“Simplicity rules” is de boodschap waar de Britse zangeres Laura Marling de voorbije maanden haar nieuwe album Once I Was an Eagle aan de man heeft gebracht. Er valt geen voltallige backing band meer op te merken, noch is er een spoor van enig visueel schouwspel in de concertoptredens. Veel meer dan een besnaard instrument komt er vaak niet aan te pas. Toch blijft Marlings muziek nog steeds gekarakteriseerd door diepgang en een gevoel van veelomvattendheid.
Want wanneer Marling over eenvoud spreekt, doet ze haar nieuwe album niet alle eer aan. Uitgezonderd de soberheid van het gitaarspel, veelal bestaande uit terugkerende strums, valt er wederom een rijkdom van muzikale en emotionele prikkels in Once I Was an Eagle te ontdekken. Thema’s als jeugdigheid, vergane liefde en het onvermogen tot verbintenis behoren nog steeds tot de inhoudelijke kern van haar teksten. De zestien songs van het album zijn meer dan ooit in een coherente vormgeving ingekaderd.
1969 is het magische getal dat de songs vormelijk met elkaar verbindt: tijdens het reizen en muziek schrijven voorafgaand aan de opnames, raakte Marling in de ban van de resem vinyls die op het einde van de sixties zijn uitgebracht. Artiesten als Captain Beefheart, Led Zeppelin, Nancy Sinatra en Lee Hazlewood zijn zo indirecte inspiratiebronnen voor Marlings vierde album. De eerste kennismaking met Once I Was an Eagle maakt dat al duidelijk. Haar getokkel voelt meer dan eens verwant met Nick Drake of Jimmy Page’s akoestisch gitaarspel en heel wat van de aanhoudende achtergrondgeluiden hebben wat weg van Indiase raga’s (met behulp van een hurdy gurdy) die geregeld in jaren zestig albums opdoken.
Inhoudelijk is de in Hampshire geboren Britse opmerkelijk weinig veranderd: haar beslommeringen zijn grotendeels gelijk gebleven – meer dan ze zelf meestal toegeeft. Uit de teksten blijkt dat Marling nog steeds met zowel lief als leed in de knoop ligt, al te gelukkig weet ze daar telkens een rake en zelfs poëtische zinsnede uit te puren. De overheersende teneur is er een van weinig optimisme: het vrijgevochten gevoel in een nummer als “I Was An Eagle” getuigt daarvan (“I will not be a victim of romance”), of de wreedheid waarmee liefde in “Breathe” wordt beschreven (“The dark before the dawn is the darkest I can go”). In abstractere termen verwoordt Marling haar pijn aan de hand van jagers met een ondoordringbare huid, of het samengaan met de duivel. Zo zijn liefde en tederheid de grote slachtoffers van de duistere gedachtegang op Once I Was An Eagle.
Niettegenstaande Marlings misantropische misprijzen van hechte amoureuze relaties, is er nog aardig wat (muzikale) schoonheid in haar melodieën en stem terug te vinden. Afgezonderd van de sombere teksten, zijn songs als “One” en “When Were You Happy?” pastelkleurige schilderijtjes gevuld met flarden gospel en blues. “Where Can I Go?” vertrekt vanuit een gelijkaardig startpunt maar trapt halverwege de versnellingspedaal in, waarmee Marlings zachte, hese stem wondermooi met de achtergrondharmonieën versmelt. Het boeiendste van Once I Was An Eagle is ongetwijfeld de vierdelige opening, die kort voor de albumrelease als kortfilm is uitgebracht onder de titel “When Brave Bird Saved”. Als een en ondeelbaar geheel is het een van de meest typerende en succesvolle projecten die heeft Marling al heeft verwezenlijkt.
Het maakt Once I Was An Eagle wederom tot een album dat helemaal aan Laura Marling eigen is, zonder in herhaling te vallen. Net zoals voorheen weet ze inspiratie uit het verleden te putten, op een wijze die aan iedere vorm van klakkeloze imitatie voorbijgaat. Wat mag de toekomst nog brengen? Laura Marling is eerder op het jaar naar Californië verhuisd, wat Once I Was An Eagle mogelijk een symbolisch eindpunt van een belangrijke muzikale periode in haar leven maakt. Of een stilistische breuk in het verschiet ligt, valt nog af te wachten. In tijden van onzekerheid, bieden deze zestien songs gelukkig nog de nodige balsem voor de ziel.