Vague sleept zichzelf met Tempdays doorheen het eind van de jaren tachtig en het begin van de nineties zonder veel eigen inbreng. Discussies over intellectueel eigendom zijn niet nodig, maar enige kritiek dringt zich op.
Met de single “Vain City” verscheen de Weense groep Vague zowat uit het niets: een vage naam en een even wazig maar catchy nummer. Een frisse mix tussen Joy Division, Sonic Youth en hier en daar wat Velvet Underground maakte benieuwd naar meer, maar Tempdays laat ons op onze honger zitten. Veel verder dan die mix van inspiraties gaat het niet echt, waardoor dit debuut zelfs wat oubollig klinkt.
Wanneer “Vain City” afsluit met “Are they sure they need to be the person that they hide? / Are they aware that the radio’s whispering to their minds?”, komt dit zelfs vervreemdend gedateerd over uit de mond van een generatie die stoffige sierradio’s laat wegkwijnen in een hoek of op zijn best gebruikt als radiowekker. Maar dat krijg je met vijf jongelingen uit Wenen, die met ietwat knuddig Engels songs schrijven om hun idolen eer aan te doen. En dat doel bereiken ze: onhandige formuleringen van gekende thema’s kunnen zo ook hun charme hebben.
Opener “Nothing Again” heeft wel een aanvaardbare nonsenstekst, maar is zoveel verontschuldigd aan Sonic Youth dat we even moesten checken of het geen cover is. Niet dus. Hetzelfde geldt voor “Black Sheep”, dat ergens tussen Joy Division en The Cure zweeft en “Take It Still”, een nummer dat van Velvet Underground zou kunnen zijn, maar dan gebracht door Thurston Moore. “Space Addict”, het enige resterende nummer, lijdt ook aan deze identiteitsstoornis, maar doet dat samen met “Vain City” misschien iets minder dan de rest van de korte plaat. Desondanks hoort het niet bij de betere nummers.
Het zijn vooral “Black Sheep”, “Take It Still” en “Vain City” die meezingbaar en jeugdig de plaat dragen, hoe vaag de teksten dan ook mogen zijn. Het zijn fatsoenlijke retrosongs, maar ook de uitvoering sleept af en toe wat achterop. De drum vertraagt op sommige momenten en de bas stuwt alles ook niet meteen terug naar het juiste tempo, wat in dit geval eerder slordig klinkt dan charmant.
We hebben dus een ietwat rommelige plaat die bij de oude garde postpunkers wil aansluiten en daar qua sound vaak in lijkt te slagen. Tempdays telt enkele goed uitgewerkte songs die zelfs wat hitpotentieel hebben, maar zeggen dat die echt goed of origineel zijn, is met alle respect voor alle vormen van retro, onmogelijk. Vague zet jammer genoeg nooit die ene stap verder die nodig is om als groep een eigenheid te vinden.