“Heeft iemand Delphic nog gehoord, eigenlijk?”, vroeg een recensent zich eind 2010 al af, nauwelijks tien maand na hun indrukwekkende debuut. Het verhaal was echter met een natte pffft geëindigd, en ook dit nieuwe Collections krijgt het vuur niet brandend.
Genomineerd zijn voor de BBC Sound Of 2010, allemaal goed en wel; je moet het dan ook waarmaken. Dat deed Delphic dan ook met het debuut Acolyte dat een aardige mix van indie en dansmuziek bracht. Maar daar stopte het. De grote doorbraak bleef uit en de groep ging ondergronds. Achttien maanden lang sloot de band zich op in de studio met producers Ben Allen (Bombay Bicycle Club, Animal Collective) en Tim Goldsworthy (Massive Attack, LCD Soundsystem).
Het resultaat heet Collections en klinkt als blinde paniek. Als weet het trio na het floppen van dat debuut niet meer waar het nu heen moet, stormt het alle richtingen tegelijk uit. Hell, in het alreeds lamlendige “Atlas” wordt halverwege zelfs een dubstep wobwob losgelaten. Het zou grappig zijn als het niet gênant was. Maar wat kan je verwachten van een band die nu beweert invloeden als Frank Ocean en Aaliyah te willen verwerken, of J Dilla, Jay-Z en eighties r&b?
Alvast dat niet, of het zou de iets nadrukkelijkere hiphop-feel van een aantal nummers moeten zijn. In het al bij al nog aanstekelijke “Memeo” slaat frontman James Cook zelfs aan het rappen. Het is niet zijn sterkste vocale prestatie, maar het werkt net binnen de grenzen van dit nummer. Ook “Baiya”, met Oosters motief, heeft een aardig pompend breakbeatritme en toont dat Delphic, als de wind goed zit, nog altijd een meefluitbare single kan schrijven.
Beter dan binnenkomer “Off The Young” wordt het echter niet. Hier haalt Collections nog eens het niveau van zijn voorganger, met een nummer dat gaandeweg opbouwt naar het betere anthemrefrein: instant-meebrulbaar, en het is de komende dagen met geen stokken uit het hoofd te krijgen. Maar daarmee is het vet echt wel van de soep.
“The Sun Also Rises” probeert nog wel een nieuwe gooi naar festivalmassa’s te doen, maar eindigt met een matige armwuiver waar enkel The Verve iets meer van zou kunnen maken. En laat ons eerlijk zijn: Cook is geen Richard Ashcroft. En, zo even by the way, moest die plaat echt zo agressief gemixt zijn dat een mens zichzelf nauwelijks hoort denken terwijl hij luistert? Damn you, loudness wars!
Collections wiegt ons verder vooral in slaap. “Don’t Let The Dreamers Take You Away” sleept zich een eind voort, terwijl “Tears Before Bedtime” het trucje met de piano en de voicemailberichten nog eens recycleert; dat hadden we zo rond 2004 nochtans al meer dan gehad. “It’s going nowhere”, galmt een van die berichtjes; accurate zelfreflectie over een strontvervelend nummer.
Delphic wéét dat Collections niet pluis is. Op zijn website voelt de groep zich zelfs verplicht om zich te verantwoorden. “Ja, we zijn drastisch veranderd met dit album, en dat kan sommige mensen verwarren.” Neen, jongens. We zijn gewoon boos dat het richting “brol” is opgeschoven. Het was niet nodig.
Delphic speelt op 4 maart in de AB in Brussel.