Met Moonrise Kingdom had Wes Anderson twee jaar geleden een voorlopig hoogtepunt bereikt in zijn vijftienjarige carrière; waren zijn vorige films nog vaak iets te gimmicky (The Royal Tenenbaums) of te rommelig (The Life Aquatic with Steve Zissou) om échte pareltjes te zijn, dan vond Anderson in Moonrise Kingdom de perfecte mix tussen zijn neurotische stijl, zijn quirky personages en zijn o zo mooi, tragikomisch verhaaltje. In opvolger The Grand Budapest Hotel moet de man bevestigen dat hij niet enkel één van de meest eigenzinnige, maar ook één van de beste filmmakers van zijn tijd is, en guess what: Anderson kwijt zich meesterlijk van zijn taak.
The Grand Budapest Hotel wordt gepresenteerd als een dubbele kadervertelling, waarin een naamloze auteur uit de jaren ’80 (Tom Wilkinson) vertelt hoe zijn jongere ik (Jude Law) in de jaren ’60 een onwaarschijnlijk verhaal te horen kreeg van Mr. Moustafa (F. Murray Abraham), de toenmalige eigenaar van het Grand Budapest Hotel – een etablissement in een door Anderson zelf ingekleurde versie van het Oost-Europa uit de jaren ’20 en ’30. Moustafa’s carrière begon veertig jaar eerder als bell boy (Tony Revolori) en persoonlijke assistent van de ijdele en aan romantische poëzie verslaafde conciërge Monsieur Gustave (Ralph Fiennes). Gustave erft een fortuin wanneer zijn bejaarde minnares Madame D. (Tilda Swinton) in verdachte omstandigheden overlijdt, en dat dik tegen de zin van haar zoon Dmitri (Adrien Brody); een heleboel verwikkelingen volgen, en personages die enkel uit de hersenpan van Anderson hadden kunnen komen – denk: een patissière met een moedervlek in de vorm van Mexico (Saoirse Ronan), een gothic aandoende huurmoordenaar met doodshoofd-boksbeugels (Willem Dafoe), en zo verder – zorgen voor hulp of tegenkanting.
In zowat elk opzicht is The Grand Budapest Hotel wat je op basis van de trailer en vooral op basis van Andersons carrière zou kunnen verwachten: wie zich tot dusver blauw heeft geërgerd aan ’s mans films, zal bezwaarlijk kunnen genieten van z’n nieuwste, en wie een nerdy vreugdedansje heeft gedaan bij elk van z’n vorige releases, zal ook nu weer kirren van plezier. Wij blijven het hoe dan ook verbazingwekkend vinden hoe fris elke nieuwe Wes Anderson-film blijft aanvoelen: ook in The Grand Budapest Hotel worden weer alle typische stilistische en narratieve trucjes uit z’n vorig werk gerecycleerd, maar er is geen moment dat je al die ingrepen beu dreigt te worden, gewoon omdat Anderson ze op een geweldige manier toepast. Kijk maar eens naar een ski- en slee-achtervolging; een versneld stop-motion-effectje maakt die scène zo gimmicky als wat, maar het werkt verdomd goed.
Stilistisch gezien is The Grand Budapest Hotel dus alvast weer een filmpje om duimen en vingers bij af te likken; de cinematografie van vaste Wes Anderson-collaborator Robert Yeoman barst weer van de haarfijn uitgemeten symmetrische composities, grappig dramatische push-ins, nerveuze whip pans, en een heerlijk gevarieerd kleurenpalet – hoewel de jaren ’20 en ’30 er natuurlijk iets uitgebleekter uitzien dan het India uit The Darjeeling Limited of de jaren ’60-vibes van Moonrise Kingdom. Tel daarbij een montage die ritmischer is dan de beste metronoom en de heerlijke magic touch die Anderson in z’n stijl weet te leggen, waardoor die in de verste verte nooit banaal wordt of gemakkelijk overkomt, en je kan niet anders dan vaststellen dat meer dan vijftien jaar aan ervaring ervoor hebben gezorgd dat Wes Anderson z’n stijl tot in het perfecte heeft verfijnd, om er films mee te maken die op louter vormelijk vlak al gewoon fantastisch zijn om naar te kijken.
Gelukkig is The Grand Budapest Hotel ook meer dan zomaar prachtig kijkvoer: de erg gerichte plot van Moonrise Kingdom moet hier plaats ruimen voor een verhaaltje dat in de traditie van Andersons eerdere films vrolijk heen en weer stuitert, en het koppeltje dat de emotionele kern vormde wordt hier een ietwat vreemd duo van een geflipte mentor en zijn iets minder geflipte leerjongen. Het zorgt ervoor dat The Grand Budapest Hotel na anderhalf uur aan doldwaze avonturen zichzelf plots even overhaast om het slot verteld te krijgen, maar laat dat u niet tegenhouden om de film te gaan bekijken: Anderson houdt gedurende de hele prent een erg strak tempo aan, waardoor de lichtjes geforceerde eindspurt de pret voor geen seconde bederft. Helpen daar ook bij: de immer fantastische, snel heen en weer gedeclameerde en vaak hilarische dialogen, die perfect matchen met de strakke montage, en vaak enkele van de beste flarden tekst bevatten die Anderson al op papier heeft gezet.
Om die dialogen dan nog zo goed te laten werken heb je niet enkel een fantastische regisseur, maar ook een dijk van een cast nodig. Geen idee hoeveel procent van het budget werd opgeslorpt door de gages van acteurs en actrices als Ralph Fiennes, Edward Norton, Harvey Keitel, Tom Wilkinson, F. Murray Abraham, Willem Dafoe, Tilda Swinton, Adrien Brody en verder zowat iedereen die ooit een rol van betekenis heeft gespeeld in Andersons vorige films, maar met de mogelijke uitzondering van Jude Law, die niet altijd even in tune lijkt met Andersons universum, leveren ze wel stuk voor fantastische prestaties. Sommige van hen – Jason Schwartzman, Bill Murray, Owen Wilson, Léa Seydoux – krijgen slechts een enkele scène of een handvol regels tekst, maar het is steevast een geweldige scène, of een fantastische regel tekst. Ere wie ere toekomt echter: het zijn vooral Ralph Fiennes en nieuwkomer Tony Revolori die uitblinken als het Don Quichotiaanse duo dat de spil van The Grand Budapest Hotel vormt.
Denkt u dan nog even aan Andersons nostalgische hang naar ongewone details – de gevangenisoutfitjes, de vlaggen van het leger, de doosjes van de patissier, de uniformen van de hotelbedienden – en de onuitputtelijkheid van zijn beeldtaal – voor elke periode gebruikt Anderson een verschillend beeldformaat – en u wéét gewoon dat de winning streak die met The Fantastic Mr. Fox werd ingezet lustig voortduurt. Wes Anderson organiseert een heerlijk feestje in het Grand Budapest Hotel, met een geweldige verzameling entertainers en een fantastisch ingekleurd thema: u bent van harte uitgenodigd.