In de VS en Groot-Brittaniƫ gaan hippe kringen al langer plat voor Deer Tick. De neocountry folkies wagen eindelijk de stap naar het Oude Continent en doen dat met hun even old school aanvoelende tweede plaat. Uw applaus voor Born On Flag Day.
Net voor opvolger The Black Dirt Sessions uitkomt, valt Born On Flag Day hier eindelijk binnen. De plaat is in de VS ruim een jaar verkrijgbaar en nu kan ook hier van de tweede langspeler van Deer Tick geproefd worden. Beter laat dan nooit, wordt in zo’n geval wel eens geopperd, en daar valt wat voor te zeggen. Hoewel Born On Flag Day de indruk geeft nog veel ouder te zijn dan de plaat in feite is.
John McCauley, die de band in 2004 startte, is immers het soort singer-songwriter dat te laat geboren is. Dwepend met americana en sixties folkrock, lijkt zijn momenteel vijf leden tellende gezelschap aan te sluiten bij de golf van oer-Amerikaanse folkgezelschappen die de laatste tijd furore maken. Deels klopt dat ook, maar Deer Tick is meer dan dat. De band plukte gitarist Ian O’Neil weg bij Titus Andronicus en dat blijkt een slimme zet om het geluid van het gezelschap van de nodige edge te voorzien.
Single en openingstrack āEasyā mag dan wel beginnen met het clichĆ©matige āI woke up this morningā, de song combineert de spooky atmosfeer van Blitzen Trapper met de hakkelende gitaren van The French Semester. Bij momenten is ook de oer-R.E.M. niet veraf, zij het dat de lijzige stem van McCauley voorkomt dat zijn band afgedaan kan worden als een zoveelste college band die probeert nog een graantje mee te pikken van de cultstatus die Stipe en co eind jaren tachtig genoten.
Bovendien zijn er de slidegitaren die, in āLittle White Liesā, de band veel verder terug in de tijd slingeren, meer bepaald naar Neil Youngs ranch op het ogenblik dat Harvest ingeblikt werd. Maar ook hier: als Deer Tick al probeert Young na te spelen, dan op een manier die doet vermoeden dat de band niet vies is van indrinken voor de opnamesessies beginnen. Dat vermoeden wordt overigens gesterkt door de bezopen cover van āGoodnight, Ireneā waarmee het album eindigt.
Veel vergelijkingen, uiteenlopende zelfs, maar toch weet Deer Tick handig de vis-noch-vleesvalkuil te ontwijken. Net als de Felice Brothers, waart ook door de muziek van dit gezelschap een geest van creativiteit die niet te weerstaan is. Zelfs in het Johnny Cashachtige zijsprongetje āFriday XIIIā, een duet met Liz Isenberg, blijven de Amerikanen moeiteloos overeind.
Ja, het is allemaal al eens eerder gedaan, maar de kans dat het net in deze combinatie, met dezelfde dosis talent gebeurde, is eerder gering. Hopelijk duurt het minder lang voor The Black Dirt Sessions hun weg naar deze contreien vinden.