2010 is het nieuwe 1989 als het van het Britse Delphic afhangt. Begin februari debuteerde de groep met Acolyte, een plaat waarop de gloriedagen van Manchester de 21ste eeuw werden ingesleurd. Op Werchter moest de groep ontiegelijk vroeg aantreden, maar toch werd het een feestje.
Een Marquee op het middaguur is niet de ideale biotoop voor Delphic. Frontman James Cook vertrouwde ons in februari nog toe dat hij het al haat om om negen uur ’s avonds te moeten spelen, want "onze muziek moet je om één uur ’s nachts horen. Als je wil dansen". Wie aan het begin van zijn carrière staat moet echter toegevingen doen, en zijn beste beentje voorzetten op een moment dat de meeste festivalgangers net uit bed rollen.
Maar geen nood. Op een festival wil het volk ook ’s middags al voorzichtig dansen, en de mix van vroege house, dansrock en electro die zo aan het begin van de jaren negentig herinnert gaat er in als zoete koek. Van bij opener "Doubt" klinkt de band loepzuiver, ratelen de beats en drums als voorgeschreven en hangt er een zweem van euforie in de lucht die niet had misstaan in de legendarische Manchesterdiscotheek The Hacienda.
Dit is dan ook muziek die het beste van New Order, Orbital en Underworld verbindt in één lange trip die zowel song als ravetrack kan zijn. Zo pakt "Halcyon" uit met een spetterend refrein, terwijl setsluiter "Acolyte" acht minuten lang pure trance is terwijl de eerste regendruppels uit de lucht vallen. Hoopten we gisteren op bliksem bij "Papillon", of donder straks bij Rammstein, dan was dit ook wel een mooi gekozen moment om de hemelsluizen te openen. Dansen in de regen deed nog nooit zo’n deugd.