Het is eigenaardig hoe de carrières van twee regisseurs soms, om geen enkele aanwijsbare reden, parallel aan elkaar kunnen lopen. Case in point: Jason Reitman en Alexander Payne. Allebei verwierven ze bekendheid met scherpe, satirische films (Thank You for Smoking voor Reitman, Election voor Payne). Allebei volgden ze die films op met tragere, meer bedachtzame tragikomedies, die meestal over mannen van middelbare leeftijd gingen (vergelijk de toon en sfeer van Up in the Air maar eens met die van Sideways, of nog beter: leg Sideways maar eens naast Young Adult). Hell, ze maakten zelfs allebei op een bepaald moment een satirische film over een ongewenste zwangerschap (Citizen Ruth en Juno). Reitman en Payne slaan met hun jongste films allebei een andere richting uit, niet enkel ten op zichte van elkaar, maar vooral ook ten opzichte van zichzelf. Payne maakte Nebraska, een road movie-aan-een-slakkengangetje, die bij momenten aan Jim Jermusch deed denken, terwijl Reitman zijn heil zoekt in het romantische thriller-genre met Labor Day (en als dat al geen genre was, dan is het dat nu wel).
Kate Winslet speelt Adele, een huisvrouw die circa 1987 in de steek gelaten wordt door haar echtgenoot en dan ook alleen overblijft met haar pakweg twaalfjarige zoon Henry (Gatlin Griffith). Ze zakt steeds dieper weg in een depressie en durft nauwelijks nog buiten te komen. Tot Henry op een dag in de supermarkt bij het nekvel wordt gegrepen door Frank (Josh Brolin). Hij is net uit de gevangenis ontsnapt en dwingt moeder en zoon om hem tijdelijk onderdak te bieden, totdat het veilig genoeg is voor hem om het land te ontvluchten. Surprise: die Frank blijkt eigenlijk best wel een geschikte kerel te zijn en tijdens het lange weekend dat ze samen doorbrengen, evolueert het drietal aan een indrukwekkend tempo tot een soort ersatz-gezin.
Labor Day is de eerste keer dat Reitman afstapt van het (tragi)komische genre, maar op een aantal belangrijke punten blijft hij wel trouw aan de stijl die hij zich eigen heeft gemaakt: ook hier krijgen de personages voorrang op de plot en geeft hij een bewust kabbelend ritme aan zijn film (elke film van Reitman lijkt net iets trager te gaan dan de vorige). De prent heeft dan wel de basisstructuur van een thriller, maar vergis je niet: dit is geen intens gijzelingsdrama, geen opwindende misdaadfilm. Reitman mikt op een lyrische, bijna poëtische toon: het verhaal speelt zich af tijdens de laatste hitte voordat de herfst komt, en die sfeer wordt tastbaar gemaakt met een rijk kleurenpalet, vol gele en oranje tinten. De regisseur kiest ook voor een vrij losse cameravoering, met op gezette tijden een lens flare en shots waarin je de zon door het bladerdek van de bomen ziet priemen. Voeg daar nog een paar gestileerde flash backs aan toe en een mijmerende voice over, ingesproken door Tobey Maguire als de volwassen Henry, en je voelt af en toe zelfs de geest van Terence Malick neerdalen over Labor Day.
De seksuele aantrekkingskracht tussen Winslet en Brolin knettert dat het een aard heeft, en Reitman zet die in de verf met sensuele scènes, zoals één waarin Brolin Winslet vastbindt aan een stoel (kinky!), of één waarin het nieuw samengestelde gezin samen een taart bakt. Reitman concentreert zich op kleine aanrakingen, handen die zich verstrengelen en op de reacties op de gezichten van de personages, om een sterk gevoel van intimiteit te creëren. Labor Day is een stille film, van gefluisterde conversaties en ingehouden emoties.
En dat alles werkt wel zo lang het duurt, maar de sterke regie, de sfeerrijke fotografie en de goede acteurs kunnen niet verhinderen dat de eigenlijke plot simpelweg niet geloofwaardig is. De snelheid waarmee er een absoluut vertrouwen en zelfs liefde groeit tussen Brolin en Winslet, behoort toe aan het rijk van romantische pulpliteratuur en niet aan de werkelijkheid. In feite zie je hier twee uur lang héél getalenteerde mensen aan het werk die hun uiterste best doen om de beperkingen van hun basismateriaal te overstijgen of weg te moffelen. Labor Day heeft veel weg van hoe een Nicholas Sparks-verhaal er zou uitzien, mocht Nicholas Sparks effectief kùnnen schrijven. Op de uitvoering valt weinig aan te merken, maar de film is volledig daarvan afhankelijk om niet als een zeepbel uit elkaar te barsten.
Je zou je ook vragen kunnen stellen bij de manier waarop de man-vrouw-relatie in beeld wordt gebracht. Je kan Labor Day immers interpreteren als een ultieme illustratie van de gedachte dat een vrouw niet zonder een man kan – Winslet is zo wanhopig om een man in huis te hebben, eender welke man, en voelt zichzelf zo verloren en onvolledig zonder vent in huis, dat ze stante pede verliefd wordt op de eerste kerel die haar wat aandacht schenkt. Voor de jonge Henry wordt Frank de crimineel ook ogenblikkelijk een vaderfiguur, die baseball met hem speelt, hem leert hoe hij een autoband moet vervangen en ga zo maar door. Het huishouden van Adele en Henry is aanvankelijk uit evenwicht door het gebrek aan een man. Dan komt er één – uit de gevangenis ontsnapt of niet – en hopla: het evenwicht is hersteld. Het zal vast wel zo niet bedoeld zijn, maar een mens wordt toch spontaan benieuwd hoe de gemiddelde feministe tegen Labor Day aankijkt.
Nu goed, als je gelooft in het adagium dat de uitvoering alles is voor een film, dan zal je niet teleurgesteld zijn in Labor Day. Hij is absoluut fascinerend zo lang hij duurt, en het is bewonderenswaardig hoe Reitman er voor kiest om uit zijn comfort zone te stappen en voor een ander genre te kiezen. De volgende keer mag hij dat nog eens doen, maar dan met een sterkere fond.