaar, drum en keys op “Sad Sad World”.
We’re All Coming Home begint met een akoestische en lakse sfeer die rustig voortswingt tot een iets meer elektrisch getint middelpunt van de plaat. “The Day My Love For You Will Die” is een sterke opener. “We’re All Coming Home” blijft ondanks de soberdere instrumentale invulling in dezelfde swing, maar beide nummers worden even vergeten bij “Diggin’ Me A Hole”. Deze vredevolle plattelandsblues met een contrasterend droevige tekst is New Rising Sun op zijn best. Ook al zijn er geen grote verrassingen, toch klinkt de melancholische song origineler en minder voorspelbaar dan enkele andere nummers op de plaat. Veel ingewikkelder dan een zomerse jam hoeft het niet altijd te zijn, maar daarin verschillen “Diggin’ Me A Hole” en “Stranger In The Night” wel. Dat laatste lijkt ondanks ietwat voorspelbare wendingen te bewust gestructureerd als een echte popsong onder een dunne sluier van Bob Dylanfolk. Dan toch liever de volle countrystijl dan een halve folkinvloed
Een ander hoogtepunt van de plaat is het bekroonde “Sad Sad World”, waarmee New Rising Sun twee jaar geleden de protestliederenwedstrijd van ONE won. Het nummer werd vervolgens akoestisch opgenomen in een AB Session, maar op We’re All Coming Home krijgen we de elektrische versie die krachtige nuances zet wanneer de tekst intenser wordt. Nooit hebben ze het nummer zo sterk opgenomen. Het nummer zelf lijkt gegroeid te zijn, maar dat mag ook na zo’n lange tijd. Afsluiten doen we met een heel summier begeleid “Stay Away From Me”, een aangenaam fris en verrassend nummer en in het verlengde “Wait”, wat even zacht begint, maar sterk dynamisch eindigt.
Vrees dus niet: tussen het barhoppen in zal er nog vaak een kraak van Bongaerts weerklinken vanuit een klein hoekje, of het nu in de Hypothalamus of de Muze is. De groeiende roem van We’re All Coming Home zal daar niet snel tussenkomen.