Obaro Ejimiwe is spraakzaam. Persdagen durven voor muzikanten weleens een sleur worden, maar Ejimiwe, in de muziekindustrie beter gekend als Ghostpoet, zit op z’n gemak. Na een pauze van een jaar laat hij zijn tweede langspeler Some Say I So I Say Light op de wereld los, en dat doet deugd. “Het durft soms wel te vervelen als ze je een jaar lang dezelfde vragen stellen. Maar tegelijkertijd ben ik zo verduiveld trots op wat ik heb gemaakt.”
enola: Het is alweer twee jaar geleden sinds Peanut Butter Blues & Melancholy Jam uitkwam. Hoe heeft de muziekindustrie je behandeld? Want het is niet altijd de leukste plaats om te vertoeven.
Ejimiwe : “Best oké (gelach). Ik kan niet klagen, het gaat goed en heb er geen problemen mee. Ik doe gewoon mijn ding. Op creatief vlak vertelt niemand me wat ik moet doen, en dat is het belangrijkste voor mij.”
enola: Je houdt het wel heel divers. In de tussentijd verschenen er wat mixtapes en remixes online, ook radioshows. Stilzitten is niet aan jou besteed?
Ejimiwe : “Niet echt. Ik hou alles vooral heel erg ‘ik’. Ik hou van veel verschillende dingen, dus het voelt logisch om zoveel mogelijk in mijn muziek te verwerken, zowel muzikaal als tekstueel. Dat geldt ook voor mijn andere projecten. Die mixtapes bijvoorbeeld, die bevatten muziek die ik tegenkom en waar ik van hou. Ik doe ook een radio-uitzending eenmaal per maand, voordien maakte ik mixtapes en zette die op Soundcloud. De muziek die ik opgraaf en die ik wel kan smaken, wil ik ook graag laten horen. Ik hou ervan nieuwe muziek te openbaren aan mensen.”
enola: Is de radioshow iets helemaal anders dan Ghostpoet?
Ejimiwe : “Ja, het is anders, verschillend. Het is een andere output, maar het is nog steeds mezelf. Ghostpoet is geen personage in de zin van een superheld. Het is gewoon mezelf. Ik kies de muziek, en zie het als een kans om te praten en die muziek te laten horen die aandacht verdient. Het is geen ‘vandaag gaan we jazz spelen van een bepaalde staat in Amerika’; het zijn de dingen die ik gaandeweg heb ontdekt op Soundcloud, onderweg hoor of wat ik doorgemaild krijg. Ik verzamel en wanneer het tijd is om de show te maken, is het selecteren, knippen en plakken.”
enola: Al eens iets Belgisch tegengekomen?
Ejimiwe : “Af en toe. Ik luisterde recent bijvoorbeeld nog naar Balthazar. En naar Melanie De Biasio, die ook bij PIAS Belgium zit. Ik luister wereldwijd naar muziek. Ik bedoel, ik hou van muziek, zelfs al begrijp ik de taal niet. Het is het gevoel, en als het emotioneel klikt, voel ik me betrokken en aangesproken.”
enola: Je eigen muziek beroerde toch ook al flink wat mensen. Niet elke artiest krijgt een Mercury Prize nominatie voor zijn debuutalbum.
Ejimiwe : “Dat is waar.”
enola: Die nominatie moet toch z’n invloed hebben gehad?
Ejimiwe : “Het heeft deuren geopend die voordien gesloten waren en het heeft mijn muziek verspreid tot bij mensen die er anders waarschijnlijk nooit naar zouden hebben geluisterd. En voorlopig is die aandacht positief. Mijn huidig label, PIAS, draagt goed zorg voor me. Dingen zoals dit, persdagen, zijn nieuwe ervaringen. En met het verschijnen van het nieuwe album merk ik weer hoe fijn het is om over muziek te praten. Ook omdat ik me veel comfortabeler voel bij alles in mijn leven, ik ben veel relaxter als persoon.”
enola: Was dat anders in het verleden?
Ejimiwe : Ja, want ik was nog steeds aan het groeien als persoon en als artiest. Ik groei nog altijd, maar die eerste groeispurt bij het uitbrengen van je een eerste plaat is bevreemdend. Het is moeilijk om uit te zoeken waar je wil staan en wie je wil zijn, een personage of jezelf. Dat is iets dat je moet ondergaan.
enola: Is het binnen handbereik, wie en waar je wil zijn?
Ejimiwe : “Ik wil hier zijn. Muziek maken en mezelf zijn en genieten van het leven zoveel als maar kan.”
enola: Heb je een lange muzikale weg afgelegd? Want je eerste stappen als artiest waren in een Grime collectief, toch iets volledig anders dan wat je nu doet.
Ejimiwe : “Ja, dat wel. Grimemuziek was in ieder geval de eerste elektronische muziek waar ik aan blootgesteld werd. Voordien schreef ik wel een beetje, maar niets echt serieus. Dat was de eerste kans die ik had om regelmatig te schrijven. Of semi-regelmatig. Ik word er vaak aan herinnerd omdat Grime een erg uitgesproken genre is, en als ik er soms aan terugdenk is het vreemd om te zien waarom ik ooit Grime gemaakt heb. Begrijp me niet verkeerd: ik waardeer Grime enorm, nog steeds, maar na een tijdje werd het voor mij een erg beklemmend genre. Het voelde toen juist aan, maar na een poos was het tijd om verder te evolueren. Muziek maken binnen één bepaald genre, volgens bepaalde regels stoorde me. Het ging niet over het leven dat ik aan het leiden was. Ik wou geen deel uitmaken van dat genre of in een hokje geplaatst worden. Er nu op terugkijkend, realiseer ik me dat pas. Ik wou gewoon meer ontdekken en experimenteren.”
enola: Was de overgang van Grime naar je eerste echte langspeler Peanut Butter Blues , een moeilijke zoektocht?
Ejimiwe : “Dat waren vooral verschillende pogingen om nieuwe muziek te maken, zoeken naar een richting los van een genre. Ik denk dat Peanut Butter de eerste degelijke poging was. De EP vlak daarvoor, The Sound Of Strangers, was een snapshot met veel potentieel van hoe een volledig album zou kunnen klinken. Ik voelde dat ik op de juiste weg was, en vooral moest blijven experimenteren. En nu is er een tweede album. (glimlacht).”
enola: Met Peanut Butter Blues had je een richting gevonden, een eigen manier om muziek te benaderen. Wat is er veranderd op Some Say I, So I Say Light?
Ejimiwe : “Na een tournee van anderhalf, twee jaar voelde ik dat het toeren even mocht ophouden. Ik wou wat ideeën uitwerken die ik gaandeweg had gekregen. Nog niet met zicht op een tweede album, al wist ik wist wel dat het er van zou komen. Hoe, waar of wanneer was nog een raadsel, maar toen de tournee aan zijn einde kwam, ben ik verhuisd en was het een zaak om vooruit te denken. Die ruwe eerste ideeën uitwerken was het plan, maar stom toeval heeft dat hele proces wat op z’n kop gezet. Toen ik verhuisde had ik plots toegang tot een piano, en dus ben ik die eerste schetsen gaan herinterpreteren in akkoorden op die piano. Ik kan eigenlijk helemaal geen piano spelen, dus was het meer een zoeken en puzzelen naar wat juist aanvoelde. Vanaf dat moment tot het uitbrengen van de plaat ging het voor mij vooral over het uitdagen van mezelf en het ontdekken van het huwelijk tussen akoestische instrumenten en elektronische muziek. Wat zou er gebeuren als je die naast elkaar zou zitten? Dat is wat ik probeer met deze tweede plaat.”
enola: Je speelt zelf geen instrument: ben je dan op zoek gegaan naar een muzikaal team of was het gewoon jezelf en je computer?
Ejimiwe : “Oorspronkelijk wou ik het gewoon zelf doen met m’n computer, maar de vondst van die piano heeft mijn creatieproces op z’n kop gezet. Toen ik de studio indook wist ik dat ik ook gitaarpartijen wou. En drums, blazers en strijkers. Dan was het kwestie van de juiste mensen op te trommelen. Als die piano er niet was geweest, had het hele album waarschijnlijk volledig anders geklonken, veel meer computer gestuurd. Hetzelfde geldt voor mijn co-producer, Richard Formby: hij heeft de analoge wereld voor me geopend en heeft me blootgesteld aan synthesizers en tape delays. Het gebeurt waarschijnlijk allemaal met een reden.“
enola: Je bent ouder en wijzer?
Ejimiwe : “Ja, ik ben ook 30 jaar, als ik me nu niet zelfzeker voel, dan is er geen hoop meer voor me. (Lacht) Bovendien hebben PIAS en Brownswood (Ghostpoets vorige platenlabel) me hun vertrouwen gegeven; hun aanmoedigingen hebben mij het gevoel gegeven dat ik het kán doen. En ook mensen die naar me luisteren en naar mijn optredens komen, die wat ik doe goed vinden, geven me zelfvertrouwen en laten me denken: misschien kan ik dit.”
enola: Zit er een rode draad doorheen Some Say I, So I Say Light?
Ejimiwe : “Nee. Het is mijn reflectie op het leven, mijn leven, het leven van diegenen rondom me, gesprekken, nieuwe ervaringen. Alles in een interessante mix. Het is bijvoorbeeld ook niet allemaal autobiografisch, en dat is een bewuste keuze. Ik wil niet de hele tijd over mezelf praten, want ik ben maar een individu te midden van zovele anderen. Ik voel niet de nood om de nadruk op mezelf te leggen, maar wil gewoon muziek maken waar zoveel mogelijk mensen zichzelf mee kunnen identificeren. Ongeacht of je uit Groot-Brittannië, België of ergens anders vandaan komt. Dit is een momentopname van een periode in mijn leven. Er zit geen missie, geen boodschap of opinie achter die ik wil verkopen. Het is gewoon mijn reflectie op mijn bestaan tijdens een bepaalde periode.”
enola: Dit is je tweede momentopname, waar zit het grote verschil?
Ejimiwe : “Ik ben ouder. Ik heb nieuwe dingen geleerd, fijne en minder fijne tijden meegemaakt, en al die gebeurtenissen resulteren tot wie ik nu ben. Dat is wat dit tweede album is. Een natuurlijke evolutie van m’n vorige plaat tot nu. En dat is wat ik moet blijven doen. Het heeft weinig zin om artistiek te blijven verder doen als je niet kan blijven evolueren als je iets nieuws maakt. Als mijn creativiteit erop achteruitgaat, verveel ik mij en kan ik beter stoppen.”
enola: Na Peanut Butter Blues en de Mercury Prize nominatie waren er toch wat (hogere) verwachtingen?
Ejimiwe : “Niet voor mij. Ik wilde evolueren, maar voelde me niet onder druk staan. In tegenstelling tot het nieuwe album was er nu wel een potentieel publiek voor mijn muziek. Daarvoor had ik daar geen idee van. Een nieuwe stem in het muzieklandschap; ik ben me daarvan bewust en was dat ook toen ik begon aan het nieuwe album, maar heb dat van me afgezet. Ik moet muziek voor mezelf maken. Dat is ook wat ik deed bij het eerste album. Ik kan alleen maar hopen dat mensen nog steeds willen luisteren. Als ze het stront vinden, dan kan ik daar niets aan doen.”
enola: De eerste geluiden die de fans te horen kregen waren ‘MSI MUSMID’. Was dat jouw keuze?
Ejimiwe : Het was een keuze tussen enkele nummers, maar ‘MSI’ was voor mij de ideale keuze. Een groot aantal tracks van de nieuwe plaat verschillen sterk van het eerste album, en deze nog het meest van al. Ik wilde mensen wat schrik aanjagen (lacht). Muziek moet uitdagend zijn, en dingen wat door elkaar schudden. Je mag niet bang zijn om niet te zijn wat mensen verwachten. En ik denk dat de mensen die naar mijn muziek luisteren, wel openstaan voor verandering. Hopelijk toch. (lacht)
enola: Muziek waar je wat moeite voor moet doen?
Ejimiwe : “Ja. Het leven is niet alleen rozengeur en maneschijn. Het is ingewikkeld en ik heb daar geen problemen mee.”
enola: Bij de nieuwe plaat hoort ook een Europese tournee. Maar in het verleden liet je al eens optekenen dat je niet graag live speelde, omdat je je beoordeeld voelde.
Ejimiwe : “In het begin, absoluut. Met mijn teksten probeer ik echte emotie op te roepen. En dat op de plaat doen is gemakkelijk voor me. Daarmee wil ik niet zeggen dat het mij geen moeite kost, maar het is wel gemakkelijker dan voor een groep onbekenden te staan en die emoties over te brengen. In het begin was het echt moeilijk, een work-in-progress. De kans op fouten en mislukkingen waren reëel. Dat kroop dan ook in m’n hoofd: shit, er gaat iets fout gaan. Maar na een tijd wen je aan het podium, en heb je er plezier in. Je laat los, want er kan altijd iets fout gaan. Je gaat er gewoon mee door.”
enola: Toen journalisten je ten tijde van Peanut Butter Blues vroegen naar je succes, quoteerde je geregeld Leonard Cohen: “it’s all about survival”. Ben je nog steeds een overlever?
Ejimiwe : “Zo ongeveer (lacht). Het is een constante strijd. Ik doe het niet voor wat materiële rijkdom en wil geen miljoenen verdienen met m’n muziek, want dat gaat toch ten koste van mijn creativiteit. Het is overleven, van dag tot dag, en dat gebruiken als brandstof om muziek te blijven maken. Als ik alles kan houden zoals het nu is, dan denk ik dat ik nog even verder kan.”
Ghostpoet speelt dit weekend op het Cactus Festival.