Een treurig gezelschap is het, die nieuwe meute indie-r&b artiesten. Banks, The Weeknd, How To Dress Well, James Blake, … In het donker gehuld schuifelen ze als een gezapige begrafenisstoet over de scene. Ze staan in schril contrast met de overgave, het vuur en de passie van nieuwkomer FKA Twigs.
Het pseudoniem van de zesentwintigjarige Tahliah Barnett uit Londen is al een tijdlang faam aan het verwerven op de meest blitse blogs. Ze begon haar carrière een paar jaar terug als danseres in video’s van onder meer Ed Sheeran en Jessie J. In “Video Girl”, een van de betere nummers van haar debuut, rekent ze af met dat verleden: “Is she the girls from the video?/There’s nothing to say/I can’t recognize me” Barnett staat nu op haar eigen benen, laat dat duidelijk zijn. Op basis van twee gesmaakte EP’s verkocht ze begin mei de Botanique uit, waar ze erg overtuigend en vrij matuur voor de dag kwam. Nu volgt na EP1 en EP2 logischerwijze LP1, waarop Barnett tien nagelnieuwe nummers verzamelt.
Aaliyah is gereïncarneerd en heeft een angst opgedaan voor al wat banaal en voorspelbaar klinkt. Dat is exact wat wij dachten na een eerste beluistering van LP1. Niet alleen Barnett haar klankkleur, maar ook de zorgvuldige plaatsing van haar woorden roepen herinneringen op aan de betreurde zangeres uit Brooklyn. Ook muzikaal vallen er parallellen te trekken, zo zit “Hours” vol dwarse geluiden die rond de eeuwwisseling met schijnbaar gemak uit de koker van Timbaland rolden. FKA Twigs wist voor LP1 trouwens de crème de la crème van de nieuwbakken r&b-producers te strikken: Sampha, Arca, Clams Casino en Paul Epworth doken allen mee de studio in. Daar moet doeltreffendheid het codewoord geweest zijn. De producties zijn hyperclean en kaal, vaak gaat het om niet meer dan een clap en wat digitale ruis. Maar ieder geluid heeft wel zijn functie, zoals het verdoken gitaartje van Paul Epworth in “Pendulum”.
In de Botanique vergeleken we Barnett nog met een exotische paradijsvogel. Op LP1 neemt ze de gedaante aan van een veelkleurige spinachtige die zich ijzingwekkend voortbeweegt over haar ragfijn web van minimale, broze beats met de gifkaken steeds op haar prooi gericht. “Was I just a number to you?”, sneert ze in het beklemmende “Numbers”. In “Two Weeks” spint ze haar web rond je tot je gevangen zit en niet anders kan dan je volledig overgeven: “Motherfucker, get your mouth open, you know you’re mine” klinkt het op niet mis te verstane wijze.
Het leeuwendeel van de nummers blijft ook na meerdere luisterbeurten boeien, enkel het angelieke “Closer” lieten wij er al snel van tussen. Toch mist LP1 wat variatie om van een echt perfect debuut te spreken. Het lage tempo wordt immers een hele plaat aangehouden, een nummer als “Pyramids” van op Frank Oceans debuut — als we dan toch een mannelijke tegenhanger moeten zoeken — zou LP1 deugd gedaan hebben. Toch stelt het album zeker niet teleur. Integendeel: het is een intrigerend werkstuk met een bijzondere aantrekkingskracht.
“My thighs are apart for when you’re ready to breathe in”, hijgt Barnett in “Two Weeks”, het ultieme prijsbeest van het debuut. Zaterdag speelt FKA Twigs om 17.05 uur in de Castello op Pukkelpop. Wie durft?