Twee jaar na debuutalbum Peanut Butter Blues & Melancholy Jam was het tijd dat Obaro Ejimiwe, Brits-Nigeriaans straatpoëet, zijn dagelijkse bezigheden en beslommeringen weer vertaalde naar beats en flows. Some Say I So I Say Light sleutelt weinig aan het bekende recept, maar waarom zou het ook?
Wat doe je, als je debuutplaat direct genomineerd wordt voor de Mercury Prize van 2011? Het zorgde ervoor dat Ghostpoets onconventionele muziek flink wat meer aandacht kreeg dan eerst gedacht. Maar aandacht schept ook verwachtingen. Ejimiwe’s eclectische mix van hiphop, dub, en elektronica in combinatie met doodeerlijke raps toonde op Peanut Butter Blues een voortreffelijke balans tussen laidback en rechtdoorzee. Maar zou die combinatie van slepende beats, bliepjes en rhymes wel nog een tweede keer kunnen ontvlammen op die altijd moeilijke opvolger? Stilzitten stond in ieder geval niet in Ejimiwe’s pensioenplan. Mixtapes, remixes en zelfs een eigen radioshow kregen we onder andere in de tussentijd. Als bonus tekende hij ook nog bij een nieuw label, PIAS.
Toen 6 mei, de releasedatum van Some Say I So I Say Light dichterbij kwam, besloot Ejimiwe alvast een tipje van de sluier op te lichten. De eerste klanken die fans te horen kregen waren “MSI MUSMID”. Een opvallende keuze, want de zenuwachtige combinatie van bas, piano en drumbeats verschilde erg hard van Peanut Butter Blues. En hoewel een ijzersterk nummer, was het toch eerder iets atypisch voor Ghostpoet. Dan toch een flagrante koerswijziging?
”MSI MUSMID” blijkt uiteindelijk een buitenbeentje. Some Say I So I Say Light is en blijft vintage Ghostpoet, zonder te vervelen. Opener “Cold Win” is onheilspellend in tekst maar klinkt vertrouwd in klanken. Ejimiwe’s rustige rap is nog steeds frank en vrij, (“Can someone show me the way?/I don’t know this place/ I rose awake in a dream/I need to go back before the sun goes down on my heart.”), en zijn vooral duistere en intieme lyrics. Ejimiwe beweert in interviews dat z’n songs niet allemaal autobiografisch zijn, maar het vooral de bedoeling is dat zoveel mogelijk mensen zichzelf met z’n songs kunnen identificeren. En dat lukt wonderwel. “Dial Tones”, met gastzang van Lucy Rose, vertaalt nachtelijke telefoongesprekken naar kabbelende echo’s en drums. “Plastic Bag Brain”, met als rode draad een repetitief gitaarriedeltje, is tegelijk eenzaam en hoopvol. Tracks die vooral in het schemerduister tot hun recht komen. Ook “Meltdown”, de officiële single van het album, klinkt met heerlijke gastvocals van Woodpecker Wooliams als ideaal materiaal voor nachtelijke wandelingen.
Some Say I So I Say Light klinkt minder computergestuurd dan z’n voorganger. Voor het eerst werkte Ejimiwe samen met een co-producer, Richard Formby (onder andere bekend van Wild Beasts en Egyptian Hip-Hop). Het grotere aanbod van drums, blazers, strijkers en synthesizers is volgens Ejimiwe grotendeels zijn schuld. Dit is vooral merkbaar in rustpunten, “Sloth Trot” en “Dorsel Morsel”, die sterk contrasteren met Ghostpoets vertrouwde geluid. Afsluiter “Comatose” maakt de cirkel rond: sombere synths en trieste teksten (“Think I’ve got a problem but the mirror says ‘no’/And the wallet says ‘yes’ – more drinks I guess”), kabbelen voort tot een heerlijke outro met zilveren randje.
Ghostpoet is ouder en heeft fijne en minder fijne tijden meegemaakt. Resultaat: een natuurlijke evolutie van Peanut Butter Blues tot nu, met af en toe wat buiten de lijnen kleuren. En dat is hopelijk wat hij blijft doen. Een nieuwe stem in het muzieklandschap is hij ondertussen niet meer, vertrouwd wel. Gelukkig maar.