Gooi alle genres die je kent op een hoopje, doe iets met elk instrument dat je kent en breng het resultaat uit als full-cd. Het klinkt als een smeekbede om een gedrocht voort te brengen, maar voor Holyfuck is het een serieuze stap voorwaarts sinds Holyfuck twee jaar geleden.
Die jongeren van tegenwoordig. Ze weten niet wat ze allemaal missen. Zoals: hokjes. Waar is de tijd dat ieder in zijn eigen kerk bleef en een blik volstond om te weten wat de favoriete plaat van iemand was? Het kwam het eigen grote gelijk ten goede, en daar draaide het tenslotte om. Niets daarvan in deze postmoderne tijden waarin dance-acts rockfestivals afsluiten en niemand er nog van opkijkt wanneer iemand met een gitaar aantreedt op een technofestijn.
Dit is het moment, moeten Graham Walsh en Brian Borcherdt gedacht hebben, na enkele jaren aanmodderen als lofi-duo in Toronto. Het duo hijst wat hulp aan boord, breidt het instrumentarium radicaal uit en besluit nummers te schrijven tijdens het touren. Meer zelfs: op het podium. Een gewaagde benadering, maar ze klinkt geslaagd en geeft LP een drive en energiegehalte waar je als luisteraar niet van terug hebt.
Dat leverde in de eerste reacties vergelijkingen op met Modest Mouse, !!! en 65daysofstatic, maar het gaat verder dan dat. Holyfuck is namelijk net zo uniek als zijn groepsnaam. Luister bijvoorbeeld naar het door zinderende violen gestuurde "Lovely Allen", waarin dezelfde partyvibe terug te vinden is die de nummers van Goose zo opwindend maakt, maar dan op een zowaar dartele manier.
Cultklassiekers hebben evengoed bijgedragen aan het ontstaan van LP. Zo schiet "Frenchy’s" uit de startblokken als een opgedreven versie van iets van Mr. Oizo om even later de opwindende feel van wilde achtervolgingen in B-films uit te storten. Want ook dat is een hoorbaar belangrijk onderdeel van Holyfuck: kitsch. Ook "Royal Gregory" bedient zich met verve van die foute-jaren-zestig-filmische elementen. Een vergelijking met Air dringt zich daardoor op, maar het verschil zit ’m in de smaak: waar Air het moet hebben van het zeemzoete, serveert Holyfuck een bittere pil die je de vreemdste gezichten doet trekken, maar waarvan je later blij bent dat je ze geslikt hebt.
Vreemde gezichten heeft Holyfuck zelf evengoed in de aanbieding, met zijn waaierige arrangementen. Soms vormen die een hindernis en zijn er ettelijke luisterbeurten nodig om tot de songs door te dringen, maar niets komt vanzelf, wel? Het van een woest beukende bas voorziene "Echo Sam" walst je plat terwijl een exotisch ritme je gelijktijdig aan het bewegen wil krijgen zoals je nog nooit bewogen hebt. Holyfuck is met andere woorden niet vies van enige dualiteit en komt er, soms verrassend genoeg, absoluut mee weg.
Met "Safari" krijgt de aanstekelijke waanzin een loeier van een hoogtepunt met een aardige epiloog in de vorm van het uitbollende en zinderende "Choppers". Negen nummers telt LP daarmee, één meer dan de titelloze voorganger, maar evengoed negen betere dan op Holyfuck.